Van de studentenprotesten van afgelopen weken werd ik een beetje weemoedig, prettig melancholiek zelfs. De bezetting van het bestuursgebouw in Utrecht deed mij vooral terugdenken aan de strijd die wij als beurspromovendi aan de UvA voerden tegen het aanstellen van promovendi op een studiebeurs.
Niet dat ‘onze’ Maagdenhuisbezetting eind jaren negentig enig effect had: er moest een rechtszaak aan te pas komen om een fatsoenlijke arbeidsrelatie te regelen. Maar het verbond ons wel. Zwoegden wij eerst nog eenzaam aan onze meesterwerken, met de gezamenlijke strijd leerden wij promovendi elkaar wel kennen. Actievoeren was best leuk. Overigens is het wel opzienbarend dat ruim veertig jaar na de Maagdenhuisbezetting nog steeds dezelfde middelen worden ingezet. Hoe kan het nou toch dat op de dag dat het mogelijk wordt college te volgen via je mobieltje, Delftse studenten protesteren via het ophangen van een spandoek aan de aula? Je zou toch denken dat de digitale revolutie leidt tot enige creativiteit in het actievoeren. Maar ja, nu is het kabinet gevallen, en heeft een oproep tot digitale actie hier weinig zin. Digitale handtekeningenacties, en e-mail- of twitterbombardementen in de richting van Plasterk zullen nog maar weinig effect hebben (waarbij het overigens de vraag is of deze acties legaal zijn). Daarbij is onduidelijk waar men nu nog terecht kan met protesten tegen het hoger onderwijsbeleid. Met een columnist uit eigen kring die miljoenen aan onderzoeksgelden overhevelde was het goed debatteren. Maar nu? Van Bijsterveldt zal de komende periode geen grote beslissingen nemen. En het verkiezingsprogramma van de PVV zegt bijvoorbeeld helemaal niets over het hoger onderwijs en onderzoek. Misschien dat we in het hoger onderwijs de politiek-bestuurlijke leemte maar aan moeten grijpen om gezamenlijk een goed plan voor de kenniseconomie te formuleren. En dat mag dan best ouderwets polderend, in overleg met de verschillende belanghebbenden. Actie!
‘Geef het concept van burgerschap in de Europese unie vorm in een stripverhaal zonder tekst’. Met die opdracht in zijn achterhoofd schoof Timmers achter zijn tekentafel. In zijn stripverhaal, over een Europese backpacker die drie andere wereldreizigers over Europa vertelt, wilde hij maar liefst drie thema’s kwijt: de open grenzen binnen de EU, de eigenheid van de landen in de unie en het gekozen leiderschap. “De grenzenloosheid van de Europese unie is uitzonderlijk”, vindt Timmers. “Als student mag je overal in de EU studeren. Geweldig toch? Ik wilde graag de positieve kanten van Europa benadrukken, omdat ik merkte dat mensen bang zijn dat ze hun nationale identiteit binnen de Europese unie verliezen. In mijn strip laat ik zien dat die vrees ongegrond is.” De Fransman in Timmers’ cartoon is dan wel Europeaan, maar draagt zijn typische baguette onder de arm. En zo is de Engelsman met een typerende bolhoed afgebeeld. ”Als laatste wilde ik benadrukken dat Europese burgers het voorrecht hebben hun eigen leiders te mogen kiezen. Dat beeld ik uit met een rebus van mensen, een stembiljet met het typerende rode potloodje, een stembus en een man die tot leider wordt gekroond.”
Die rebusstijl gebruikt Timmers in de hele cartoon, omdat tekst niet was toegestaan. De karakters in de strip praten voornamelijk in vlaggen, het teken ‘=’ en getallen. “Het verbod op tekst vond ik het leukste aan de wedstrijd. Ik houd van rebussen en heb met veel plezier gebrainstormd over hoe ik mijn verhaal kon vertellen met plaatjes.” Helaas komt de boodschap niet bij iedereen over. “Doorgewinterde stripfans zijn meer gewend aan het ‘lezen’ van afbeeldingen, maar ik merkte dat minder getrainde lezers moeite hadden mijn cartoon te begrijpen”, vertelt Timmers glimlachend. “Gelukkig begreep de jury wel wat ik bedoel.” Waarom hij derde is geworden, weet Timmers niet. “De jury maakte de winnaars bekend, maar gaf geen feedback. Maar goed, ik ben blij met mijn prijs!” Wat er gaat gebeuren met de winnende cartoons is Timmers ook niet bekend. De wedstrijd heeft hem in ieder geval veel persaandacht en nieuwe contacten opgeleverd. “Drie kwartier na de prijsuitreiking had ik het AD aan de lijn voor een interview. De Volkskrant, De Telegraaf, TV West en vele anderen volgden. Ook heb ik contact gelegd met verschillende Europese organisaties, die wellicht opdrachtgevers kunnen worden.”
Voorlopig is Timmers echter druk met zijn studie. Hij is aan het afstuderen bij Shimano, een van oorsprong Japanse producent van fietsonderdelen en -accessoires. Na zijn afstuderen in augustus wil Timmers zich in ieder geval tot 2010 fulltime storten op Total Shot, zijn eigen illustratiebedrijf. “Het is moeilijk van tekenen te leven. Als blijkt dat ik niet rond kan komen, zoek ik werk dat meer in lijn ligt met industrieel ontwerpen. Maar het is mijn droom om rond te komen van mijn stripalbums.” Zijn studie aan de TU Delft is in beide toekomstscenario’s niet voor niets geweest. “Mijn tekendocenten op de TU leerden me veel over kleuren en lay-out. Zelf houd ik van drukke, overweldigende plaatjes, maar zij leerden me te kiezen voor een strakkere vormgeving. Dat kwam de kwaliteit van mijn cartoons absoluut ten goede.”
De helft van het prijzengeld investeert Timmers in zijn nieuwe album ‘Mountain Mike in Duitsland’. Het zal het derde album worden in de Mountain Mike-serie, waarin de hoofdpersoon een spannend avontuur beleeft in een Europees land en de lezer spelenderwijs leert over de plaatselijke cultuur, geschiedenis en actualiteiten. De andere helft van het prijzengeld investeert hij in een welverdiende vakantie naar een nog onbekende bestemming.
www.totalshot.nl
www.eurocartoon.eu
Comments are closed.