Science

Ethisch verantwoord

Naam: ir. Anke van Gorp (28)Nationaliteit : NederlandseOnderwerp: onderzoek naar ethische aspecten in ontwerpprocessenPromotor: prof.d

r.ir. Peter Kroes van de sectie filosofie (TBM)

Tussenstand: Van Gorp hoopt in september 2005 te promoveren

“Hoe beslissen ingenieurs over ethische aspecten in ontwerpprocessen en welke argumenten gebruiken ze daarbij? Dat is waarmee ik me tijdens mijn promotieonderzoek bezig houd. Ik beschrijf hoe ingenieurs kijken naar veiligheid en duurzaamheid tijdens ontwerpprocessen. In een later stadium probeer ik daar filosofisch-ethische aanbevelingen voor te maken.

Om dit te onderzoeken doe ik vier casestudies bij verschillende bedrijven: een bedrijf dat een lichtgewicht stadsauto maakt, één dat pijpleidingen vervaardigt, een trailerbouwer voor vrachtwagens en een bedrijf dat een brug maakt bij IJburg in Amsterdam. Ik ben bij de vergaderingen, het technisch overleg en ik interview de ontwerpers.

De superlichte auto is een prototype dat nog lang niet op de markt is. Daarom kunnen de ontwerpers voorlopig de gebruikelijke ideeën over wat veilig en duurzaam is loslaten. En dat is voor mij weer interessant. Zo zie je dat bepaalde beslissingen een auto veiliger maken voor de bestuurder, maar juist niet voor de andere automobilisten, fietsers en voetgangers. Of dat de auto daardoor veel zwaarder wordt en veel energie verbruikt.

Het moeilijke van mijn werk is dat de deelnemende bedrijven moeten toestaan dat ik overal maar bij zit. Ik vraag toch of ik in de keuken mag komen kijken. Uiteindelijk is het me gelukt via mijn promotors en eigen netwerk.

Ik las eens een artikel over welke aio-dips je kunt verwachten. Nou, ik heb ze tot nu toe allemaal gehad. Nadat mijn onderzoeksplan klaar was, begon ik te twijfelen of het wel goed was. Vaak kreeg ik in het begin hetzelfde commentaar op mijn artikelen: dat ik teveel aannames nam en te grote stappen maakte.

Het allermoeilijkste vond ik dat ik heel anders moest leren schrijven. Tijdens mijn studie materiaalkunde leerde ik wetenschappelijke publicaties schrijven volgens het vaste stramien: inleiding, theorie, materiaal en methoden, resultaten, discussie en conclusie. Als filosoof laat je dat los. Daardoor kostte het me veel moeite om alsnog een goed verhaal op te bouwen. Ook vind ik dat ik als filosoof veel nauwkeuriger en met veel meer argumenten moet schrijven dan toen ik ingenieur was. Ook wordt er meer op stijl gelet en is het Engels van dit vakgebied anders. Kortom: de eisen zijn zwaarder.

Door mijn technische basiskennis snap ik beter waar ontwerpers het over hebben en kan ik in interviews beter doorvragen dan een filosoof of socioloog. Maar de eerste twee jaar miste ik de filosofische achtergrond en wist ik in discussies vaak niet waar mijn collega’s naar verwezen. Via cursussen, workshops enzomercursussen op onderzoeksscholen heb ik mezelf op het filosofische vlak bijgespijkerd.”

Naam: ir. Anke van Gorp (28)

Nationaliteit : Nederlandse

Onderwerp: onderzoek naar ethische aspecten in ontwerpprocessen

Promotor: prof.dr.ir. Peter Kroes van de sectie filosofie (TBM)

Tussenstand: Van Gorp hoopt in september 2005 te promoveren

“Hoe beslissen ingenieurs over ethische aspecten in ontwerpprocessen en welke argumenten gebruiken ze daarbij? Dat is waarmee ik me tijdens mijn promotieonderzoek bezig houd. Ik beschrijf hoe ingenieurs kijken naar veiligheid en duurzaamheid tijdens ontwerpprocessen. In een later stadium probeer ik daar filosofisch-ethische aanbevelingen voor te maken.

Om dit te onderzoeken doe ik vier casestudies bij verschillende bedrijven: een bedrijf dat een lichtgewicht stadsauto maakt, één dat pijpleidingen vervaardigt, een trailerbouwer voor vrachtwagens en een bedrijf dat een brug maakt bij IJburg in Amsterdam. Ik ben bij de vergaderingen, het technisch overleg en ik interview de ontwerpers.

De superlichte auto is een prototype dat nog lang niet op de markt is. Daarom kunnen de ontwerpers voorlopig de gebruikelijke ideeën over wat veilig en duurzaam is loslaten. En dat is voor mij weer interessant. Zo zie je dat bepaalde beslissingen een auto veiliger maken voor de bestuurder, maar juist niet voor de andere automobilisten, fietsers en voetgangers. Of dat de auto daardoor veel zwaarder wordt en veel energie verbruikt.

Het moeilijke van mijn werk is dat de deelnemende bedrijven moeten toestaan dat ik overal maar bij zit. Ik vraag toch of ik in de keuken mag komen kijken. Uiteindelijk is het me gelukt via mijn promotors en eigen netwerk.

Ik las eens een artikel over welke aio-dips je kunt verwachten. Nou, ik heb ze tot nu toe allemaal gehad. Nadat mijn onderzoeksplan klaar was, begon ik te twijfelen of het wel goed was. Vaak kreeg ik in het begin hetzelfde commentaar op mijn artikelen: dat ik teveel aannames nam en te grote stappen maakte.

Het allermoeilijkste vond ik dat ik heel anders moest leren schrijven. Tijdens mijn studie materiaalkunde leerde ik wetenschappelijke publicaties schrijven volgens het vaste stramien: inleiding, theorie, materiaal en methoden, resultaten, discussie en conclusie. Als filosoof laat je dat los. Daardoor kostte het me veel moeite om alsnog een goed verhaal op te bouwen. Ook vind ik dat ik als filosoof veel nauwkeuriger en met veel meer argumenten moet schrijven dan toen ik ingenieur was. Ook wordt er meer op stijl gelet en is het Engels van dit vakgebied anders. Kortom: de eisen zijn zwaarder.

Door mijn technische basiskennis snap ik beter waar ontwerpers het over hebben en kan ik in interviews beter doorvragen dan een filosoof of socioloog. Maar de eerste twee jaar miste ik de filosofische achtergrond en wist ik in discussies vaak niet waar mijn collega’s naar verwezen. Via cursussen, workshops enzomercursussen op onderzoeksscholen heb ik mezelf op het filosofische vlak bijgespijkerd.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.