Opinion

‘Er heerst te veel optimisme over zelfrijdende auto’s’

Slimme auto’s, ingewikkelde verkeerssituaties in steden en het gedrag van verkeersdeelnemers; dit zijn de onderwerpen waar gedragswetenschapper prof.d

r. Marjan Hagenzieker zich over buigt. Hagenzieker doet al vijfentwintig jaar onderzoek naar de gevaren op de weg. Ze is wetenschappelijk adviseur bij de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV en is sinds dit najaar ook hoogleraar bij de afdeling transport en planning van de TU Delft. Ze waarschuwt voor te veel optimisme over zelfrijdende auto’s.

Steeds drukker
“Hoe kunnen we het verkeer veiliger maken in moderne stedelijke omgevingen? Dat is een van de vragen waar ik me in mijn nieuwe functie op zal richten. Zo’n 35 procent van alle verkeersslachtoffers valt in de bebouwde kom. Steden worden steeds ingewikkelder doordat het er drukker wordt en er steeds meer verschillende soorten voertuigen aan het verkeer deelnemen. Je ziet kleine autootjes die officieel een soort brommers zijn, steeds meer soorten snelle en elektrische fietsen, motoren met een dakje erop, de elektrisch aangedreven zelf-balancerende Segways die tussen het andere verkeer op de rijbaan mogen rijden.”

Scheiden
“Lag in het verleden de nadruk op de veiligheid van wegen buiten de bebouwde kom, nu hebben ook steden snel aandacht nodig. Er moet infrastructuur komen waardoor je voertuigen met verschillende massa en snelheid van elkaar kunt scheiden. Denk aan dubbele fietspaden, voor de snelle en minder snelle fietsers. En in sommige gevallen moet je er misschien voor kiezen om bepaalde verkeerstromen te weren, zoals vrachtwagens uit drukke winkelstraten.”

Smart cities
“Beleidsmakers hebben de mond vol van smart cities. Ze introduceren technieken die de stad leefbaarder en aantrekkelijker maken, en op het gebied van verkeer zijn er bijvoorbeeld apps die laten zien waar parkeerplaatsen vrij zijn, of die je helpen bij het vinden van de juiste aansluitingen met het openbaar vervoer. Verkeersveiligheid zou een onderdeel moeten uitmaken van deze trend. Plan die route naar de parkeergarage zo dat hij ook het veiligst is.”

Lantaarntje
“Bij verkeersonderzoek draait het vrijwel altijd om doorstroming en bereikbaarheid. Verkeersveiligheid is maar een heel klein academisch vakgebied. In veel landen bestaan helemaal geen hoogleraren verkeersveiligheid of moet je ze met een lantaarntje zoeken. Hier aan de TU zijn veel hoogleraren die zich bezig houden met verkeer en vervoer, maar ik ben de enige die zich specifiek richt op verkeersveiligheid.”

Fietsers
“Het speerpunt in Nederland, wat verkeersveiligheid betreft, is nu om het aantal gewonden naar beneden te krijgen. Er vallen vooral veel ernstig gewonden onder fietsers. Sinds 2005 zien we een sterke stijging. Dat is een zorgelijke trend. Ouderen kopen elektrische fietsen en rijden daar vrij hard mee. Je ziet tegenwoordig ook zogenaamde speed pedelecs, dat zijn elektrische fietsen die vijfenveertig kilometer per uur kunnen. Daar mag je in Nederland nu nog mee op het fietspad, zonder helm. Dat is niet zo’n goed idee.”

Spectaculaire daling
“Over de hele linie heeft er een spectaculaire daling plaatsgevonden van het aantal verkeersslachtoffers. Begin jaren zeventig vielen er jaarlijks meer dan drieduizend doden in het verkeer. De koningin stond daar in die tijd bij stil in haar troonrede. Dat kun je je nu niet meer voorstellen. In de jaren zeventig werden gordels verplicht, er kwam een wettelijke limiet van 0,5 promillage voor alcoholgebruik achter het stuur, er kwamen snelheidslimieten en meer markeringen op de weg. Sindsdien is het aantal doden gestaag gedaald. In 2013 waren het er 570. De grote winst is al behaald. Het wordt steeds moeilijker om het aantal verder te laten dalen.”

Rotondes
“De kleine afname die we nu nog zien, komt onder andere doordat auto’s steeds veiliger worden. Zo geven de motorkappen van sommige auto’s een beetje mee bij een botsing met een fietser of voetganger en er zijn zelfs speciale airbags die aan de voorkant van auto’s aangebracht kunnen worden. Als er een botsing is met een fietser of voetganger klapt de airbag uit en bedekt de hele voorruit. Ze anticiperen op de botsing opgeleid en er is aandacht voor verkeersveiligheid op school. Kruispunten worden vervangen door rotondes. En de wegen zijn beter geworden. En dan heb ik het niet alleen over het asfalt. Ze zijn ook beter ingericht en aangelegd.”

