Onder de titel ‘Suburban Options’ zijn in het Nederlands Foto Instituut foto’s te zien over het verschijnsel verstedelijking.
Er lijkt tegenwoordig nog maar één groot issue de gemoederen bezig te houden en dat is de ruimtelijke ordening. De verstedelijking van het Nederlands landschap gaat in hoog tempo door en dat kan lang niet iedereen verdragen. Het Nederlands Foto Instituut (NFI) heeft het plan opgevat om vanuit het vakgebied van de fotografie een bijdrage te leveren aan de actuele planologische discussies. Daartoe grijpt het in op de foto-opdrachten die de Rijks Planologische Dienst in 1993 verstrekte aan vier Nederlandse fotografen. Oscar van Alphen, Paul den Hollander, Martin van den Oever en Hans Werlemann verkenden met de camera gebieden die zijn aangewezen als Vinex-lokaties. Onder de titel ‘Suburban Options’ zijn de resultaten ervan sinds afgelopen zaterdag te zien in het NFI.
Fotografen hebben weliswaar al vanaf het ontstaan van het medium veranderingen in het landschap gefotografeerd, maar dat waren vooral de iconen van de vooruitgang, zoals bruggen, sluizen en stations. Het landschap zelf bleef een pittoresk onderwerp. Pas in de jaren zeventig van onze eeuw kreeg men oog voor het landschap als spiegel van onze cultuur, eerst in Amerika, later ook elders. Men realiseerde zich dat het landschap geen objectief gegeven is, maar een constructie in ons hoofd.
In het buitenland is sindsdien een groot aantal foto-opdrachten over het veranderende landschap verstrekt, waarvan op de expositie materiaal is te zien. Eén van de beroemdste daarvan is het Franse DATAR-project uit de jaren tachtig. Zesendertig fotografen kregen van de overheid de opdracht om van te voren geselecteerde delen van Frankrijk te fotograferen, met name gebieden die op korte termijn ingrijpende veranderingen te wachten stonden.
Druk
In Nederland is zo’n omvangrijk project nog niet van de grond gekomen. Wel hebben vele fotografen, al of niet in opdracht, zich intensief met het landschap beziggehouden, hetgeen onder andere resulteerde in ‘Landschap in Nederland’ (1991) van Jannes Linders & André-Pierre Lamoth en in ‘Wasteland, Landscape from no on’ (1992). Veel van deze fotoboeken zijn op de expositie aanwezig.
Daarnaast hangt er ook veel ander werk van fotografen die zich recentelijk hebben gestort op het landschap. Vooral de uitgave van de ARCAM-kaart in 1997, waarop de stadsuitbreidingen, infrastructurele werken en recreatiegebieden zijn ingetekend die tot 2005 in Nederland worden verwezenlijkt, hebben velen bewust gemaakt van het feit dat het oude Nederlandse cultuurlandschap zwaar onder druk staat. Zoals het altijd in dat soort gevallen gaat, probeert men het pas dan vast te leggen of in bescherming te nemen.
Luuk Kramer voelde zich vrijwillig gegrepen door de Vinex-locaties en fotografeerde vooral vlak voor en na de bouwwerkzaamheden zijn begonnen. Het Haagse centrum voor beeldende kunst, Stroom hcbk, gaf Ton van Kints, Marjan Schoenmakers en Cary Markerink de opdracht om het kassengebied vast te leggen waar straks de woonwijk Wateringse Veld verrijst. Niko Bick richtte de camera op de achterkanten van Amsterdamse woonblokken. En Theo Bos maakte ‘The Perfect Picture’, een fotografisch experiment op cd-rom van het Kromhout-terrein in Utrecht.
Conferentie
Op de expositie is verder werk te zien van Theo Baart: foto’s geschoten in de zeer Nederlandse Haarlemmermeerpolder. Ook de panorama’s van Siebe Swart zijn te zien. Korrie Besems wil met haar foto’s tonen hoe stedebouwkundige plannen tot stand komen en gebieden een bepaalde identiteit krijgen opgelegd. Voor haar project verzamelde ze materiaal uit folders, kranten, tijdschrijften en promotiedrukwerk van projectontwikkelaars. John Davies, Ad van Denderen en Wijnanda Deroo richtten hun aandacht ten slotte op de zuidflank van Rotterdam.
Eind oktober vindt er ook een internationale conferentie plaats over het onderwerp van de manifestatie. Opdrachtgevers, fotografen, planologen, (landschaps)architecten, stedebouwers en beleidsmakers zullen vanuit hun eigen invalshoek het thema belichten. De conferentie zal thematisch aansluiten bij de AIR-conferentie in het Nederlands Architectuurinstituut, dat ongeveer terzelfdertijd wordt gehouden. De tentoonstelling zelf loopt t/m 1 nov. in het NFI, Witte de Withstraat 63, 3012 BN te Rotterdam. Info: 010-2132011.
