Opinion

Aio’s verdienen beter salaris

Eindhoven en Twente besloten vorige maand hun aio’s beter te gaan betalen. Delft blijft achter en dat is geen goede zaak, meent het Delfts Aio Overleg (Daioo).

De arbeidsmarkt voor technische academici heeft sprookjesachtige vormen aangenomen. Bedrijven staan in de rij om pas afgestudeerde academici in een leuke baan met een behoorlijk salaris en een lease-auto te lokken. Mede hierdoor zijn op de TU’s gegadigden voor aio-plaatsen nauwelijks meer te vinden. Een grove schatting van het Daioo is dat er minstens 150 niet ingevulde aio-vacatures zijn aan de TU Delft (op een totaal van ongeveer 800 aio’s en oio’s), waarvan een behoorlijk gedeelte structureel. Naar onze verwachting zal de aio-populatie de komende jaren dan ook drastisch afnemen.

Een dalende aio-populatie is slecht voor de universiteit. De TU Delft wil bij de top van Europa horen op onderzoeksgebied. Daarvoor is onderzoek nodig en daarvoor zijn dus aio’s nodig, die nu nog een groot gedeelte van het onderzoek aan de universiteit voor hun rekening nemen. Om de daling van de aio-populatie een halt toe te roepen verhoogden de andere Nederlandse TU’s onlangs het salaris van de aio’s. De TU Delft volgde vooralsnog niet.

,,Het gaat aio’s veel meer om kwaliteit dan om geld”, aldus mr. C.J. Peels, directeur van de stafeenheid Personeel en Organisatie in Delta. En inderdaad, als het de aio alleen om geld zou gaan dan zou het wel heel dom zijn om op de TU Delft te gaan werken. Toch speelt salaris wel een rol. Wanneer een toekomstig aio kan kiezen uit vergelijkbare plaatsen in Eindhoven en in Delft, is de kans erg groot dat voor Eindhoven wordt gekozen.

Of met alleen een salarisverhoging ook het bedrijfsleven beconcurreerd wordt, is nog maar de vraag. De afgelopen jaren hebben de afschaffing van de dienstplicht en de verbeterde arbeidsmarkt de beslissing om te kiezen voor het bedrijfsleven enorm vereenvoudigd. Om toch meer mensen het aio-schap te laten overwegen is daarom meer dan een salarisverhoging nodig.

De beste manier om dat te doen lijkt ons het opvijzelen van het belabberde aio-imago. De aio heeft het imago van een onderbetaalde, zestig uur per week werkende superstudent die na zijn studie niet heeft durven kiezen voor een echte baan en die na vier jaar doorstuderen alsnog van de universiteit wordt afgeschopt.

Het is ondenkbaar dat dit imago de met de tempobeurs grootgebrachte studenten aanspreekt, zeker omdat zij in hun gestroomlijnde studie nog nauwelijks aan de goede kanten van het aio-schap hebben kunnen proeven: het doen van (zelfstandig) wetenschappelijk onderzoek. Om het aio-imago te verbeteren, moeten studenten al tijdens hun studie leren dat het doen van wetenschappelijk onderzoek schitterend werk is.

Volgens het Daioo is het verhogen van het aio-salaris tot een aanvaardbaar niveau in vergelijking met het bedrijfsleven een logische stap in de goede richting om het aio-schap aantrekkelijker te maken. Daarnaast dienen de universiteiten zich echter ook te bezinnen op mogelijkheden om studenten aan te zetten tot het aio-schap en op de mogelijkheden die zijaio’s bieden voor een carrière in de wetenschap.

Jan-Dirk Kamminga en Nelleke Guequierre

De auteurs zijn lid van het Daioo-bestuur.

De arbeidsmarkt voor technische academici heeft sprookjesachtige vormen aangenomen. Bedrijven staan in de rij om pas afgestudeerde academici in een leuke baan met een behoorlijk salaris en een lease-auto te lokken. Mede hierdoor zijn op de TU’s gegadigden voor aio-plaatsen nauwelijks meer te vinden. Een grove schatting van het Daioo is dat er minstens 150 niet ingevulde aio-vacatures zijn aan de TU Delft (op een totaal van ongeveer 800 aio’s en oio’s), waarvan een behoorlijk gedeelte structureel. Naar onze verwachting zal de aio-populatie de komende jaren dan ook drastisch afnemen.

Een dalende aio-populatie is slecht voor de universiteit. De TU Delft wil bij de top van Europa horen op onderzoeksgebied. Daarvoor is onderzoek nodig en daarvoor zijn dus aio’s nodig, die nu nog een groot gedeelte van het onderzoek aan de universiteit voor hun rekening nemen. Om de daling van de aio-populatie een halt toe te roepen verhoogden de andere Nederlandse TU’s onlangs het salaris van de aio’s. De TU Delft volgde vooralsnog niet.

,,Het gaat aio’s veel meer om kwaliteit dan om geld”, aldus mr. C.J. Peels, directeur van de stafeenheid Personeel en Organisatie in Delta. En inderdaad, als het de aio alleen om geld zou gaan dan zou het wel heel dom zijn om op de TU Delft te gaan werken. Toch speelt salaris wel een rol. Wanneer een toekomstig aio kan kiezen uit vergelijkbare plaatsen in Eindhoven en in Delft, is de kans erg groot dat voor Eindhoven wordt gekozen.

Of met alleen een salarisverhoging ook het bedrijfsleven beconcurreerd wordt, is nog maar de vraag. De afgelopen jaren hebben de afschaffing van de dienstplicht en de verbeterde arbeidsmarkt de beslissing om te kiezen voor het bedrijfsleven enorm vereenvoudigd. Om toch meer mensen het aio-schap te laten overwegen is daarom meer dan een salarisverhoging nodig.

De beste manier om dat te doen lijkt ons het opvijzelen van het belabberde aio-imago. De aio heeft het imago van een onderbetaalde, zestig uur per week werkende superstudent die na zijn studie niet heeft durven kiezen voor een echte baan en die na vier jaar doorstuderen alsnog van de universiteit wordt afgeschopt.

Het is ondenkbaar dat dit imago de met de tempobeurs grootgebrachte studenten aanspreekt, zeker omdat zij in hun gestroomlijnde studie nog nauwelijks aan de goede kanten van het aio-schap hebben kunnen proeven: het doen van (zelfstandig) wetenschappelijk onderzoek. Om het aio-imago te verbeteren, moeten studenten al tijdens hun studie leren dat het doen van wetenschappelijk onderzoek schitterend werk is.

Volgens het Daioo is het verhogen van het aio-salaris tot een aanvaardbaar niveau in vergelijking met het bedrijfsleven een logische stap in de goede richting om het aio-schap aantrekkelijker te maken. Daarnaast dienen de universiteiten zich echter ook te bezinnen op mogelijkheden om studenten aan te zetten tot het aio-schap en op de mogelijkheden die zijaio’s bieden voor een carrière in de wetenschap.

Jan-Dirk Kamminga en Nelleke Guequierre

De auteurs zijn lid van het Daioo-bestuur.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.