Opinion

In Amerika (3)

De kerkklok op de campus van Arizona State University slaat twaalf uur: tijd voor de lunch. Ik loop mijn airconditioned kantoor uit en voeg me tussen de duizenden studenten die in de brandende zon van de collegezalen naar de kantine schuifelen voor een stuk pizza of een Venti Iced Caramel Macchiato van de Starbucks.

Het is een parade van Amerikaanse stereotypen: zwaarlijvige professoren met oranje Hawaïshirts, okergele pantalons en witte sportschoenen. Schaars geklede modepopjes. Nerds met uilenbrillen en hangende schouders. Breedgeschouderde jongens die op hun skateboards tussen de wandelende menigte doorglijden. En waar je ook kijkt in die menigte, het logo van ASU: op truien, broeken, tassen, jassen, bekers, brillen en ondergoed.
Ondanks de massaliteit gaat er een vreemd soort rust van deze dagelijkse optocht uit. Niemand lijkt haast te hebben, op een enkele universiteitsbestuurder na die met twee grote zweetplekken onder zijn oksels naar de volgende vergadering rent. Het is ook veel te heet om je druk te maken. Stukken verstandiger om rustig op je slippertjes over de campus te sloffen.
Ik zoek een tafeltje tegenover de kraampjes aan de rand van het centrale plein van de campus waar de meest uiteenlopende organisaties de aandacht van de studenten proberen te trekken. Het plein voor de kerk is als Free Speech Zone aangemerkt. Of het nou gaat om abortus, legalisering van softdrugs of de oorlog in Irak, hier in het hart van de campus mag iedereen zijn verhaal doen. De studentenvereniging Phi Beta Sigma probeert met een dj nieuwe leden te werven. Een studente deelt folders uit voor de aankomende studentenraadsverkiezingen. Achter haar een manshoge poster: ‘When election time knocks, vote for Rocks’. Wat verderop staan de evangelisten te prediken. Ken, een urban evangelist van de Desert Life Church, leest hardop voor uit de bijbel: ‘Repent, sinners! Repent, and ye shall receive the gift of the Holy Ghost.’ Brother Jed is er ook vandaag. Hij gaat alle campussen in Amerika af om studenten van de ondergang te redden. De leden van de Secular Free Thought Society zien hem liever gaan dan komen en maken op hun beurt gebruik van het recht op vrije meningsuiting door de evangelisten voor rotte vis uit te maken.
Op de voorbijtrekkende studenten maakt het allemaal weinig indruk. Een enkeling blijft verveeld staan bij de protestactie van de Mexicaanse studentenbeweging of gaat in gesprek met een van de kaalgeschoren marines in uniform die soldaten voor Afghanistan rekruteren.
Ik probeer me de campus in Delft voor te stellen. Cactussen, Starbucks en evangelisten hebben we niet op de Mekelweg en als de zon schijnt, noemen we dat ‘mooi weer’. Minder massaal is het, maar ook meer gehaast. Op de Delftse campus lijken alle studenten ergens naar toe te moeten; hier op Arizona State zijn ze er al.
Beter? Anders.

Dit is het laatste deel van een drieluik over het leven aan de Arizona State University.

Drs. Daan Schuurbiers is onderzoeker bij de werkgroep biotechnologie en maatschappij.

Iedereen kent het cliché: studenten en ranzigheid gaan hand in hand. Opruimen komt niet in het studentenwoordenboek voor. Toch opent bijna iedere TU’er gastvrij zijn of haar deur bij de vraag of het schoon is in de gemeenschappelijke ruimtes. “Bij ons is het redelijk netjes”, zegt student bouwkunde Steven te Have (21). In de gang van het appartement staat een wanhopige kreet op het bord: ‘Er is flink geknoeid in de douche’. “Eens kijken of ik de moed kan verzamelen om schoon te maken. Zodra het doucheputje zo vol zit dat de hele douche blank staat, is dat voor ons een teken om de hele zondag schoon te maken”, zegt Te Have.

Muizen en ratten zul je niet in het studentenhuis aantreffen, maar dat wil niet zeggen dat het overal brandschoon is. “Ik vrees dat ik je thee moet aanbieden, want onze huisjongste heeft het koffiezetapparaat vies gemaakt. Moet je zien, er zit zelfs koffie in het waterreservoir”, zegt Te Have ontzet. Stofzuigen gebeurt zelden. Eens in de week vegen ze de keukenvloer aan. “We zijn niet echt bezig met boenen en poetsen hier in huis. Het enige wat we belangrijk vinden, is dat de keuken netjes is. We willen geen etensresten hier. Het keukenblad, het fornuis en de tafel moeten schoon zijn.”
Te Have heeft een handige tip voor mensen met vieze huisgenoten: “Je moet goed weten op welke manier je huisgenoten rommel maken. Mijn huisgenoot Wanda bakt bijvoorbeeld heel vaak eitjes. En Esther gebruikt plastic bekertjes. Dus als er iets vies is, dan weet ik wie het gedaan heeft en zeg ik er wat van.”  

In het studentenhuis van werktuigbouwkundestudent Tim Maertens (23) krijgt diegene die niet schoonmaakt een boete. Zeven dagen niet poetsen is zeven euro boete. “Maar het werkt niet echt”, zegt Maertens. “Het is niet leuk om iemand steeds maar weer om een paar euro achterna te zitten. Als het een te grote bende wordt, beleggen we een huisvergadering. Maar helaas blijft het dan twee weken netjes en dan wordt het langzaam weer een bende.”

Maertens ziet meer in een online boetesysteem met hogere geldinzet. “Een vriend van mij woont samen met nog vijftien andere jongens. Als ze daar niet schoonmaken, moeten ze twintig euro boete betalen. Dat houden ze online bij en dat werkt perfect.”
In het studentenhuis van Nadine van Minderhout(22), student technische bestuurskunde en Suzan van Kruchten (23), student bestuurskunde, is het erg schoon. Met een klein borsteltje de douche schrobben, bleek en bruistoiletten in de wc en grondig de keukenvloer dweilen zijn heel gewoon in hun studentenhuis. “Wij spreken elkaar er op aan als iets niet gebeurt”, zegt Van Minderhout. “Je voelt je daardoor schuldig als je niet schoonmaakt en daarom doe je het dan toch.”

In het appartement wonen zes studenten: drie mannen, drie vrouwen. Iedere week poetsen twee mensen het huis. “Eerder hadden we iedere week een taak”, zegt Van Minderhout. Van Kruchten: “Maar dat werkte niet, want je weet dan niet precies wie wat doet. Als twee mensen schoonmaken, weet je meteen wie zijn of haar karwei niet doet.” Dus maken ze eens in de drie weken een uur per week grondig schoon. “Het is gewoon een kwestie van doen. Als je het iedere week bijhoudt, is het zo schoon. Wij zijn allemaal goede schrobbers. En zo wordt het ook nooit echt smerig en ranzig,” zegt de student technische bestuurskunde.

Tips halen ze van www.omaweetraad.com en zo nu en dan kijken ze naar het tv-programma ‘Hoe schoon is jouw huis?’ voor inspiratie. Van Minderhout: “Maar liever niet onder het eten, want daar word ik misselijk van.”
Regels zijn niet alleen vervelend, in hun studentenhuis: “Onze leukste huisregel vind ik: wat op tafel ligt, wordt opgegeten”, zegt Van Minderhout. “Wie etenswaren of snoepjes op tafel laat liggen, is de klos. Dan ruim je het allemaal wel op, tenzij je in een vrijgevige bui bent.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.