De vereniging van universiteiten is opgetogen, de Tweede Kamer aarzelt en volgens de vakbonden valt het nog te bezien of er wel zo veel verandert als het personeel in het hoger onderwijs zijn ambtenarenstatus verliest.
br />
Minister Ritzen liet het ballonnetje vorige week op tijdens een conferentie van de vereniging van universiteiten VSNU over personeelsbeleid: onderwijs en onderzoek zijn geen ambtelijke taken en het personeel dat die taken verricht hoeft dus ook geen ambtenaar te zijn. Met deze uitspraak doelde Ritzen op een niet al te nabije toekomst.
Nog maar sinds 1 januari onderhandelt de VSNU zelf met de vakbonden over zaken als toeslagen, verlof, reiskosten en dergelijke. De volgende stap is dat de VSNU ook de salarisonderhandelingen voert. De VSNU streeft ernaar dat met ingang van 1998 te gaan doen. Ritzen heeft echter al laten weten dat hij zich niet aan een tijdstip wil binden.
Pas de laatste stap zou het ontnemen van de ambtenarenstatus aan het personeel zijn. Dat kan ‘op termijn’, zei Ritzen dan ook. Eerst moeten de universiteiten maar eens bewijzen dat ze de huidige regelingen ten volle kunnen benutten voor een op flexibiliteit gericht personeelsbeleid.
Toch ziet de VSNU de uitspraak van Ritzen als een doorbraak. Ritzen heeft nu ‘groen licht’ gegeven voor de richting die de VSNU al langer wilde inslaan, zegt een woordvoerder. Door het verlies van de ambtenarenstatus zou personeel voor zijn rechtspositie terugvallen op het burgerlijk wetboek in plaats van het RWOO, het op de universiteiten toegespitste ambtenarenreglement. De universiteiten willen dat graag, omdat ze dan in de onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden aan minder voorschriften gebonden zijn.
Vakbonden
De vakbonden voorzien echter geen grote veranderingen. ,,Het belang van deze stap wordt overtrokken”, zegt Elly Ros van de AbvaKabo, en Eric van Boven van de CFO noemt het ,,niet zo dramatisch als iedereen nu denkt”. Beiden wijzen erop dat de arbeidsvoorwaarden ook in de nieuwe omstandigheden vastgelegd zullen moeten worden in een cao. De inhoud daarvan zal niet snel ingrijpend afwijken van wat er nu vastligt. Hetzelfde geldt voor de wachtgelden. Mèt de ambtenarenstatus verliest het personeel ook het recht op wachtgeld; werklozen vallen dan terug op de buiten de overheidssector geldende WW- regeling. Maar pas in onderhandelingen tussen VSNU (als werkgever) en vakbonden zal bepaald worden welke ‘bovenwettelijke’ aanvullingen op de WW de universitaire werkloosheidsregeling te bieden zal hebben. ,,En we zullen nooit akkoord gaan met een regeling zonder bovenwettelijk deel”, zegt Ros.
Evenmin als de vakbonden delen de regeringsfracties in de Tweede Kamer het enthousiasme van de universiteiten. ,,Het lijkt mij niet dat dit erg snel zal kunnen gebeuren”, zegt D66-woordvoerster J. Jorritsma bijvoorbeeld. ,,Het hangt sterkaf van hoe de verhouding tussen overheid en universiteiten zich ontwikkelt.”
VVD’er C. Cornielje vraagt zich af of de overheid genoeg instrumenten in handen houdt om de kwaliteit van wat er aan de universiteiten gebeurt te kunnen waarborgen. En W. van Gelder van de PvdA laat de hele kwestie ‘nogal onverschillig’. ,,Waar het echt om gaat, is of de universiteiten de vrijheid krijgen een eigen arbeidsvoorwaardenbeleid te voeren. Die ambtenarenstatus is in dit opzicht niet van wezenlijk belang.”
