​Adolf Loos (1870-1933) was niet alleen zelf een modernistische architect, maar ook een voorvechter daarvan op papier. Zijn gebundelde columns geven een vermakelijk tijdsbeeld.

​Ik heb een plan. Werken aan een nieuwe set normen. En grenzen aangeven. Eindelijk grenzen aangeven. Zo moet het lukken. Na anderhalve week was het beeld me wel duidelijk. Het moet …

Dat we het stiekem al wisten, betekent niet dat het minder dan spectaculair genoemd mag worden. Onlangs bevestigde de VSNU het: de instroom van internationale studenten aan Nederlandse universiteiten is gestegen, en wel met 19,5 procent.

Tegenover mij staat een man met een grote envelop onder zijn arm. Daarin zit mijn nieuwe simkaart. Ik heb hem al online betaald. Deze man heeft een koffer vol digitale hoepels bij zich, waar ik doorheen moet springen.

Elk jaar rond februari vinden De Delftse Bedrijvendagen plaats. Een evenement waar je de mogelijkheid krijgt om te netwerken met ‘hoog aangeschreven technische bedrijven’ en waar je wordt geholpen met het vinden van een baan bij een technisch bedrijf.

“Een caravan?!”, luidt de algemene reactie als ik vertel over mijn huidige woonruimte. Ik volg op dit moment een minor in Wageningen en mijn planningsvermogen (not) had tot gevolg dat ik binnen enkele dagen huisvesting moest vinden.

Onlangs hield prof.dr. H.J. van den Herik zijn afscheidsrede aan de Universiteit van Tilburg. Onder de titel ‘Intuïtie valt te programmeren’ weerlegde hij de bewering van de vermaarde psycholoog Adrianus Dingeman de Groot (ook bekend als grondlegger van de Cito-toets) dat computers nooit over intuïtie zullen beschikken.

De excellente wetenschapper is het stof van de aarde. Ik moet al kokhalzen als ik eraan denk. Hij (m/v) kost bakken geld, er is niet met hem mee samen te werken, en hij verpest het voor anderen.

Twijfel. Waar ga ik het over hebben? Aan onderwerpen geen gebrek. Maar moet ik collega-columnist Dap Hartmann volgen en de koffieverstrekking op de korrel nemen? Het spul is – eerlijk is eerlijk – niet te drinken.