Opinion

Bouko over borderline

Bouwkundestudent Thijs de Boer debuteerde in april met de verhalenbundel ‘Vogels die vlees eten’. Van deze jongen gaan we meer horen.

Ik heb het niet zo op verhalenbundels. Geef mij maar een boek met lange adem waar ik keer op keer in terug kan keren. Een verhalenbundel is me te vluchtig. Bij het derde verhaal ben ik het eerste kwijt. En toch, na het lezen van Thijs de Boers debuut ‘Vogels die vlees eten’ was ik verpletterd door het geheel. Misschien omdat alle verhalen in de ik-vorm geschreven zijn, en omdat ze allemaal een mate van krankzinnigheid bevatten, rijgen ze zich aaneen tot een zwartkomisch absurd avontuur waaraan niet te ontsnappen valt. Daar komt bij: De Boer schrijft fantastisch. Vaak korte rake zinnetjes, of die een wereld aan vragen oproepen. Ik heb er veel aangestreept en citeer er een paar.
Uit ‘Loopdrang’: ‘De gangen in dit gebouw beginnen alweer nog voordat ze zijn geëindigd. Het zijn cirkels.’ Zo beschrijft De Boer een kliniek die eens vergeetachtige bejaarden onderdak bood en nu psychiatrische patiënten die het liefst alles willen vergeten. De cirkel is rond.

Uit ‘Sylvia’: ‘Ik bel Anne en laat berichten achter. Ze reageert niet. Sylvia belt me en laat berichten achter. Ik reageer niet.’ Nooit zag ik de eenzaamheid hermetischer verwoord. Een paar bladzijden verder: ‘Ik kom Charis tegen en zeg: ‘Mijn leven is alleen maar een opeenvolging van allemaal nutteloze gebeurtenissen, et cetera, et cetera.’ Ze zegt: ‘Dat komt omdat we met onze ogen knipperen.’ Pardon?!

In ‘Ketamine’ doemt het besef op: ‘Dat dit niet onze vakantie was die we aan het verkloten waren, maar gewoon, ons hele leven.’ En even later: ‘En dan zegt mijn broer: ‘Ik heb het graf van mama verloren met kaarten.’ Veel gekker moet het niet worden. En toch, in ‘Schoon’ mengt een jongen de meisjes waarmee hij de nacht heeft doorgebracht uit voorzorg een morningafterpil door het ontbijt. ‘En in elk doosje zit slechts één pil. Eén morningafterpil. En ik denk dat het misschien beter is voor het milieu als je ze ook in een familiepak kunt kopen.’ Geniale woordkeus: familiepak.

Zo kan ik nog wel even doorgaan. 144 Bladzijden lang om precies te zijn. De nuchtere toon en de heldere beelden vormen een intrigerend contrast met de gekte die nooit ver weg is, net zo min als de drugs, drank en seks. En dan weer een ontroerende liefdesbrief in het verhaal ‘(geen titel)’, die eindigt met de zin ‘Maar misschien moet ik eerst even iemand bellen om naar mijn ballen te laten kijken.’ Ik bedoel maar.
Thijs de Boer begint naam te maken, en dat geheel verdiend. Hij was een van de winnaars bij de schrijfprijs DuizendWoorden (VPRO De Avonden), hij won de Hollands Maandblad Schrijfbeurs en hij werd onlangs door Chris Bajema bij Kunststof de hemel in geprezen. Ik zou zeggen: mis hem niet. 

Thijs de Boer, Vogels die vlees eten, Uitgeverij Nieuw Amsterdam, 2010, paperback 144 blz., € 16,50.
www.thijsdeboer.com

Smaakt dit naar meer? Het besproken boek is te vinden op de leestafel in de TU-bibliotheek.

De cijfers liegen er niet om: er studeren steeds meer vrouwen sneller en beter af. In tijden van crisis blijken vrouwelijke eigenschappen onmisbaar. In het bedrijfsleven groeit de vraag naar vrouwen op topfuncties en om dat te vieren is er papadag. Vrouwen van nu lijken zich te realiseren dat wanneer je dan ook nog ingenieur bent, je zo’n beetje alles wel in huis hebt en dus ook op de TU dartelt steeds meer vrouwelijk schoon.
Mijn afstudeerbedrijf bestaat uit vijfentachtig procent vrouw. Heerlijk! Dacht ik. Al tijdens mijn eerste week telde ik vier huilende collega’s. En daar stond ik. Totaal hulpeloos. Ik had er geen moment bij stilgestaan dat het gevolg van zes jaar Delft tot een diepgaand verlies van het contact met mijn rechter hersenhelft zou
leiden. In Delft hebben vrouwen zich aangepast en niet andersom. Ik heb zelden een mannelijke groepsgenoot betrapt op de vraag: “God, wat een leuk jurkje! Waar is die van?” Alvorens tot de kern te komen.
Persoonlijk vond ik dat altijd wel prettig, maar dat blijkt nu carrièretechnisch een fundamentele achterstand. Vrouwen kunnen veel dingen tegelijk, maar dat DOEN ze dus ook. Het komt niet zelden voor dat mijn kamergenote bezig is haar bureau grondig op te ruimen, haar e-mails beantwoordt, een telefoongesprek voert met China en met mij verwikkeld is in een diepgaand gesprek over de angst voor de dood of de mogelijkheid tot het baren van een tweeling. Zij haalt al haar targets, terwijl ik moeite heb me te concentreren op een artikel omdat er buiten een merel fluit. Het verschil tussen een meeting en een high tea heb ik nog niet kunnen ontdekken en dan dat jurkje! Ik dacht dat vrouwen zich mooi kleedden om het mannelijk geslacht gunstig te stemmen, maar niets blijkt minder waar. Het perfecte jurkje is van levensbelang binnen een vrouwelijke organisatie en dient als verbaal smeermiddel om dingen voor elkaar te krijgen of je positie te bevestigen. Ik sta iedere ochtend totaal gestrest voor mijn kledingkast en sla duidelijk de plank regelmatig mis. Bij deze wil ik alle aankomend ingenieurs waarschuwen en pleiten voor verplichte bijscholing buiten het curriculum. Een dagelijkse portie ‘De Tafel van vijf’ op NET5 zou voldoende moeten zijn en zo niet: Huur alle ‘Sex and the cities’ die je kunt krijgen. The world is seriously changing out there and we are sooo 2008.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.