Education

God’s graffiti

Volgens velen is dit onze eigen premier Balkenende die hier met bijbel in de hand en gepast strenge uitstraling de voorbijgangers bij onderzoeksinstituut OTB aanstaart.

Maar: wat wil deze religieuze graffiti zeggen? Verkondigt de artiest het woord Gods? Wil hij waarschuwen voor de vermenging van religie en politiek? Of haakt hij in op de recente polemiek rond het geloof in deze krant? Een toelichting erbij was handig geweest.

De TU wil haar oude gebouwen zoals Mijnbouw, WTM en het hoofdgebouw afstoten – en dat doet pijn. Onmiddellijk gingen de afgelopen weken stemmen op dat de TU haar cultuur-historisch erfgoed verkwanselt. Volgens het strategisch vastgoedplan is van de hand doen echter de beste oplossing. Gisteren ging de univeristeitsraad akkoord met concentratie van de voorzieningen in het ‘middengebied-plus’.

Nee, zegt ir. A.Y. Sanson, directeur van TU Vastgoedbeheer. De criticasters, die de historische gebouwen in het noordelijk universiteitsgebied voor onderwijs en onderzoek willen behouden, hebben geen gelijk. Ze leggen teveel accent op de historische waarde. Mijnbouw, WTM en het hoofdgebouw zijn nu eenmaal té disfunctioneel en verouderd om daarin nog geld te pompen voor een facelift. Dat wordt veel te duur. Bovendien: waar moet je dan heen met enkele onverkoopbare gebouwen aan de Mekelweg?

,,We doen net alsof er in TU Noord nu een fantastisch wervend gebied staat. Maar eigenlijk wordt alleen Mijnbouw nog gebruikt. WTM verhuist binnenkort. En Mijnbouwplein 11 hebben we volgezet met jonge ondernemers. Dat is hartstikke leuk, maar het is een tijdelijke oplossing.”

Op langere termijn is afstoten de beste optie, zo bleek uit een doorrekening van drie vastgoed-varianten (globaal: houden wat er is, opknappen van het noordelijk deel of concentratie rond de Mekelweg). Sanson benadrukt dat de keuze voor de laatse variant niet alleen op financiële overwegingen is gebaseerd. ,,Het is een mix van kwaliteit, kwantiteit en financiën” – maar natuurlijk zijn centen een factor van belang.

,,We gaan uit van optimalisatie”, vervolgt ze. ,,Kwalitatief goede voorzieningen, die voldoen aan arbo- en milieu-eisen, voor zo min mogelijk geld. Want alles wat je bespaart, kun je besteden aan onderwijs en onderzoek. Wil je TU Noord voor onderwijs behouden, dan is de vraag: heeft het bestuur daar ongeveer 200 miljoen gulden méér voor over?”

Schakel


2 Impressie van het voorlopig ontwerp voor Werktuigbouw, van de architect Verheijen

Het antwoord is negatief. Gisteren stemde de universiteitsraad in met het voorstel van het college van bestuur om te kiezen voor concentratie in het ‘middengebied-plus’. In de toekomst worden de meeste activiteiten gebundeld rond het stuk Mekelweg dat loopt van de Jaffalaan tot de Kruithuisweg. Geodesie en de weilanden erom heen worden op termijn afgestoten. De gebouwen langs de Kluyverweg houdt de TU wel aan. Daarin is net veel geïnvesteerd (asbestsanering bij Lucht- en Ruimtevaart, aankoop en aanpassing van het HLO-gebouw waarin TechnischeAardwetenschappen gehuisvest wordt) en bovendien zijn enkele specifieke ruimtes nauwelijks te verplaatsen (IRI).

De historische gebouwen in het noordelijk gebied worden niet zonder meer verkocht. Ze gaan de ‘schakel tussen de universiteit en de stad’ vormen. In overleg met projectontwikkelaars – de constructie is nog niet helemaal duidelijk – moeten de gebouwen voornamelijk een woonbestemming krijgen met duidelijk ‘TU-karakter’. Gedacht wordt aan tweehonderd studentenwoningen, appartementen voor onder andere medewerkers en verblijven voor gastdocenten.

Uitgesmeerd over vijftien jaar vergen de plannen een investering van bijna een miljard gulden. De redenen voor de operatie zijn evident; de universiteit bezit teveel grond en gebouwoppervlak en bovendien voldoen de gebouwen niet meer aan de huidige eisen.

