Collegegeld betalen per studiepunt. Zou de gemiddelde Delftse student huilend naar de ombudsman rennen, in de Verenigde Staten is het de gewoonste zaak van de wereld. Ionica Smeets bezoekt twee maanden de universiteit van Corvallis, Oregon en schrijft over wat ze ziet.
Oregon State University, Corvallis USA. Een middelgrote universiteit met pakweg 19 duizend studenten in een groot dorp met 53 duizend inwoners. Het gros van die inwoners werkt of studeert aan de universiteit en alles is er rustig, groen en landelijk. Een beetje zoals in Delft, eigenlijk.
De meeste studenten in Corvallis komen uit de staat Oregon, waarschijnlijk omdat mensen van buiten de staat dubbel collegegeld betalen. Er zijn ongeveer 1200 internationale studenten en het is opvallend hoe goed die georganiseerd zijn. Er zijn clubs voor studenten van allerlei nationaliteiten, waaronder de Europese Studenten Organisatie, berucht om zijn wilde feesten. De bewoners van Corvallis doen hun best om de buitenlandse studenten een tweede thuis te geven. Hun logees plunderen er af en toe de koelkast en vertellen er hun verhalen. Met Thanksgiving eten ze gezellig mee als de familie de kalkoen aansnijdt.
De kosten om te studeren zijn in de Verenigde Staten aanzienlijk hoger dan in Nederland. Het systeem werkt ook heel anders: Amerikaanse studenten moeten 27 studiepunten per jaar halen en betalen ruim driehonderd dollar collegegeld per studiepunt. Daarnaast betalen ze nog allerlei andere vaste kosten. Justin Schoenberg, derdejaars civiele techniek en management in Corvallis: “Ze laten je zelfs betalen om in het gebouw te mogen lopen.”
Dr. René Reitsma studeerde en promoveerde in Nijmegen en heeft daarna jaren gewerkt in de Verenigde Staten en Canada. Sinds twee jaar is hij associate professor op het Business College aan Oregon State University. Hij legt uit dat het Amerikaanse studiesysteem in eerste instantie misschien vreemd lijkt, maar dat het zo gek niet is als je bedenkt dat de financiering heel anders geregeld is dan in Nederland. De universiteit krijgt hooguit dertig procent van de kosten van de regering, terwijl de TU Delft zo’n driekwart van zijn geldstroom van de regering ontvangt. Het grootste deel van de inkomsten moet in de Verenigde Staten van studenten komen. Het grote voordeel van betalen per studiepunt is bovendien dat studenten die minder vakken volgen, niet de volle mep hoeven te betalen.
Koning
Studenten betalen dus flink voor hun colleges en worden behandeld als klanten. En de klant is koning, dus onvoldoendes halen komt bijna niet voor. Cijfers worden vaak bepaald met een bell curve, een soort normale verdeling. De gemiddelde student krijgt een C, de goede studenten krijgen een A of B en degenen onder het gemiddelde krijgen een D of F. Dit betekent dat prestaties van studenten gewaardeerd worden aan de hand van de prestaties van hun jaargenoten. Henry Gillow-Wiles, eerstejaars masterstudent wiskunde: “Ik had op een tentamen een keer maar drie van de tien vragen goed beantwoord. Toch kreeg ik een A. De rest van de klas had het namelijk nog slechter gedaan.” Dat is even wat anders dan in Delft, waar vakken als analyse en mechanica jaar in jaar uit slagingspercentages hebben van zo’n vijftien procent.
Er zijn meer redenen om studenten goed te behandelen. De band met oud-studenten is erg sterk in Amerika, veel alumni komen elk jaar terug en maken royaal giften over naar de universiteit. Deze giften vormen een aanzienlijk deel van de begroting.
De universiteit is de eerste jaren bijzonder schools, studenten worden aan het handje meegenomen. Dat is ook wel nodig, zegt Reitsma. “Studenten komen hier binnen op hun skateboard, het zijn echt nog kinderen.” Ook in de masteropleiding bepaalt huiswerk de helft van de cijfers. Gillow-Wiles: “Ik vind dat belachelijk. Als je eenmaal in de masterfase bent, hoor je gemotiveerd en volwassen genoeg te zijn om zelf je werk te plannen.” En zelfs daarna gaat het door. De promovendi worden PhD-students genoemd en behandeld als studenten, in plaats van als wetenschappelijke staf, zoals in Nederland.
