De Vereniging tegen de Kwakzalverij maakt ernstig bezwaar tegen de promotie van een Groningse medicus. Maar de Rijksuniversiteit Groningen ziet geen reden de promotie uit te stellen.
In zijn proefschrift kijkt promovendus Rogier Hoenders naar het effect van niet-reguliere behandelingen in de psychiatrie. Verschillende Chinese en ayurvedische kruiden zouden in aanvulling op antipsychotica een positief effect hebben. Op 16 januari zal hij zijn proefschrift in het openbaar verdedigen.
De antikwakzalvers vinden dat Hoenders nooit zover had mogen komen en schreven een open brief aan de Groningse rector. De hoofdstukken van het proefschrift zijn volgens hen voornamelijk gepubliceerd in dubieuze of onbekende tijdschriften en de promotiecommissie bestaat vooral uit vooringenomen sympathisanten in plaats van wetenschappers.
Groningen wijst de kritiek van de hand. Van alle patiënten kiest 42 procent voor een of andere aanvullende alternatieve behandeling. Waarom zou Hoenders geen onderzoek mogen doen naar het effect daarvan? Het gaat toch om de vraag wat wel en niet werkt? Bovendien heeft Hoenders systematische literatuurstudie gedaan en zijn de artikelen wel degelijk in goede wetenschappelijke bladen verschenen, bijvoorbeeld in het tijdschrift Psychotherapy and Psychosomatics.
De vereniging vindt dat alternatieve geneeswijzen geen serieus wetenschappelijk onderwerp zijn, nu de inspanningen om hun effect te bewijzen al decennialang nergens toe hebben geleid en de onderliggende hypothesen voor hun werking “veelal absurd zijn en niet te rijmen met algemeen aanvaarde biomedische kennis”.
Een van de verenigingsleden was gevraagd om te opponeren bij de promotie, maar weigerde. “Het opponeren in dit stadium van een promotietraject betekent immers dat we hoogstens als ‘excuus-Truus’ enige detailkritiek op het proefschrift kunnen uiten, maar dat daarmee de toekenning van de doctorstitel aan Hoenders niet meer kan worden voorkomen.”
Hoenders werkt bij het Centrum Integrale Psychiatrie. Volgens de website is er “steeds meer wetenschappelijke evidentie” voor alternatieve behandelingen. Ook zouden westerse behandelingen in een multiculturele samenleving niet langer voor iedereen vanzelfsprekend zijn. “Alleen daarom al doet de GGZ er goed aan zich op z’n minst open te stellen voor andere behandelculturen en zienswijzen.”
Comments are closed.