Education

‘Is dat een professor, pap?’

Bij de hoofdingang Technische Natuurkunde staan fietsen. Geen ranzige studentenkrotten, maar felgekleurde mountainbikes en blinkend gepoetste heren- en damesfietsen.

Het is zondag 5 oktober, nationale wetenschapsdag.

Bij binnenkomst verwelkomt een aardige meneer de bezoekers: ‘Is dat een professor, pap?’. Programmaboekjes worden uitgedeeld en er wordt gevraagd of men toch alsjeblieft niet wil vergeten de enquête in te leveren. Kinderen drentelen door de lange gangen van het Natuurkundegebouw. Ze struikelen over de trappen, jengelen dat ze naar de dino’s willen en werpen een blik op een elektronenmicroscoop.

Jonge vaders kijken geïnteresseerd toe hoe hun dochtertje van tien een rondleiding geeft op Internet, terwijl een student aan een iets oudere man uitlegt dat je ‘het Internet moet zien als een enorme bibliotheek’. In een hal wordt uitgelegd hoe een stukje supergeleider kan gaan zweven. ,,Mooi hoor”, zegt een vrouw met een jas over haar arm en draait zich om.

Over het algemeen is het vrij rustig in de faculteit, overal staan wel groepjes mensen te kijken en te praten, maar druk is het nergens. Behalve in de ruimte waar de pretlabs worden uitgedeeld. Het tafereel doet denken aan een kleuterschool. Aan tafels zitten kinderen met hun ouders te knutselen aan een planetarium of ze solderen een leugenpieper in elkaar. Met de tong uit de mond helpt een vader zijn zoontje een ‘groot/klein licht’ te bouwen. Overal piept het en knipperen de led-jes.
Superslijm

Ook bij Technische Bestuurskunde is het niet echt druk. Buiten staan drie grote tenten. Een daarvan is echt vol, die met de pretlabs. De clown Miko staat bij een meisje dat superslijm aan het maken is, maar zij heeft het veel te druk om op hem te letten. Binnen, bij de demonstratie van videoconferencing, legt een student aan twee bezoekers uit hoe men deze techniek bij Bestuurskunde toepast. Op het scherm zien we beelden uit een computer elders in het gebouw. Op de vraag of het niet erg rustig is, antwoordt de student: ,,Nog wel, maar het wordt steeds drukker.” Het is half drie, het programma duurt tot vijf uur. Maar hij zal gelijk krijgen.

De workshops in de group decision room kunnen vooral op belangstelling van wat oudere en serieuze mensen rekenen. Via computers wisselen bezoekers hier anoniem meningen uit over het ruimtegebrek in Nederland. De workshop duurt veertig minuten en vraagt dus nogal wat van de deelnemers. Toch zijn deze oprecht geïnteresseerd en doen wat hen opgedragen wordt.

In het Techniek Museum is het aanzienlijk drukker. Overal knutselen, kijken, experimenteren en puzzelen mensen. Een groot succes is de Rietveld kratstoel. Kinderen mogen onder begeleiding een model van deze stoel maken.

Ook de knopjes, schuifjes en draaiwieltjes van de vaste tentoonstellingen hebben grote aantrekkingskracht. Er worden proeven gedaan met maten en gewichten en natuurlijk worden de stoommachines bewonderd. Het museum heeft niet veel meer tebieden dan normaal, maar de meeste bezoekers vinden het al lang mooi wat ze zien, doen en leren.

De organisatie van de wetenschapsdag is blij met de opkomst en het enthousiasme van de deelnemers. Hoewel er bij Bestuurskunde minder mensen kwamen dan verwacht. Dit is volgens drs. W. Francissen te verklaren door de betrekkelijke onbekendheid van de studie bij het grote publiek. ,,Daarom werd het op het eind van de dag ook drukker. Mensen die bij Natuurkunde vandaan kwamen dachten: ‘Kom we gaan ook nog even naar Bestuurskunde.’ Achteraf denk ik dat we het beter iets minder groot had kunnen opzetten.”