De schoolsheid is bovendien zichtbaar in dictaten. Andrea Bell, afgestudeerd aan Oregon State University en inmiddels docent aan een andere universiteit: “Ik was verbaasd toen ik zag wat de andere docenten allemaal in hun dictaten zetten. Van ‘Spieken mag niet’ tot ‘Zet je naam voorop je aantekeningenblok’. Dat kunnen studenten toch zelf wel verzinnen?” Docenten dekken zich goed in, want in Amerika is een rechtszaak zo aangespannen. Om te voorkomen dat er ergens onduidelijkheid over is, bestaat een dictaat daarom soms voor negentig procent uit regels en voor slechts tien procent uit de eigenlijke inhoud.
Ook voor de docenten werkt de universiteit anders dan in Nederland. De eerste zes jaar na zijn promotie kan iemand een aanstelling krijgen als assistant professor. Na deze periode is het alles of niets: er volgt ontslag of een vaste aanstelling. Ritsma: “De assistant professors worden soms een beetje uitgebuit. Ze krijgen net als sommige promovendi in Nederland de rotklussen en ze werken zich uit de naad. Als je dan na zes jaar toch wegmoet, kan dat je hele leven verwoesten. Ik ken mensen die letterlijk aan de bedelstaf zijn geraakt.”
Circus
Zie je in Delft eens in de zoveel jaar een student van boven de veertig, in Corvallis lopen ze overal. Reitsma: “Omdat de studenten zelf betalen, is de universiteit open voor iedereen die het geld bij elkaar weet te sprokkelen. In Nederland betaalt de belastingbetaler en is een studie aan de universiteit een investering in de toekomst van het land. Dus wil je daar alleen de jonge studenten hebben met nog een hele carriÈre voor zich.”
Zeker nu de economie niet zo sterk is, gaan veel Amerikanen terug naar de universiteit in de hoop daarna een betere baan te krijgen. Gillow-Wiles is bijvoorbeeld al 46 jaar. Hij werkte als leraar op een middelbare school en is nu terug op de universiteit om een wiskundemaster te halen. Daarna wil hij promoveren op wiskunde en onderwijs, zodat hij uiteindelijk op de universiteit kan lesgeven.
De 36-jarige Shari Ultman deed theaterschool, reisde rond met het circus en kwam uiteindelijk terug naar de universiteit om te studeren. “Zolang de werkeloosheid hoog blijft, probeer ik zo lang mogelijk aan de universiteit te blijven”, zegt ze. En niemand, echt niemand, in Corvallis vindt dat raar.
De Memorial Union is ongeveer wat de aula is in Delft. Binnen zitten een stuk of tien restaurants, de keus is enorm. Tot augustus was er zelfs een filiaal van Burger King.
Graduate Matraculation Fee (de kosten om daadwerkelijk af te studeren, deze betaal je ook in alle semesters daarvoor): 525 dollar
Building Fee (gebruik van collegezalen en werkruimtes): 135 dollar
Resident Graduate Tuition (kosten voor de colleges): 8139 dollar
Counseling Service Fee (beschikbaarheid over een studieadviseur of psycholoog): 54 dollar
Student Health Service Fee (verplichte bijdrage voor de universiteitsarts): 234 dollar
Technology Fee (gebruik computerzalen): 300 dollar
Incidential Fee (onduidelijk, waarschijnlijk de sluitpost van de universiteit): 483 dollar
Totaal: 9870 dollar
Studenten van buiten de staat Oregon betalen dubbele tuition; voor hen komt er nog eens ruim achtduizend dollar aan kosten bij. Voor Amerikaanse begrippen is dit weinig. Prestigieuze universiteiten als Yale en MIT vragen een veelvoud van deze bedragen.
Becijfering
In plaats van cijfers, werken de Amerikanen met letters. A is het hoogste wat een student kan halen, F het laagste. Elke letter is een aantal punten waard.
A = 4 punten
B = 3 punten
C = 2 punten
D = 1 punten
F = 0 punten
Het aantal punten voor je vak wordt vermenigvuldigd met het aantal studiepunten voor dat vak. Daaruit wordt het gemiddelde, oftewel het grade point average bepaald. Aan het eind van de opleiding moet je zowel genoeg studiepunten als een voldoende hoog gemiddelde hebben.
Voorbeeld:
Vak Studiepunten Cijfer Waarde
Linear Algebra 3 A 3 x 4 = 12
Mechanics 4 C 4 x 2 = 8
Analysis 3 B 3 x 3 = 9
Totaal: 10 29
Grade point average 29/9 = 2.9.
