Opinion

[Brief] TU moet regels tegen plagiaat strikt naleven

‘Beter slecht bedacht dan sluw gejat’, schreeft Dap Hartmann in Delta 15 over het onderwerp ‘plagiaat’. Hieronder wil ik vooral de manier hoe hiermee wordt omgegaan bij de faculteit TBM aan de kaak stellen.

Er zijn binnen de academische wereld twee doodzonden: het vervalsen van onderzoeksgegevens of meetresultaten, en het plegen van plagiaat. Plagiaat is blijkbaar één van de ergste dingen die kunnen gebeuren. Verscheidene instanties, ook onze eigen TU Delft, hebben procedures opgesteld die gevolgd moeten worden als er plagiaat gepleegd is.

De procedure hier in Delft is globaal als volgt: indien een docent het vermoeden heeft dat een student plagiaat heeft gepleegd, moet deze daar melding van maken bij de examencommissie. Deze zal de zaak onderzoeken en tot een uitspraak komen. De student kan een officiële waarschuwing krijgen, met een aantekening in zijn of haar dossier, of kan voor een jaar worden geschorst. Dat zijn de spelregels en die mogen bij iedere student bekend worden verondersteld.

Het is natuurlijk op zichzelf al belachelijk dat er mensen naar een universiteit komen met als doel op een gemakkelijke manier een diploma te behalen middels copy-pasting. Blijkbaar beseffen zij niet dat de vooruitgang die in de wereld door de jaren heen is bereikt, een gevolg is van innovatief denken, voortborduren op gedachten en theorieën van anderen en verwerking hiervan in nieuwe ideeën en inzichten.

Maar goed, als er dan toch studenten naar de universiteit komen om het door Dap Hartmann beschreven kat-en-muisspel te spelen, dan zal dat zeker volgens de vooraf vastgestelde spelregels gespeeld moeten worden.

Zelf ben ik student management of technology aan de faculteit TBM. Bij deze opleiding wordt veel in groepen gewerkt. Plagiaat was plotseling een hot item toen bleek dat bij één vak een groot deel van de groepen betrapt werd op het plegen van plagiaat. De mate van plagiaat verschilde van verslag tot verslag, maar toch. Binnen die groepen bleken één of meer studenten zich schuldig te hebben gemaakt aan één van de twee academische doodzonden. Die constatering van feiten zou naar mijn mening alle alarmbellen bij de faculteit moeten doen rinkelen.

Zo niet bij TBM. In het hierboven beschreven geval werd in eerste instantie gepleit voor het ‘straffen’ van die groepen die plagiaat hadden gepleegd, door het oorspronkelijke cijfer slechts in geringe mate te verlagen. Dit kan en mag natuurlijk niet de oplossing zijn voor een dergelijke overtreding. Maar ‘het zou te ver gaan’ om een dergelijk groot aantal overtreders bij de examencommissie aan te melden, en dus kreeg iedere groep een herkansing om het plagiaat uit het rapport te verwijderen. In de toekomst zou er een betere voorlichting komen om plagiaat te voorkomen.

Deze voorlichting zou gebaseerd moeten zijn op de uitkomsten van een onderzoek van een werkgroep, die snel zou moeten worden opgericht en die als taak zou hebben het in kaart brengen van wat nu wel of geen plagiaat is, en of culturele verschillen een extra probleem zouden kunnen vormen rondom deze kwestie. Ook zou de vraag beantwoord moeten worden hoe studenten met plagiaat zouden moeten omgaan. Behalve het feit dat deze werkgroep bij mijn weten nog niet is geïnstalleerd, heeft ondergetekende ook sterke twijfels of dit de juiste aanpassing is voor het genoemde, uitermate serieuze probleem.

Gevolg van deze halfzachte maatregelen is dat er bij diverse studenten nog steeds niet het besef heerst dat het van het grootste belang is om juiste referenties te plaatsten, om zelf over de gevonden informatie na te denken en om die informatie niet kritiekloos over te nemen. Immers, plagiaat wordt blijkbaar toch niet echt aangepakt. Indien men vindt dat bij de studenten nog onduidelijkheid bestaat over wat er onder plagiaat wordt verstaan, kan men beter de vraag stellen of er wel de juiste mensen aan de universiteit studeren. Wie het nu nog niet doorheeft, hoort misschien wel niet thuis op een academische opleiding.

Ik pleit er dan ook voor dat als het kat-en-muisspel dan toch gespeeld moet worden, de regels van dit spel ook gehanteerd worden. Waarschijnlijk is dat de enige manier om de studenten ervan te overtuigen dat plagiaat plegen een kwalijke zaak is. Maar bovendien is het de enige manier om het aanzien van de opleiding en de waarde van het diploma te bewaken.
De auteur is student management of technology, faculteit TBM.

