Education

College TU overtrad eigen regels

Het college van bestuur van de TU heeft jarenlang zijn eigen declaratieregels voor dienstreizen overtreden. Dat schrijft NRC Handelsblad vandaag. Staatssecretaris Zijlstra gaat om opheldering vragen.


Uit gegevens die de universiteit op verzoek van NRC ter beschikking stelde, blijkt dat het college van bestuur (cvb) overnachtte in te dure hotels en at in te dure restaurants.

Onkostenvergoedingen en faciliteiten van de drie collegeleden kostten de TU tussen 2008 en 2011 in totaal 916.143 euro. Staatssecretaris Zijlstra zegt in de krant dat hij geld zal terugvorderen als na opheldering blijkt dat het ondoelmatig is besteed.

Op de website van de TU is te vinden wat de regels voor dienstreizen zijn, inclusief maximumbedragen voor logies. Dat geldt ook voor reizen in het buitenland.


Het cvb geeft in de krant toe dat bij een deel van de dienstreizen meer is gedeclareerd dan de toegestane maxima, maar volgens het college is dat ‘staande praktijk voor alle medewerkers.’

NRC schrijft dat bronnen binnen de universiteit zeggen dat deze regels door het personeel gewoon worden gevolgd. Collegevoorzitter Dirk Jan van den Berg wil de voorschriften verruimen. “We gaan de regels aanpassen zodat het mogelijk wordt om de werkelijke kosten declareren.”


Van den Berg sprak eerder decaan 3mE Marco Waas aan op ‘ontoelaatbaar declaratiegedrag’. Waas legde daarom gisteren zijn taak als decaan neer. In een mail aan zijn medewerkers schreef hij dat hij vindt dat hij in deze situatie de faculteit niet effectief kan leiden.

De meeste kosten van het cvb maakte Van den Berg. Hij maakte de afgelopen vier jaar veertig buitenlandse dienstreizen voor 69.108 euro. Tien keer ging hij naar China.

Het overzicht dat de universiteit hierover ook aan Delta verstrekte, meldt dat zijn reiskosten in het buitenland ‘direct verband houden met zijn verantwoordelijkheid om de positie van de TU Delft internationaal te verstevigen, met name in Azië en binnen de EU’.

De universiteit heeft op haar website een overzicht gezet van declaraties van het cvb sinds 2008.

 

Het is niet echt een studentengenre, musical. Los van een incidentele aflevering ‘Glee’ – want dat is gewoon hartstikke camp mét herkenbare liedjes – ziet de gemiddelde student liever een lekker concert. Maar dat maakt ‘Stationsstraat 169huis’ juist zo leuk: eigenlijk is het gewoon een toneelstuk met een live band die tussendoor optreedt.

In de musical is dan ook geen musicalster te vinden, hij bestaat vooral uit een sterrencast met spelers uit de tv- en theaterwereld, onder wie Nyncke Beekhuyzen (‘Verborgen gebreken’, ‘Lotte’), Dorien Haan (‘Doe Maar’), Rein Hofman (‘Ja zuster, Nee zuster’) en Maria Noë (‘Pipi zet de boel op stelten’). “Ik heb nog nooit in een musical gespeeld”, bekent acteur Erik Willems aan Musicalworld. “Ik heb er afgelopen zomer zelfs pas voor het eerst één gezien.”

Aan Stationsstraat 169huis wonen vijf studenten. Suus (Dorien Haan), een psychologiestudent die vooral met zichzelf in de knoop zit, de neurotische cardioloog Saskia (Nyncke Beekhuyzen), de naïeve Femke (Maria Noë) uit de provincie, Harry (Rein Hofman) en de homoseksuele Pim (Erik Willems). Pim heeft net zijn vriendje verloren en daardoor staat een kamer leeg in huis. De studenten gaan op zoek naar een nieuwe bewoner, maar lopen in hun zoektocht aan tegen één en al onvermogen. “Want hoe doe je dat, dood?”, vragen de bewoners zich af. Vooral door het te negeren, denken ze, met alle emotionele gevolgen van dien. “Uiteindelijk is de musical vooral een tragikomedie over een groepje mensen dat zo goed en zo kwaad als dat gaat probeert samen te leven in hun minimaatschappijtje”, volgens Willems. Want tussen de oude meubels en pizzadozen in hun woonkamer praten ze over alles, behalve over het enige belangrijke: wat iedereen voelt en denkt.

Scriptschrijver Eva Mathijssen kwam met het idee voor deze musical toen ze zelf studeerde aan de toneelschool. Hij was in 2008 al even te zien op de locatie van M-Lab in Amsterdam-Noord, een ‘laboratorium voor musicals, waar jonge makers hun productie kunnen uitproberen’. Die versie is nu bewerkt voor een theatertournee, waarbij de spelers begeleid werden door onder anderen Paul de Munnik (van Acda). En dat merk je, want de liedjes vertellen – erg à la Acda en De Munnik – een verhaal op zich. Het zijn losstaande scènes, die de emoties onder de verhaallijn verwoorden. Resultaat: een soort popconcert tussen het spel door, dat het verhaal gek genoeg niet doorbreekt, maar verdiept. De spelers zingen dan ook toepasselijk met de microfoons in hun hand; die geven een veel beter geluid naast een luidruchtige band en zorgen meteen voor een lekker popgevoel. De muzikanten zitten bovendien gewoon op het podium. “Als onderdeel van het meubilair”, zegt Noë, “alleen maakt dit meubilair geluid.”

Spannend, want de acteurs mogen dan geen musicalsterren zijn, zangers zijn ze óók niet. Toch zorgt dat nergens voor ongemakkelijke valse noten. Maar voor het gemiddelde popliedje heb je dan ook geen daverende stem nodig, en van een cast die is opgeleid aan kleinkunst- en toneelacademies mag je een dergelijk niveau ook wel verwachten.

‘169huis’, zoals de spelers de popmusical gemakshalve noemen, is pas de derde M-Lab-productie op tournee. Maar wie eerder al naar ‘Into the Woods’ of ‘Urinetown’ (Zeikstad) is geweest (of gewoon even op YouTube kijkt), weet dat een avond M-Lab altijd leuk is. Al is het maar om te proeven van dat eigen, heerlijk vernieuwende musicalgenre. 

‘Stationsstraat 169huis’ door M-Lab. Op 11 en 12 februari in het Oude Luxor Theater, Rotterdam. Daarna onder andere te zien in het Chassé Theater Breda (16 februari), de Leidsche Schouwburg (19 februari) en Diligentia Den Haag (22 februari).
www.m-lab.nl

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.