Zo gaat het vastgoedplan uit van meer flexibiliteit, multifunctionele ruimtes en gezamenlijke voorzieningen. En verder moeten de gebouwen zich openen naar de centrale as. Dus publieksfuncties aan de Mekelweg en werkplaatsen zoveel mogelijk aan de achterkant.

Trekker

Dit idee is al terug te vinden in het voorlopig ontwerp dat de architect Verheijen maakte voor herhuisvesting van Industrieel Ontwerpen en Werktuigbouw. WbMT krijgt een transparante gevel, waarachter je studenten ziet lopen, praten en eten. Op die manier moet de Mekelweg nieuw leven ingeblazen worden.

In de strategienota heet het dat de Mekelweg een boulevard met uitstraling wordt, die zich uitstrekt tussen twee gezichtsbepalende centra: aan de ene kant de nieuwe bibliotheek en de Aula en aan de andere kant het sport- en cultureel centrum. Voor deze ‘kwaliteitsimpuls’ is vijftig miljoen gulden begroot.

Sanson ziet het helemaal voor zich: ,,De nieuwe bibliotheek wordt een enorme trekker, let maar op. Dat het terras bij de Aula niet goed liep, vind ik een slecht voorbeeld. Wat hebben we nou voor zomer gehad? Het was pokkeweer. Maar als het warm was, zat het vol. En straks zijn de studentenwoningen bij het sportcentrum klaar, dat kan een heel levendig gebied worden. Bij de uitwerking van de plannen moet nog wel naar de verlichting van de wijk gekeken worden. Misschien moeten we die opvoeren, zodat het prettiger is om er ‘s avonds te fietsen.”

De vraag blijft waarom de TU een sfeervolle campus zou willen. De Utrechtse universiteitswijk Uithof bijvoorbeeld is ook geen toonbeeld van gezelligheid. Toch schijnt niemand zich daar druk over te maken. Sanson vindt dat echter onvergelijkbaar. De afstand van de TU-wijk tot de stad is veel kleiner. En Delft breidt uit richting Rotterdam. ,,Straks zitten we ingeklemd tussen woningbouwlocaties en een gebied vol bedrijvigheid. Misschien komt er dan een tram met diverse passanten door de Mekelweg.” Dus moet de TU-wijk een levendig onderdeel van de stad vormen, en niet een doods ‘aanhangsel’ zijn.

Breder

,,Verwacht hier geen dronken medewerkers en studenten, dat is niet de gezelligheid die we zoeken. We gaan de wijk niet volplempen met kroegen. Je moet het breder zien: avondopenstelling van de gebouwen en voorzieningen als een winkel, studentenadviesbureau, VSSD, centrale dictatenverkoop. In de bibliotheek komt een boekhandel – het huurcontract is bijna rond – en verder hebben we besprekingen opgepakt met een supermarkt.”

Het strategieplan komt natuurlijk niet zomaar uit de lucht vallen, zegt Sanson. Keuzes voor nieuwbouw en herhuisvesting die tot nu toe zijn gemaakt, zijn gebaseerd op het huisvestingsplan ‘Bouwen aan de toekomst’ dat in 1993 door het universiteitsbestuur aangenomen. Uit die tijd stammen onder meer de plannen voor studentenhuisvesting aan de Balthasar van der Polweg, de herhuisvesitng van Werktuigbouw en IO en de verhuizing van Technische Aardwetenschappen naar het HLO-gebouw. ,,De ontwikkelingen gaan zo snel dat het beleid van toen bijstelling nodig had. Er was behoefte aan een nieuwe totaalvisie. Waarschijnlijk moeten we over twee jaar het huidige plan opnieuw bijstellen en weer eens naar de toekomst kijken. Beleid blijf je altijd heroverwegen, maar je moet de plannen wèl maken” aldus Sanson.

,,Wat ik zelf jammer vind: je kunt veel geld stoppen in gebouwen, maar de omgeving is minstens zo belangrijk. Daar is tot nog toe te weinig aandacht aan besteed. Een belangrijke vraag is bijvoorbeeld hoe het verkeer door de TU-wijk gaat circuleren, en hoe de openbare ruimte opnieuw wordt ingericht. In dergelijke kwesties moeten we meer geld en tijd stoppen.”