,,,,,
Er lijkt tegenwoordig nog maar één groot issue de gemoederen bezig te houden en dat is de ruimtelijke ordening. De verstedelijking van het Nederlands landschap gaat in hoog tempo door en dat kan lang niet iedereen verdragen. Het Nederlands Foto Instituut (NFI) heeft het plan opgevat om vanuit het vakgebied van de fotografie een bijdrage te leveren aan de actuele planologische discussies. Daartoe grijpt het in op de foto-opdrachten die de Rijks Planologische Dienst in 1993 verstrekte aan vier Nederlandse fotografen. Oscar van Alphen, Paul den Hollander, Martin van den Oever en Hans Werlemann verkenden met de camera gebieden die zijn aangewezen als Vinex-lokaties. Onder de titel ‘Suburban Options’ zijn de resultaten ervan sinds afgelopen zaterdag te zien in het NFI.
Fotografen hebben weliswaar al vanaf het ontstaan van het medium veranderingen in het landschap gefotografeerd, maar dat waren vooral de iconen van de vooruitgang, zoals bruggen, sluizen en stations. Het landschap zelf bleef een pittoresk onderwerp. Pas in de jaren zeventig van onze eeuw kreeg men oog voor het landschap als spiegel van onze cultuur, eerst in Amerika, later ook elders. Men realiseerde zich dat het landschap geen objectief gegeven is, maar een constructie in ons hoofd.
In het buitenland is sindsdien een groot aantal foto-opdrachten over het veranderende landschap verstrekt, waarvan op de expositie materiaal is te zien. Eén van de beroemdste daarvan is het Franse DATAR-project uit de jaren tachtig. Zesendertig fotografen kregen van de overheid de opdracht om van te voren geselecteerde delen van Frankrijk te fotograferen, met name gebieden die op korte termijn ingrijpende veranderingen te wachten stonden.
Druk
In Nederland is zo’n omvangrijk project nog niet van de grond gekomen. Wel hebben vele fotografen, al of niet in opdracht, zich intensief met het landschap beziggehouden, hetgeen onder andere resulteerde in ‘Landschap in Nederland’ (1991) van Jannes Linders & André-Pierre Lamoth en in ‘Wasteland, Landscape from no on’ (1992). Veel van deze fotoboeken zijn op de expositie aanwezig.
Daarnaast hangt er ook veel ander werk van fotografen die zich recentelijk hebben gestort op het landschap. Vooral de uitgave van de ARCAM-kaart in 1997, waarop de stadsuitbreidingen, infrastructurele werken en recreatiegebieden zijn ingetekend die tot 2005 in Nederland worden verwezenlijkt, hebben velen bewust gemaakt van het feit dat het oude Nederlandse cultuurlandschap zwaar onder druk staat. Zoals het altijd in dat soort gevallen gaat, probeert men het pas dan vast te leggen of in bescherming te nemen.
Luuk Kramer voelde zich vrijwillig gegrepen door de Vinex-locaties en fotografeerde vooral vlak voor en na de bouwwerkzaamheden zijn begonnen. Het Haagse centrum voor beeldende kunst, Stroom hcbk, gaf Ton van Kints, Marjan Schoenmakers en Cary Markerink de opdracht om het kassengebied vast te leggen waar straks de woonwijk Wateringse Veld verrijst. Niko Bick richtte de camera op de achterkanten van Amsterdamse woonblokken. En Theo Bos maakte ‘The Perfect Picture’, een fotografisch experiment op cd-rom van het Kromhout-terrein in Utrecht.
Conferentie
Op de expositie is verder werk te zien van Theo Baart: foto’s geschoten in de zeer Nederlandse Haarlemmermeerpolder. Ook de panorama’s van Siebe Swart zijn te zien. Korrie Besems wil met haar foto’s tonen hoe stedebouwkundige plannen tot stand komen en gebieden een bepaalde identiteit krijgen opgelegd. Voor haar project verzamelde ze materiaal uit folders, kranten, tijdschrijften en promotiedrukwerk van projectontwikkelaars. John Davies, Ad van Denderen en Wijnanda Deroo richtten hun aandacht ten slotte op de zuidflank van Rotterdam.
Eind oktober vindt er ook een internationale conferentie plaats over het onderwerp van de manifestatie. Opdrachtgevers, fotografen, planologen, (landschaps)architecten, stedebouwers en beleidsmakers zullen vanuit hun eigen invalshoek het thema belichten. De conferentie zal thematisch aansluiten bij de AIR-conferentie in het Nederlands Architectuurinstituut, dat ongeveer terzelfdertijd wordt gehouden. De tentoonstelling zelf loopt t/m 1 nov. in het NFI, Witte de Withstraat 63, 3012 BN te Rotterdam. Info: 010-2132011.