Bij de hoofdingang Technische Natuurkunde staan fietsen. Geen ranzige studentenkrotten, maar felgekleurde mountainbikes en blinkend gepoetste heren- en damesfietsen. Het is zondag 5 oktober, nationale wetenschapsdag.

Bij binnenkomst verwelkomt een aardige meneer de bezoekers: ‘Is dat een professor, pap?’. Programmaboekjes worden uitgedeeld en er wordt gevraagd of men toch alsjeblieft niet wil vergeten de enquête in te leveren. Kinderen drentelen door de lange gangen van het Natuurkundegebouw. Ze struikelen over de trappen, jengelen dat ze naar de dino’s willen en werpen een blik op een elektronenmicroscoop.

Jonge vaders kijken geïnteresseerd toe hoe hun dochtertje van tien een rondleiding geeft op Internet, terwijl een student aan een iets oudere man uitlegt dat je ‘het Internet moet zien als een enorme bibliotheek’. In een hal wordt uitgelegd hoe een stukje supergeleider kan gaan zweven. ,,Mooi hoor”, zegt een vrouw met een jas over haar arm en draait zich om.

Over het algemeen is het vrij rustig in de faculteit, overal staan wel groepjes mensen te kijken en te praten, maar druk is het nergens. Behalve in de ruimte waar de pretlabs worden uitgedeeld. Het tafereel doet denken aan een kleuterschool. Aan tafels zitten kinderen met hun ouders te knutselen aan een planetarium of ze solderen een leugenpieper in elkaar. Met de tong uit de mond helpt een vader zijn zoontje een ‘groot/klein licht’ te bouwen. Overal piept het en knipperen de led-jes.
Superslijm

Ook bij Technische Bestuurskunde is het niet echt druk. Buiten staan drie grote tenten. Een daarvan is echt vol, die met de pretlabs. De clown Miko staat bij een meisje dat superslijm aan het maken is, maar zij heeft het veel te druk om op hem te letten. Binnen, bij de demonstratie van videoconferencing, legt een student aan twee bezoekers uit hoe men deze techniek bij Bestuurskunde toepast. Op het scherm zien we beelden uit een computer elders in het gebouw. Op de vraag of het niet erg rustig is, antwoordt de student: ,,Nog wel, maar het wordt steeds drukker.” Het is half drie, het programma duurt tot vijf uur. Maar hij zal gelijk krijgen.

De workshops in de group decision room kunnen vooral op belangstelling van wat oudere en serieuze mensen rekenen. Via computers wisselen bezoekers hier anoniem meningen uit over het ruimtegebrek in Nederland. De workshop duurt veertig minuten en vraagt dus nogal wat van de deelnemers. Toch zijn deze oprecht geïnteresseerd en doen wat hen opgedragen wordt.

In het Techniek Museum is het aanzienlijk drukker. Overal knutselen, kijken, experimenteren en puzzelen mensen. Een groot succes is de Rietveld kratstoel. Kinderen mogen onder begeleiding een model van deze stoel maken.

Ook de knopjes, schuifjes en draaiwieltjes van de vaste tentoonstellingen hebben grote aantrekkingskracht. Er worden proeven gedaan met maten en gewichten en natuurlijk worden de stoommachines bewonderd. Het museum heeft niet veel meer tebieden dan normaal, maar de meeste bezoekers vinden het al lang mooi wat ze zien, doen en leren.

De organisatie van de wetenschapsdag is blij met de opkomst en het enthousiasme van de deelnemers. Hoewel er bij Bestuurskunde minder mensen kwamen dan verwacht. Dit is volgens drs. W. Francissen te verklaren door de betrekkelijke onbekendheid van de studie bij het grote publiek. ,,Daarom werd het op het eind van de dag ook drukker. Mensen die bij Natuurkunde vandaan kwamen dachten: ‘Kom we gaan ook nog even naar Bestuurskunde.’ Achteraf denk ik dat we het beter iets minder groot had kunnen opzetten.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.