Bij illustratie: De beste optie volgens het strategisch vastgoedplan: concentratie in het ‘middengebied-plus’

Streamer: ‘Het is een mix van kwaliteit, kwantiteit en financiën’

TWINTIG JAAR IDEEËN SPUIEN

De TU-wijk en de tekentafel

De Mekelweg heeft een probleem. Ze mist een kloppend hart. Al jarenlang wordt geprobeerd om de TU-wijk meer leven in te blazen. De mensa kwam erbij, het cultureel centrum verhuisde en deze zomer zette de Aula zelfs de stoelen buiten. En toch wil de Mekelweg maar niet bruisen. Maar wat niet is, kan nog komen. De nieuwe strategienota voor huisvesting spreekt weer hoopvol van een ‘boulevard met uitstraling’.

Een kade waaraan de gebouwen als schepen liggen aangemeerd. Dat was ongeveer het idee achter de Mekelweg, zoals stedebouwkunde Van Eesteren het ooit voor ogen had. Maar de schepen werden oceaanstomers; Civiele Techniek is twee voetbalvelden lang en Elektro is zo’n kolos dat het er altijd waait. De menselijke maat is zoek, luidt een veelgehoorde klacht.

De Mekelweg kreeg vorm in de zestiger jaren, en sindsdien is er eens in de zoveel tijd een pleidooi te horen om de boel aan te passen, om de weg levendiger te maken, of om de wijk te veranderen in een echte campus.

Al in 1977 vroeg het toenmalige college van bestuur aan een stedebouwkundige projectgroep om de ‘vervallen Mekelweg’ opnieuw in te richten, als onderdeel van een ruimer plan. ,,Deze weg doet velen die regelmatig in het gebied verkeren niet plezierig aan”, verwoordde de projectgroep de bezwaren tegen de bestaande situatie, en dan volgt een waslijst van oorzaken voor het onplezierige gevoel. De gebouwen zijn te groot, ze liggen geïsoleerd aan de weg, er is geen beschutting tegen ‘de altoos rondom deze gebouwen aanwezige wind’, voldoende groen ontbreekt en er zijn voornamelijk eenzijdige parkeeroplossingen gekozen.

Parkjes


3 Werktuigbouw in aanbouw, 1955

Drie jaar later lag het plan-Weeber (officieuze naam; naar de betrokken architect Carel Weeber) er. Meest opvallende onderdeel was dat de Mekelweg afgesloten zou worden voor auto’s. Die mochten er alleen nog parkeren in verdiepte parkeerplantsoenen in het midden van de weg. Parallel daarnaast lag aan de kant van Elektro de rijstrook voor bussen en fietsen. Aan de kant van Technische Natuurkunde, waar de meeste zon schijnt, was de wandelallee gepland.

En verder zouden er parkjes komen. Want Weeber cs hadden geconstateerd dat de TU-wijk veel groenbeplanting heeft, maar nauwelijks groen van enige betekenis. Het meeste bestaat uit vulsel tussen de gebouwen. Deze ideeën verdwenen echter in de kast.

De discussie over de levendigheid van de Mekelweg werd in 1988 weer opgepikt. De mensa moest verhuizen, en waarom niet naar de Aula? Als het een restaurant werd voor gasten, medewerkers én studenten, zou dat een flinke sfeer-injectie voor de TU-wijk kunnen betekenen. En zo gebeurde: de mensa kwam vanuit de stad naar de voormalige fietsenstalling van de Aula, maar niet nadat de nodige verbeteringsplannen waren geopperd (een glazen doos voor de ingang van de Aula als bedrijfsrestaurant, de voorloper van het Techniekmuseum erbij, een dormitory voor buitenlandse gasten).

Woningen

Serieus werd het weer begin jaren ’90, toen de toenmalige hoogleraar Van Tol een stedebouwkundig plan ontwikkelde. Dat plan is nog steeds de basis voor de huidige bouwactiviteiten, zij het in een aangepaste vorm. Van Tol wilde vooral de monofunctionaliteit van de TU-wijk doorbreken. Hij stelde dat er meer woningen moesten komen, geen honderd maar duizenden. Zo kwam de locatie Balthasar van der Polweg in beeld voor studentenwoningen. Het oorspronkelijk plan voorzag ook in zeven woontorens op de parkeerplaatsen voor Civiele Techniek en Technische Natuurkunde, maar dat idee was al snel van de baan.