Oregon State University, Corvallis USA. Een middelgrote universiteit met pakweg 19 duizend studenten in een groot dorp met 53 duizend inwoners. Het gros van die inwoners werkt of studeert aan de universiteit en alles is er rustig, groen en landelijk. Een beetje zoals in Delft, eigenlijk.
De meeste studenten in Corvallis komen uit de staat Oregon, waarschijnlijk omdat mensen van buiten de staat dubbel collegegeld betalen. Er zijn ongeveer 1200 internationale studenten en het is opvallend hoe goed die georganiseerd zijn. Er zijn clubs voor studenten van allerlei nationaliteiten, waaronder de Europese Studenten Organisatie, berucht om zijn wilde feesten. De bewoners van Corvallis doen hun best om de buitenlandse studenten een tweede thuis te geven. Hun logees plunderen er af en toe de koelkast en vertellen er hun verhalen. Met Thanksgiving eten ze gezellig mee als de familie de kalkoen aansnijdt.
De kosten om te studeren zijn in de Verenigde Staten aanzienlijk hoger dan in Nederland. Het systeem werkt ook heel anders: Amerikaanse studenten moeten 27 studiepunten per jaar halen en betalen ruim driehonderd dollar collegegeld per studiepunt. Daarnaast betalen ze nog allerlei andere vaste kosten. Justin Schoenberg, derdejaars civiele techniek en management in Corvallis: “Ze laten je zelfs betalen om in het gebouw te mogen lopen.”
Dr. René Reitsma studeerde en promoveerde in Nijmegen en heeft daarna jaren gewerkt in de Verenigde Staten en Canada. Sinds twee jaar is hij associate professor op het Business College aan Oregon State University. Hij legt uit dat het Amerikaanse studiesysteem in eerste instantie misschien vreemd lijkt, maar dat het zo gek niet is als je bedenkt dat de financiering heel anders geregeld is dan in Nederland. De universiteit krijgt hooguit dertig procent van de kosten van de regering, terwijl de TU Delft zo’n driekwart van zijn geldstroom van de regering ontvangt. Het grootste deel van de inkomsten moet in de Verenigde Staten van studenten komen. Het grote voordeel van betalen per studiepunt is bovendien dat studenten die minder vakken volgen, niet de volle mep hoeven te betalen.
Koning
Studenten betalen dus flink voor hun colleges en worden behandeld als klanten. En de klant is koning, dus onvoldoendes halen komt bijna niet voor. Cijfers worden vaak bepaald met een bell curve, een soort normale verdeling. De gemiddelde student krijgt een C, de goede studenten krijgen een A of B en degenen onder het gemiddelde krijgen een D of F. Dit betekent dat prestaties van studenten gewaardeerd worden aan de hand van de prestaties van hun jaargenoten. Henry Gillow-Wiles, eerstejaars masterstudent wiskunde: “Ik had op een tentamen een keer maar drie van de tien vragen goed beantwoord. Toch kreeg ik een A. De rest van de klas had het namelijk nog slechter gedaan.” Dat is even wat anders dan in Delft, waar vakken als analyse en mechanica jaar in jaar uit slagingspercentages hebben van zo’n vijftien procent.
Er zijn meer redenen om studenten goed te behandelen. De band met oud-studenten is erg sterk in Amerika, veel alumni komen elk jaar terug en maken royaal giften over naar de universiteit. Deze giften vormen een aanzienlijk deel van de begroting.
De universiteit is de eerste jaren bijzonder schools, studenten worden aan het handje meegenomen. Dat is ook wel nodig, zegt Reitsma. “Studenten komen hier binnen op hun skateboard, het zijn echt nog kinderen.” Ook in de masteropleiding bepaalt huiswerk de helft van de cijfers. Gillow-Wiles: “Ik vind dat belachelijk. Als je eenmaal in de masterfase bent, hoor je gemotiveerd en volwassen genoeg te zijn om zelf je werk te plannen.” En zelfs daarna gaat het door. De promovendi worden PhD-students genoemd en behandeld als studenten, in plaats van als wetenschappelijke staf, zoals in Nederland.