(HOP/H.Ob)
De vereniging van universiteiten is opgetogen, de Tweede Kamer aarzelt en volgens de vakbonden valt het nog te bezien of er wel zo veel verandert als het personeel in het hoger onderwijs zijn ambtenarenstatus verliest.
Minister Ritzen liet het ballonnetje vorige week op tijdens een conferentie van de vereniging van universiteiten VSNU over personeelsbeleid: onderwijs en onderzoek zijn geen ambtelijke taken en het personeel dat die taken verricht hoeft dus ook geen ambtenaar te zijn. Met deze uitspraak doelde Ritzen op een niet al te nabije toekomst.
Nog maar sinds 1 januari onderhandelt de VSNU zelf met de vakbonden over zaken als toeslagen, verlof, reiskosten en dergelijke. De volgende stap is dat de VSNU ook de salarisonderhandelingen voert. De VSNU streeft ernaar dat met ingang van 1998 te gaan doen. Ritzen heeft echter al laten weten dat hij zich niet aan een tijdstip wil binden.
Pas de laatste stap zou het ontnemen van de ambtenarenstatus aan het personeel zijn. Dat kan ‘op termijn’, zei Ritzen dan ook. Eerst moeten de universiteiten maar eens bewijzen dat ze de huidige regelingen ten volle kunnen benutten voor een op flexibiliteit gericht personeelsbeleid.
Toch ziet de VSNU de uitspraak van Ritzen als een doorbraak. Ritzen heeft nu ‘groen licht’ gegeven voor de richting die de VSNU al langer wilde inslaan, zegt een woordvoerder. Door het verlies van de ambtenarenstatus zou personeel voor zijn rechtspositie terugvallen op het burgerlijk wetboek in plaats van het RWOO, het op de universiteiten toegespitste ambtenarenreglement. De universiteiten willen dat graag, omdat ze dan in de onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden aan minder voorschriften gebonden zijn.
Vakbonden
De vakbonden voorzien echter geen grote veranderingen. ,,Het belang van deze stap wordt overtrokken”, zegt Elly Ros van de AbvaKabo, en Eric van Boven van de CFO noemt het ,,niet zo dramatisch als iedereen nu denkt”. Beiden wijzen erop dat de arbeidsvoorwaarden ook in de nieuwe omstandigheden vastgelegd zullen moeten worden in een cao. De inhoud daarvan zal niet snel ingrijpend afwijken van wat er nu vastligt. Hetzelfde geldt voor de wachtgelden. Mèt de ambtenarenstatus verliest het personeel ook het recht op wachtgeld; werklozen vallen dan terug op de buiten de overheidssector geldende WW- regeling. Maar pas in onderhandelingen tussen VSNU (als werkgever) en vakbonden zal bepaald worden welke ‘bovenwettelijke’ aanvullingen op de WW de universitaire werkloosheidsregeling te bieden zal hebben. ,,En we zullen nooit akkoord gaan met een regeling zonder bovenwettelijk deel”, zegt Ros.
Evenmin als de vakbonden delen de regeringsfracties in de Tweede Kamer het enthousiasme van de universiteiten. ,,Het lijkt mij niet dat dit erg snel zal kunnen gebeuren”, zegt D66-woordvoerster J. Jorritsma bijvoorbeeld. ,,Het hangt sterkaf van hoe de verhouding tussen overheid en universiteiten zich ontwikkelt.”
VVD’er C. Cornielje vraagt zich af of de overheid genoeg instrumenten in handen houdt om de kwaliteit van wat er aan de universiteiten gebeurt te kunnen waarborgen. En W. van Gelder van de PvdA laat de hele kwestie ‘nogal onverschillig’. ,,Waar het echt om gaat, is of de universiteiten de vrijheid krijgen een eigen arbeidsvoorwaardenbeleid te voeren. Die ambtenarenstatus is in dit opzicht niet van wezenlijk belang.”
(HOP/H.Ob)

Comments are closed.