Alle alarmbellen hadden moeten rinkelen bij de faculteit

Er zijn binnen de academische wereld twee doodzonden: het vervalsen van onderzoeksgegevens of meetresultaten, en het plegen van plagiaat. Plagiaat is blijkbaar één van de ergste dingen die kunnen gebeuren. Verscheidene instanties, ook onze eigen TU Delft, hebben procedures opgesteld die gevolgd moeten worden als er plagiaat gepleegd is.



De procedure hier in Delft is globaal als volgt: indien een docent het vermoeden heeft dat een student plagiaat heeft gepleegd, moet deze daar melding van maken bij de examencommissie. Deze zal de zaak onderzoeken en tot een uitspraak komen. De student kan een officiële waarschuwing krijgen, met een aantekening in zijn of haar dossier, of kan voor een jaar worden geschorst. Dat zijn de spelregels en die mogen bij iedere student bekend worden verondersteld.



Het is natuurlijk op zichzelf al belachelijk dat er mensen naar een universiteit komen met als doel op een gemakkelijke manier een diploma te behalen middels copy-pasting. Blijkbaar beseffen zij niet dat de vooruitgang die in de wereld door de jaren heen is bereikt, een gevolg is van innovatief denken, voortborduren op gedachten en theorieën van anderen en verwerking hiervan in nieuwe ideeën en inzichten.



Maar goed, als er dan toch studenten naar de universiteit komen om het door Dap Hartmann beschreven kat-en-muisspel te spelen, dan zal dat zeker volgens de vooraf vastgestelde spelregels gespeeld moeten worden.



Zelf ben ik student management of technology aan de faculteit TBM. Bij deze opleiding wordt veel in groepen gewerkt. Plagiaat was plotseling een hot item toen bleek dat bij één vak een groot deel van de groepen betrapt werd op het plegen van plagiaat. De mate van plagiaat verschilde van verslag tot verslag, maar toch. Binnen die groepen bleken één of meer studenten zich schuldig te hebben gemaakt aan één van de twee academische doodzonden. Die constatering van feiten zou naar mijn mening alle alarmbellen bij de faculteit moeten doen rinkelen.



Zo niet bij TBM. In het hierboven beschreven geval werd in eerste instantie gepleit voor het ‘straffen’ van die groepen die plagiaat hadden gepleegd, door het oorspronkelijke cijfer slechts in geringe mate te verlagen. Dit kan en mag natuurlijk niet de oplossing zijn voor een dergelijke overtreding. Maar ‘het zou te ver gaan’ om een dergelijk groot aantal overtreders bij de examencommissie aan te melden, en dus kreeg iedere groep een herkansing om het plagiaat uit het rapport te verwijderen. In de toekomst zou er een betere voorlichting komen om plagiaat te voorkomen.



Deze voorlichting zou gebaseerd moeten zijn op de uitkomsten van een onderzoek van een werkgroep, die snel zou moeten worden opgericht en die als taak zou hebben het in kaart brengen van wat nu wel of geen plagiaat is, en of culturele verschillen een extra probleem zouden kunnen vormen rondom deze kwestie. Ook zou de vraag beantwoord moeten worden hoe studenten met plagiaat zouden moeten omgaan. Behalve het feit dat deze werkgroep bij mijn weten nog niet is geïnstalleerd, heeft ondergetekende ook sterke twijfels of dit de juiste aanpassing is voor het genoemde, uitermate serieuze probleem.



Gevolg van deze halfzachte maatregelen is dat er bij diverse studenten nog steeds niet het besef heerst dat het van het grootste belang is om juiste referenties te plaatsten, om zelf over de gevonden informatie na te denken en om die informatie niet kritiekloos over te nemen. Immers, plagiaat wordt blijkbaar toch niet echt aangepakt. Indien men vindt dat bij de studenten nog onduidelijkheid bestaat over wat er onder plagiaat wordt verstaan, kan men beter de vraag stellen of er wel de juiste mensen aan de universiteit studeren. Wie het nu nog niet doorheeft, hoort misschien wel niet thuis op een academische opleiding.



Ik pleit er dan ook voor dat als het kat-en-muisspel dan toch gespeeld moet worden, de regels van dit spel ook gehanteerd worden. Waarschijnlijk is dat de enige manier om de studenten ervan te overtuigen dat plagiaat plegen een kwalijke zaak is. Maar bovendien is het de enige manier om het aanzien van de opleiding en de waarde van het diploma te bewaken.

 


De auteur is student management of technology, faculteit TBM.

 

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.