Organisaties van scholieren en studenten hebben op 4 juni bij minister Plasterk van Onderwijs geprotesteerd tegen de veel te positieve voorlichting waarmee onderwijsinstellingen studenten lokken. Ze boden de minister een glossy folder ter grootte van een bushokje aan.
Het ging om een actie van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb), de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB), het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) en het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS). In de folder pleiten ze onder meer voor eerlijke informatie en keren ze zich tegen gekunstelde meeloopdagen.
Met de folder benadrukken de studenten en scholierenorganisaties dat aankomende studenten louter glimmende voorlichtingsfolders met lachende studenten krijgen voorgeschoteld. “Waar de nadruk zou moeten liggen op inhoudelijke informatie, wordt voorlichtingsmateriaal nu vaak gebruikt als lokkertje,” aldus de voorzitters van de organisaties. “Niet zomaar vindt 73 procent van de studenten dat de voorlichting een te positief beeld gaf van hun huidige studie.”
De folder is een vervolg op een resolutie die studenten- en scholierenbonden vorig jaar aanboden. Daarin stonden concrete voorstellen om de studie- en beroepskeuzebegeleiding te verbeteren. Minister Plasterk gaf toen een 8 voor de resolutie, maar met de aanbevelingen is volgens de bonden bar weinig gedaan.
Naast eerlijke informatie pleiten de organisaties voor intakegesprekken, summer schools en een buddysysteem. Ook stellen zij voor om iedere scholier de mogelijkheid te geven om op willekeurige dagen met een student mee te lopen om zo een reëel beeld van het studentenleven te krijgen.
Uit een steekproef onder studenten blijkt dat 82% bereid is om mee te werken aan een dergelijk initiatief. Met deze heldere voorstellen verwachten de organisaties dit jaar niet alleen een hoog cijfer van de minister maar ook concrete maatregelen.
‘Delftse studenten hebben hun buik vol van de luxebroodjes in het sport- en cultuurcentrum van hun universiteit’, meldde De Telegraaf vorige week woensdag. De Telegraaf had het weer van Delta, die een week eerder berichtte over de tegenvallende klandizie in het nieuwe Sportcafé. De studenten vinden de broodjes te duur; een rechttoe rechtaan kadet past beter in het budget. Ik schrok toen ik het las. Dat studenten niet veel geld hebben, verbaasde me niet. Maar luxueus belegde broodjes? Op onze universiteit? Het leek te mooi om waar te zijn. Hoogste tijd voor een secundaire analyse van een notoire broodjesliefhebber. Op een regenachtige zondagmiddag ga ik op onderzoek uit. Voor wie lang niet in het sportcentrum is geweest, is het even wennen. Twee jaar geleden maakte de muffe kantine plaats voor een stijlvol ingericht Sportcafé. En daar hoort een kok bij die volgens directeur Raymond Browne ‘ambities heeft en mooie gerechten wil maken.’ Binnen is het tamelijk druk. Een clubje hockeyspelers staat voor de bar uit te dampen. Op de achtergrond draait de titelsong van Friends: ‘I’ll be there for you…’
De beruchte broodjes staan op de bar. Ik neem de proef op de som: een broodje huisgemaakte tonijnsalade. Het is een wit pistoletje met wat komkommer, tomaat, een blaadje krulsla, en in het midden een dikke schep tonijnsalade. Wanneer ik hem hapklaar maak, zakt de volvette massa langzaam over de rand van het broodje. Het broodje is vers, de groente nog fris, en de tonijnsalade is romig en smaakvol. Goedgekeurd. En de prijs? Het valt allemaal erg mee. Voor mijn broodje tonijnsalade reken ik € 3,50 af. Toegegeven, daar heb je in de Koornbeurs toch al gauw drie bier voor, en dat is ook voedzaam en lekker. Maar de minder bedeelden kunnen hier ook terecht. Een blik op de menukaart leert dat er in ieder geval genoeg is om na een uurtje stevig sporten de zuurverbrande calorietjes weer aan te vullen. Zoals het een sportkantine betaamt, zijn er broodjes kroket, broodjes bal en bitterballen. Een tosti ham-kaas: € 1,75. ’s Avonds krijg je voor € 7,50 een biefstuk met groente, krieltjes en kruidenboter. En waar krijg je nog een kop koffie of een biertje voor € 1,25? Kortom: schappelijke prijzen.Met een goedgevulde buik stap ik weer op de fiets. Het sportcentrum ligt wel wat uit de route, maar een beetje beweging kan na deze lunch geen kwaad. Halverwege begint het flink te regenen. In mijn hoofd hoor ik de kok me naroepen: ‘When the rain starts to pour, I’ll be there for you, like I’ve been there before, I’ll be there for you, ‘cuz you’re there for me too…’ Van de week nog maar een broodje tonijnsalade halen.
Drs. Daan Schuurbiers is onderzoeker bij de werkgroep biotechnologie en maatschappij.
Comments are closed.