Van Tol koos eveneens voor het afstoten (maar dan volledig) van de onrendabele historische gebouwen. Alleen het hoofdgebouw wilde hij behouden. Natuurlijk bleven discussies niet uit. Er werden plannen gesmeed om van TU Noord een campus te maken, naar het idee van bijvoorbeeld Oxford en Cambridge. Maar deze werden als ‘onhaalbaar’ afgeschoten. Mijnbouw zou,na enig beraad, wel in eigen beheer gehouden worden.

,,Het plan voorzag ook in een nieuw profiel voor de Mekelweg, maar we hebben nooit gedacht dat daar werkelijk geld voor zou zijn”, herinnert toenmalig hoofd van de gebouwendienst ir. H. van Lindonk zich. ,,Dat had ook niet de hoogste prioriteit. De verbouwing van het complex Werktuigbouw kostte al honderd miljoen gulden, dat was voor de TU toen een enorm bedrag om te behappen. Het is met alle grote stedebouwkundige plannen zo: er komt maar weinig van terecht. Dat is normaal. Maar je moet een kader hebben.”

Wat de woontorens betreft: ,,We dorsten dat niet aan. Faculteiten zeiden: ‘Kijk uit, wij zitten met zeer gevoelige apparatuur’ of ‘Wij veroorzaken overlast’. Men was bang dat studenten die er kwamen te wonen de TU processen zouden aandoen. Plus dat het niet aantrekkelijk is om daar midden op de Mekelweg te wonen”, aldus Van Lindonk.

Afstoten van TU Noord vind hij verstandig. ,,Het zijn inderdaad mooie gebouwen, als je er de juiste bestemming voor hebt. Ik ken toevallig het gebouw van Mijnbouw. Dat is echt niet veilig. En wat we daar al niet aan hebben verspijkerd. Het lijkt heel groot, maar dat is het niet.”

Boekwinkeltjes

Hoewel veranderingen steeds zijn doorgevoerd – het cultureel centrum kwam erbij, er zijn een postkantoor en een bank – raakt de Mekelweg haar slome imago maar niet kwijt. Van Lindonk vindt het begrijpelijk dat kleine aanpassingen niets uithalen. ,,De gebouwen die er staan zijn zo groot, die slaan alles dood. De wijk is opgezet voor auto’s. Wat me opvalt is dat iedereen telkens met dezelfde plannen komt om de boel te veranderen. Boekwinkeltjes enzo. Of een fietsenmaker. Ik moet nog zien wat daarvan terechtkomt. Misschien dat een supermarkt het nu wel interessant vindt. Maar tien jaar geleden hebben we dat ook geprobeerd en toen wilde geen enkele zaak erin springen. Er was te weinig economische basis hier.”

Met de bouw van 560 studentenwoningen naast het sportcentrum en de nieuwe bibliotheek als voorname trekpleister, is er echter weer hoop op een levendige Mekelweg. Stedebouwkundigen mogen nu met de verdere uitwerking aan de slag. Aan ideeën en meningen is geen gebrek. Vorig jaar schreef Polis, de stedebouwkundige vereniging van Bouwkunde, een prijsvraag uit voor verbetering van de TU-wijk. De vijftien deelnemers kwamen met zeer uiteenlopende oplossingen, variërend van een verdichting van gebouwen langs de Mekelweg tot het helemaal leeg maken van de straat, zodat een enorm plein ontstaat. De architecten van Mecanoo, ontwerpers van de nieuwe bibliotheek, zien de wijk meer als ‘een groot continu bloeiend grasveld, waaruit asfaltwegen en paden zijn gesneden en waarop de gebouwen zijn geplaatst’. En ir. F. Verheijen, architect van de herhuisvesting binnen het Werktuigbouwcomplex denkt aan gebouwen die onderling verbonden zijn.

,,De vraag is wat je nog kunt doen”, zegt Van Lindonk. ,,Dat wordt moeilijk. Het is zo’n gigantische omgeving, je zit met al die blokken. Ik geloof dat er zelfs stemmen opgaan om dat als gegeven aan te nemen. Gewoon een stapje terugdoen, en de massaliteit accepteren.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.