De TU werkt samen met de ANWB aan verbetering van rijsimulatoren. Studenten en medewerkers die meedoen aan het onderzoek krijgen korting op hun autorijlessen.
TU-studenten en medewerkers die de basisbeginselen van het autorijden leren in een van de autorijsimulatoren aan de Rotterdamseweg 380, krijgen tweehonderd euro korting op hun lesgeld. Tegelijk werken ze mee aan wetenschappelijk onderzoek naar de simulator van de faculteiten Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek (L&R) en Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen (3ME) en de ANWB Rijopleiding.
De ANWB geeft,in een ruimte van de TU,les in twee rijsimulatoren. Voor een rijschool is dat goedkoper dan lessen op de weg. Het apparaat is ongeveer even duur als een lesauto, maar benzine en een instructeur hoeven niet meer betaald te worden. Voor de cursist zijn de lessen ook goedkoper. “En ik denk dat ze beter zijn”, zegt promovendus Stefan de Groot (3ME). “Een apparaat beoordeelt de prestaties objectiever en consequenter dan een instructeur.”
De Groot onderzoekt hoeveel effect rijlessen in een simulator hebben op de slagingskans van de chauffeur in spe. “Uit eerder onderzoek komt naar voren dat het slagingspercentage van de cursisten die les hebben in een simulator ongeveer vier procent hoger is”, zegt De Groot. “Maar we weten niet zeker of dat komt door de simulatorlessen of door iets anders. Alleen grotere rijscholen hebben bijvoorbeeld een simulator. Misschien zijn die gewoon beter.”
De Groot: “Voor dit onderzoek controleren we zo veel mogelijk factoren. We hebben één rijschool, de ANWB, en we zorgen dat de totale lestijd van de cursisten gelijk is.” Door te variëren met het aantal uren in de simulator, hopen De Groot en zijn collega’s meer te weten komen over het effect van de automatische lessen op het halen van het rijbewijs. “Omdat we nu zo veel lessen kunnen observeren, worden onze resultaten betrouwbaarder”, legt De Groot uit. “Verschil in talent van leerlingen of weersomstandigheden tijdens het examen beïnvloeden namelijk de kans op slagen.”
Ook onderzoekt De Groot hoe de simulatorlessen verbeterd kunnen worden. “In veel simulatoren wordt alleen spraak gebruikt om de leerling te vertellen hoe hij het doet, een soort nagebootste ‘echte’ instructeur”, zegt De Groot. “Maar je zou ook andere geluiden, trillingen of beweging van de stoel kunnen gebruiken.”
TU-studenten en medewerkers die de basisbeginselen van het autorijden leren in een van de autorijsimulatoren aan de Rotterdamseweg 380, krijgen tweehonderd euro korting op hun lesgeld. Tegelijk werken ze mee aan wetenschappelijk onderzoek naar de simulator van de faculteiten Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek (L&R) en Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen (3ME) en de ANWB Rijopleiding.
De ANWB geeft,in een ruimte van de TU,les in twee rijsimulatoren. Voor een rijschool is dat goedkoper dan lessen op de weg. Het apparaat is ongeveer even duur als een lesauto, maar benzine en een instructeur hoeven niet meer betaald te worden. Voor de cursist zijn de lessen ook goedkoper. “En ik denk dat ze beter zijn”, zegt promovendus Stefan de Groot (3ME). “Een apparaat beoordeelt de prestaties objectiever en consequenter dan een instructeur.”
De Groot onderzoekt hoeveel effect rijlessen in een simulator hebben op de slagingskans van de chauffeur in spe. “Uit eerder onderzoek komt naar voren dat het slagingspercentage van de cursisten die les hebben in een simulator ongeveer vier procent hoger is”, zegt De Groot. “Maar we weten niet zeker of dat komt door de simulatorlessen of door iets anders. Alleen grotere rijscholen hebben bijvoorbeeld een simulator. Misschien zijn die gewoon beter.”
De Groot: “Voor dit onderzoek controleren we zo veel mogelijk factoren. We hebben één rijschool, de ANWB, en we zorgen dat de totale lestijd van de cursisten gelijk is.” Door te variëren met het aantal uren in de simulator, hopen De Groot en zijn collega’s meer te weten komen over het effect van de automatische lessen op het halen van het rijbewijs. “Omdat we nu zo veel lessen kunnen observeren, worden onze resultaten betrouwbaarder”, legt De Groot uit. “Verschil in talent van leerlingen of weersomstandigheden tijdens het examen beïnvloeden namelijk de kans op slagen.”
Ook onderzoekt De Groot hoe de simulatorlessen verbeterd kunnen worden. “In veel simulatoren wordt alleen spraak gebruikt om de leerling te vertellen hoe hij het doet, een soort nagebootste ‘echte’ instructeur”, zegt De Groot. “Maar je zou ook andere geluiden, trillingen of beweging van de stoel kunnen gebruiken.”

Comments are closed.