Drie tips om sneller te promoveren

Gemiddeld wordt een doctorstitel in 5 jaar behaald, blijkt uit cijfers van VSNU (Vereniging van Samenwerkende Universiteiten). Slechts een kleine groep (14%) komt binnen 4 jaar over de eindstreep. Delftse promovendi leggen het af tegen collega’s uit Eindhoven, Twente en Wageningen.

© HOP. Promotieduur in maanden. Bron: VSNU. UvA: geen gegevens over 2017

Volgens Peter Wieringa, decaan van de Graduate School, zijn deze cijfers geen nieuws. Mede daarom werd in 2012 de Graduate School opgericht, die zorgdraagt voor de begeleiding van promovendi. “We ontdekten dat promovendi van FOM (Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie, red.) significant korter deden over hun traject. Dit verschil drukte zich uit in 3 factoren: structuur, regelmatige feedback en het vaststellen van een target van 4 jaar.” Volgens Wieringa lijken het “sullige” zaken, “die iedereen kan bedenken”, maar zijn ze essentieel voor een promovendus. “Vandaar dat de FOM opzet model heeft gestaan bij het ontwerp van de Graduate School.”  

Wieringa meent dat de uitloop voor promovendi te gemakkelijk wordt gemaakt. “Aan een bachelor en mastertraject is formeel een bepaalde duur gesteld, maar aan een promotietraject niet.” Zo komt het voor dat promovendi na de gegeven 4 jaar in de avonduren doorwerken aan hun proefschrift. “Zij doen dit naast hun baan of betalen het uit eigen zak.”

Toch is het niet overal kommer en kwel. “Bij Technische Natuurwetenschappen wordt de doctorstitel relatief snel behaald.” Grappig detail, hier werken vooral de FOM-ers. Op andere afdelingen met vergelijkbare aanpak zijn de resultaten ook beter. Afdelingen waarbij de promotie niet in strakke banen wordt geleid, o.a. door sterke afhankelijkheid van externe factoren, zijn te vinden bij Bouwkunde en Industrieel Ontwerpen. Hier doen promovendi gemiddeld het langst over hun traject.