De schoolsheid is bovendien zichtbaar in dictaten. Andrea Bell, afgestudeerd aan Oregon State University en inmiddels docent aan een andere universiteit: “Ik was verbaasd toen ik zag wat de andere docenten allemaal in hun dictaten zetten. Van ‘Spieken mag niet’ tot ‘Zet je naam voorop je aantekeningenblok’. Dat kunnen studenten toch zelf wel verzinnen?” Docenten dekken zich goed in, want in Amerika is een rechtszaak zo aangespannen. Om te voorkomen dat er ergens onduidelijkheid over is, bestaat een dictaat daarom soms voor negentig procent uit regels en voor slechts tien procent uit de eigenlijke inhoud.
Ook voor de docenten werkt de universiteit anders dan in Nederland. De eerste zes jaar na zijn promotie kan iemand een aanstelling krijgen als assistant professor. Na deze periode is het alles of niets: er volgt ontslag of een vaste aanstelling. Ritsma: “De assistant professors worden soms een beetje uitgebuit. Ze krijgen net als sommige promovendi in Nederland de rotklussen en ze werken zich uit de naad. Als je dan na zes jaar toch wegmoet, kan dat je hele leven verwoesten. Ik ken mensen die letterlijk aan de bedelstaf zijn geraakt.”
Circus
Zie je in Delft eens in de zoveel jaar een student van boven de veertig, in Corvallis lopen ze overal. Reitsma: “Omdat de studenten zelf betalen, is de universiteit open voor iedereen die het geld bij elkaar weet te sprokkelen. In Nederland betaalt de belastingbetaler en is een studie aan de universiteit een investering in de toekomst van het land. Dus wil je daar alleen de jonge studenten hebben met nog een hele carriÈre voor zich.”
Zeker nu de economie niet zo sterk is, gaan veel Amerikanen terug naar de universiteit in de hoop daarna een betere baan te krijgen. Gillow-Wiles is bijvoorbeeld al 46 jaar. Hij werkte als leraar op een middelbare school en is nu terug op de universiteit om een wiskundemaster te halen. Daarna wil hij promoveren op wiskunde en onderwijs, zodat hij uiteindelijk op de universiteit kan lesgeven.
De 36-jarige Shari Ultman deed theaterschool, reisde rond met het circus en kwam uiteindelijk terug naar de universiteit om te studeren. “Zolang de werkeloosheid hoog blijft, probeer ik zo lang mogelijk aan de universiteit te blijven”, zegt ze. En niemand, echt niemand, in Corvallis vindt dat raar.
De Memorial Union is ongeveer wat de aula is in Delft. Binnen zitten een stuk of tien restaurants, de keus is enorm. Tot augustus was er zelfs een filiaal van Burger King.
Graduate Matraculation Fee (de kosten om daadwerkelijk af te studeren, deze betaal je ook in alle semesters daarvoor): 525 dollar
Building Fee (gebruik van collegezalen en werkruimtes): 135 dollar
Resident Graduate Tuition (kosten voor de colleges): 8139 dollar
Counseling Service Fee (beschikbaarheid over een studieadviseur of psycholoog): 54 dollar
Student Health Service Fee (verplichte bijdrage voor de universiteitsarts): 234 dollar
Technology Fee (gebruik computerzalen): 300 dollar
Incidential Fee (onduidelijk, waarschijnlijk de sluitpost van de universiteit): 483 dollar
Totaal: 9870 dollar
Studenten van buiten de staat Oregon betalen dubbele tuition; voor hen komt er nog eens ruim achtduizend dollar aan kosten bij. Voor Amerikaanse begrippen is dit weinig. Prestigieuze universiteiten als Yale en MIT vragen een veelvoud van deze bedragen.
Becijfering
In plaats van cijfers, werken de Amerikanen met letters. A is het hoogste wat een student kan halen, F het laagste. Elke letter is een aantal punten waard.
A = 4 punten
B = 3 punten
C = 2 punten
D = 1 punten
F = 0 punten
Het aantal punten voor je vak wordt vermenigvuldigd met het aantal studiepunten voor dat vak. Daaruit wordt het gemiddelde, oftewel het grade point average bepaald. Aan het eind van de opleiding moet je zowel genoeg studiepunten als een voldoende hoog gemiddelde hebben.
Voorbeeld:
Vak Studiepunten Cijfer Waarde
Linear Algebra 3 A 3 x 4 = 12
Mechanics 4 C 4 x 2 = 8
Analysis 3 B 3 x 3 = 9
Totaal: 10 29
Grade point average 29/9 = 2.9.
Comments are closed.