Iedereen heeft er een. Ongetwijfeld. Toch vroegen we het aan Mette Bos, derdejaars bouwkunde. Heb jij een vader?Ja. Mijn vader kan mij goed helpen.
Hij heeft ook bouwkunde gestudeerd, dus in het weekend ga ik altijd even naar huis om dingen te vragen.
Wat voor band heb je met je vader?
Nou, alleen dat. Nee, natuurlijk niet. Ook dat hij gewoon mijn vader is. Hij is geïnteresseerd in me. Verder weet ik het eigenlijk niet.
Was je vader vroeger een vader die er altijd was of een vader die altijd aan het werk was?
Nee, hij was er wel veel. Hij is altijd een soort coach geweest. Met alles eigenlijk. Met sport en nu weer een beetje. Of ik bouwkunde ben gaan doen omdat mijn vader dat ook gedaan heeft? Nee. Oké, misschien wel onbewust, maar ik wist al sinds ik tien was dat ik dit wilde.
Hoe zou je je vader beschrijven?
Het is een lieve man. Heel lief. Hij is er altijd voor je als je problemen hebt. En hij heeft altijd een hele berg met geld als je geen geld meer hebt. En uiterlijk? Hij is lang, slank. En hij komt een beetje streng over, denk ik. Door zijn gezichtsuitdrukking ofzo. Hij kijkt heel serieus.
Praat je over alles met je vader?
Nee, eerder met mijn moeder. Mijn vader is een beetje zoals ik. Hij is een stille man.
Heb je een speciale vader of een standaardvader?
Ik denk dat ik wel een vader heb zoals anderen. Ik vind hem natuurlijk bijzonder. Iedereen heeft natuurlijk iets speciaals, van niemand passen dertien in een dozijn.
Door wie ben je het meest opgevoed?
Door mijn moeder. Zij was meer voor de normale dingen en mijn vader heeft een praktische kant, zeg maar. Mijn moeder staat meer open voor dingen, praat sneller over dingen.
Wat zou je willen veranderen aan je vader?
Ik zou willen dat hij minder zuinig was. Ik krijg wel geld van hem, maar daar mag ik dan geen dure kleren van kopen ofzo. Van mijn moeder mag dat wel, maar mijn vader vraagt zich dan af of dat nu echt moet.
Heb jij een vader?
Ja. Mijn vader kan mij goed helpen. Hij heeft ook bouwkunde gestudeerd, dus in het weekend ga ik altijd even naar huis om dingen te vragen.
Wat voor band heb je met je vader?
Nou, alleen dat. Nee, natuurlijk niet. Ook dat hij gewoon mijn vader is. Hij is geïnteresseerd in me. Verder weet ik het eigenlijk niet.
Was je vader vroeger een vader die er altijd was of een vader die altijd aan het werk was?
Nee, hij was er wel veel. Hij is altijd een soort coach geweest. Met alles eigenlijk. Met sport en nu weer een beetje. Of ik bouwkunde ben gaan doen omdat mijn vader dat ook gedaan heeft? Nee. Oké, misschien wel onbewust, maar ik wist al sinds ik tien was dat ik dit wilde.
Hoe zou je je vader beschrijven?
Het is een lieve man. Heel lief. Hij is er altijd voor je als je problemen hebt. En hij heeft altijd een hele berg met geld als je geen geld meer hebt. En uiterlijk? Hij is lang, slank. En hij komt een beetje streng over, denk ik. Door zijn gezichtsuitdrukking ofzo. Hij kijkt heel serieus.
Praat je over alles met je vader?
Nee, eerder met mijn moeder. Mijn vader is een beetje zoals ik. Hij is een stille man.
Heb je een speciale vader of een standaardvader?
Ik denk dat ik wel een vader heb zoals anderen. Ik vind hem natuurlijk bijzonder. Iedereen heeft natuurlijk iets speciaals, van niemand passen dertien in een dozijn.
Door wie ben je het meest opgevoed?
Door mijn moeder. Zij was meer voor de normale dingen en mijn vader heeft een praktische kant, zeg maar. Mijn moeder staat meer open voor dingen, praat sneller over dingen.
Wat zou je willen veranderen aan je vader?
Ik zou willen dat hij minder zuinig was. Ik krijg wel geld van hem, maar daar mag ik dan geen dure kleren van kopen ofzo. Van mijn moeder mag dat wel, maar mijn vader vraagt zich dan af of dat nu echt moet.
Comments are closed.