Eenduidigheid
“Zo’n vijftien jaar geleden zijn alle wegen gecategoriseerd. Je hebt stroomwegen om snel van a naar b te gaan, erftoegangswegen en tussenwegen. Bij alle typen wegen gelden bijpassende vormgevingseisen. Eenduidigheid maakt een enorm verschil. Mensen weten vaak wel als ze bepaalde markeringen op de weg zien hoe hard ze ongeveer mogen. Het hele verwachtingspatroon wordt geactiveerd. Dat is heel belangrijk. Die systematiek moet nog verder doorgevoerd worden.”

Wegontwerp
“Je kunt het rijgedrag op fantastische wijze beïnvloeden. Een bordje met ‘50’ langs de weg zetten is niet genoeg om mensen rustig te laten rijden. Je moet er voor zorgen dat mensen door de vormgeving van de weg het gevoel krijgen dat ze er maar vijftig kilometer per uur willen rijden. Je kunt spelen met de belijning en de rijstroken niet te breed maken. Op een brede weg gaan mensen eerder hard rijden. Het helpt ook om flauwe bochten aan te brengen en ervoor te zorgen dat het fietspad goed zichtbaar is.”

Visioenen
“Maar of het ook mogelijk is om tot nul doden per jaar te komen… Sommige mensen hebben visioenen waarin dit gebeurt dankzij automatische auto’s. Ik denk niet dat dit gaat gebeuren. En zeker niet op korte termijn. Er heerst te veel optimisme over zelfrijdende auto’s. Automatische auto’s weten niet goed hoe ze om moeten gaan met fietsers en voetgangers.”

Transitieperiode
“De eerste experimenten vinden plaats op de snelweg. Maar ook daar is het lastig. Totdat automatische auto’s gemeengoed zijn bevinden we ons in een gevaarlijke transitieperiode. In het begin rijden er slechts enkele slimme auto’s op de weg, terwijl het de bedoeling is dat alle auto’s met elkaar communiceren. Dat wordt dus lastig. Hoe gaan automobilisten reageren op automatische auto’s die heel berekenend rijden, die bijvoorbeeld invoegen met een heel kleine marge? Misschien schrikken ze daar wel erg van en krijg je gevaarlijke situaties.”

Gedrag
“Ik vind het goed dat er aan automatisering gewerkt wordt. Maar in het enthousiasme ziet men over het hoofd dat we met mensen te maken hebben. In mijn onderzoek besteed ik bijzondere aandacht aan het gedrag van weggebruikers. Gedragsonderzoek verdient bij het ontwerpen van wegen en het ontwikkelen van technologie in voertuigen een belangrijke plek.”

Supervisors
“Een full blown automatische auto, die je van deur tot deur brengt, zie ik de komende twintig jaar niet zomaar overal op de openbare weg rond rijden. De komende decennia blijven er veel taken over voor de automobilist. Hij zal nog altijd het verkeer in de gaten moeten houden. Als het systeem stuk gaat, moet hij ingrijpen. We veranderen dus in supervisors. Dat is een rol die ons niet zo goed ligt. We dreigen in te dutten en kijken niet meer goed om ons heen. De vraag is hoe lang het duurt voordat we weer helemaal zicht hebben op het verkeer op het moment dat we het stuur moeten overnemen.”

Afleiding
“Afleiding is een ander aspect waar ik als gedragswetenschapper onderzoek naar doe. Tussen de vijf en vijfentwintig procent van de verkeersongevallen heeft te maken met afleiding in het verkeer. Mensen zijn met hun smartphones bezig en navigatiekastjes roepen soms dingen die tegenstrijdig zijn met de verkeersborden. Daar is nog vooruitgang te boeken. Navigatiesystemen moeten leren prioriteren. Dat ze je waarschuwen voor een file kan handig zijn en de veiligheid bevorderen. Maar er zijn ook navigatie-apps die gesponsord worden en die je vertellen dat je een kilometer verderop een lekker broodje kunt eten.”

Leren
“Misschien gaan mensen leren om verstandig om te gaan met de verleidingen die de communicatietechnologie brengt. Mensen hebben ook leren omgaan met meer drukte op de weg. Ik kan me voorstellen dat telefoons zichzelf in de toekomst uitschakelen als je autorijdt. Automobilisten moeten dit leren accepteren.”

Topland
“Nederland staat in de top van de meest veilige landen. Tot voor kort scoorden in Europa alleen Engeland en Zweden hoger. Maar het kan nog veiliger. Daarvoor is wel extra inspanning nodig, want andere landen zoals Noorwegen, Ierland en Denemarken zijn Nederland aan het inhalen” 

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.