Er lijkt tegenwoordig nog maar één groot issue de gemoederen bezig te houden en dat is de ruimtelijke ordening. De verstedelijking van het Nederlands landschap gaat in hoog tempo door en dat kan lang niet iedereen verdragen. Het Nederlands Foto Instituut (NFI) heeft het plan opgevat om vanuit het vakgebied van de fotografie een bijdrage te leveren aan de actuele planologische discussies. Daartoe grijpt het in op de foto-opdrachten die de Rijks Planologische Dienst in 1993 verstrekte aan vier Nederlandse fotografen. Oscar van Alphen, Paul den Hollander, Martin van den Oever en Hans Werlemann verkenden met de camera gebieden die zijn aangewezen als Vinex-lokaties. Onder de titel ‘Suburban Options’ zijn de resultaten ervan sinds afgelopen zaterdag te zien in het NFI.
Fotografen hebben weliswaar al vanaf het ontstaan van het medium veranderingen in het landschap gefotografeerd, maar dat waren vooral de iconen van de vooruitgang, zoals bruggen, sluizen en stations. Het landschap zelf bleef een pittoresk onderwerp. Pas in de jaren zeventig van onze eeuw kreeg men oog voor het landschap als spiegel van onze cultuur, eerst in Amerika, later ook elders. Men realiseerde zich dat het landschap geen objectief gegeven is, maar een constructie in ons hoofd.
In het buitenland is sindsdien een groot aantal foto-opdrachten over het veranderende landschap verstrekt, waarvan op de expositie materiaal is te zien. Eén van de beroemdste daarvan is het Franse DATAR-project uit de jaren tachtig. Zesendertig fotografen kregen van de overheid de opdracht om van te voren geselecteerde delen van Frankrijk te fotograferen, met name gebieden die op korte termijn ingrijpende veranderingen te wachten stonden.
Druk
In Nederland is zo’n omvangrijk project nog niet van de grond gekomen. Wel hebben vele fotografen, al of niet in opdracht, zich intensief met het landschap beziggehouden, hetgeen onder andere resulteerde in ‘Landschap in Nederland’ (1991) van Jannes Linders & André-Pierre Lamoth en in ‘Wasteland, Landscape from no on’ (1992). Veel van deze fotoboeken zijn op de expositie aanwezig.
Daarnaast hangt er ook veel ander werk van fotografen die zich recentelijk hebben gestort op het landschap. Vooral de uitgave van de ARCAM-kaart in 1997, waarop de stadsuitbreidingen, infrastructurele werken en recreatiegebieden zijn ingetekend die tot 2005 in Nederland worden verwezenlijkt, hebben velen bewust gemaakt van het feit dat het oude Nederlandse cultuurlandschap zwaar onder druk staat. Zoals het altijd in dat soort gevallen gaat, probeert men het pas dan vast te leggen of in bescherming te nemen.
Luuk Kramer voelde zich vrijwillig gegrepen door de Vinex-locaties en fotografeerde vooral vlak voor en na de bouwwerkzaamheden zijn begonnen. Het Haagse centrum voor beeldende kunst, Stroom hcbk, gaf Ton van Kints, Marjan Schoenmakers en Cary Markerink de opdracht om het kassengebied vast te leggen waar straks de woonwijk Wateringse Veld verrijst. Niko Bick richtte de camera op de achterkanten van Amsterdamse woonblokken. En Theo Bos maakte ‘The Perfect Picture’, een fotografisch experiment op cd-rom van het Kromhout-terrein in Utrecht.
Conferentie
Op de expositie is verder werk te zien van Theo Baart: foto’s geschoten in de zeer Nederlandse Haarlemmermeerpolder. Ook de panorama’s van Siebe Swart zijn te zien. Korrie Besems wil met haar foto’s tonen hoe stedebouwkundige plannen tot stand komen en gebieden een bepaalde identiteit krijgen opgelegd. Voor haar project verzamelde ze materiaal uit folders, kranten, tijdschrijften en promotiedrukwerk van projectontwikkelaars. John Davies, Ad van Denderen en Wijnanda Deroo richtten hun aandacht ten slotte op de zuidflank van Rotterdam.
Eind oktober vindt er ook een internationale conferentie plaats over het onderwerp van de manifestatie. Opdrachtgevers, fotografen, planologen, (landschaps)architecten, stedebouwers en beleidsmakers zullen vanuit hun eigen invalshoek het thema belichten. De conferentie zal thematisch aansluiten bij de AIR-conferentie in het Nederlands Architectuurinstituut, dat ongeveer terzelfdertijd wordt gehouden. De tentoonstelling zelf loopt t/m 1 nov. in het NFI, Witte de Withstraat 63, 3012 BN te Rotterdam. Info: 010-2132011.
Comments are closed.