Education

‘Een voorbeeld voor de faculteit’

‘Goed is niet goed genoeg’. Dat is het streven van prof. Robert Babuška als het gaat om onderwijsvisitaties. De faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek & Technische Materiaalwetenschappen (3mE) nomineerde hem voor de titel ‘Beste docent van de TU Delft.’

Babuška zet zich in voor beter onderwijs. Hij is onder meer voorzitter van de opleidingscommissie werktuigbouwkunde. “Dit typeert zijn betrokkenheid”, zegt Bart-Jan van Roekel, commissaris onderwijs master bij Gezelschap Leeghwater. “Hij staat voor de TU en voor zijn studenten. Hij wil er het maximale uit halen.”

Zijn studenten waarderen die betrokkenheid. “Babuška doet ook aan college-responsiegroepen”, zegt Pieter Smorenberg, commissaris onderwijs bachelor bij Gezelschap Leeghwater. In die groepen bespreken studenten de inhoud en moeilijkheid van modules, de gebruikte onderwijsvormen, het studiemateriaal en de manier van doceren. “Babuška luistert naar studenten.”
De van oorsprong Praagse Babuška weet ‘als geen ander zijn studenten te enthousiasmeren, ongeacht of het nu gaat om bachelor- of masterstudenten of promovendi’, zo is te lezen in het rapport voor zijn nominatie van de beste docent van de TU Delft. ‘Hij is een voorbeeld voor de faculteit op het gebied van werkvoorbereiding en feedback aan studenten.’

Als jonge, uitblinkende onderzoeker kreeg Babuška al de titel Antoni van Leeuwenhoek-hoogleraar. Nu doceert hij onder meer regeltechniek II. “Bij werkcolleges lost hij samen met studenten sommen op en gaat hij door totdat iedereen het begrijpt”, zegt Smorenberg.

Een onderdeel van regeltechniek II is het practicum Matlab. Met dit reken- en simulatieprogramma zijn formules op te lossen. Studenten vinden Matlab een ingewikkeld programma. “Bij colleges voert Babuška stap voor stap formules in en zie je hoe je plots kunt maken”, zegt Van Roekel. “Dat doet hij gestructureerd en rustig en student-assistenten helpen hem daarbij.”
Typerend voor Babuška is dat hij zijn colleges niet te moeilijk begint. “Hij begint rustig en gaat stap voor stap verder”, zegt Van Roekel. “Telkens verwijst hij weer even terug naar kennis uit een eerder inleidend vak. Hij zegt dan: ‘Dit weten jullie als het goed is, zo niet dan moeten we wat extra lessen inlassen’.”
Andere docenten laten dat volgens Van Roekel soms zitten, maar Babuška herhaalt de oude stof. “Hij heeft niet de mentaliteit dat hij maar voor een bepaald aantal uren betaald krijgt. Hij neemt extra de tijd om de stof op te frissen.”

Ook recente ontwikkelingen komen aan bod bij Babuška. “Hij vertelde eens over de ogenschijnlijk makkelijke dynamica van fietsen en liet ons een filmpje zien van een fiets waarvan het zadel en het stuur waren verwisseld”, zegt Van Roekel.
Babuška staat ook buiten de colleges open voor zijn studenten. “Je kunt bij hem aankloppen en hij schuift datgene waar hij mee bezig is aan de kant”, zegt Van Roekel.
“Zo zochten we voor ons magazine De Slurf eens een verhaal over de master systems & control. We klopten bij hem aan en twee weken later lag er een uitstekend stuk.”

Wie is Robert Babuska
43, hoogleraar 3mE, getrouwd, twee dochters, kunstmatige intelligentie, robotica, automatisch regelen, tennis, softbal, reizen, natuur

Dit was de laatste aflevering van deze rubriek. Op 25 november wordt bekend wie beste docent van de TU Delft 2010 wordt.

Er is deze week niet een dag dat ik geen kerstborrel heb, soms heb ik er zelfs twee op een dag. Waarom besluiten organisaties dat december de beste maand voor een borrel is? Ik vind de zomer – met een feestje op een veranda of een picknick onder een grote eik – een beter seizoen om de samenwerking te vieren.
Kerstborrels zijn er in vele categorieën. Sommige vinden plaats in de kantine, waar kaas en worst in stervorm zijn gestanst. Voor andere borrels is de hoogste verdieping van een futuristische locatie afgehuurd waar het uitzicht over de verlichte stad wordt opgeluisterd met een jazz combo, onder genot van kaviaar en champagne. Kantine of kaviaar: het haalt het niet bij de kerstborrels van de Engelsen.
Ik werkte enige tijd aan een Britse universiteit. Weken, maanden ging het al over de komende kerstborrel. Op de donderdagavond voor Kerstmis werd er één TL-balk minder aan gedaan in de kantoortuin. We schoven de bureaus een beetje uit elkaar en stapelden de prullenbakken op. De secretaresse had een kleedje over haar bureau gelegd om de hapjes neer te zetten. De vakgroepvoorzitter, met rendierdiadeem, gaf de fles cider of Prosecco door. Zo stonden we tussen de fax en printer. In beperkte tijd werd er heel veel gedronken. ‘Resultaatdrinken’, zou je het kunnen noemen. Hoogleraren, aio’s, klerken en secretaresses, iedereen werd dronken. Na speeches die allemaal leuk waren, werd er gedanst tussen de bureaus. Nog weer later ontstonden onenigheden en ‘koospartijen’.
Niet erg fraai misschien, die ruziënde en minnende collega’s. Maar al met al was het heilzaam. De volgende dag werd er niet meer gerept over het kerstgelag. Met geen woord. In één avond waren romances met lange aanlooptijden eindelijk tot bloei gekomen, en was ongerief tussen baas en ondergeschikte weggespoeld. Het nieuwe jaar begon met een schone lei. Prachtig. Maar persoonlijk verkies ik de ‘kaviaar-kerstborrels’.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.