Campus

Fax van verre

Ad Schoof, zesdejaars scheikunde, is voor vier maanden bezig met zijn afstudeerwerk aan de Tsinghua Universiteit in Beijing. Hij onderzoekt de mengbaarheid van pekel en oplosmiddelen.

br />
Nog voordat ik bekomen ben van mijn jetlag, heb ik mijn eerste vakantie al te pakken. Het negende lustrum van de Volksrepubliek China op 1 oktober met daaraan vastgeknoopt vier dagen vrij. Een mooie gelegenheid de campus en Beijing te leren kennen.

Samen met Jasper, student economie uit Amsterdam, ga ik naar de Chinese Muur. Een reis van twee uur in de bus, die vrolijk links en rechts inhaalt en alle fietsers van de weg toetert. Daarna een beklimming van een half uur. Als beloning kun je twee uur gezellig lopen kletsen over de Muur, genieten van het weer en het schitterende berglandschap. En dan zijn er ook nog de Chinezen die onder grote hilariteit hun vrouw en enigst kind met zo’n grote Hollander op de foto willen zetten. Buitenlanders prijken hier in mening fototabum.

De Muur zelf heeft, voor een niet-civieler, weinig schoonheid, maar hij is van een indrukwekkende omvang en gebouwd in een erg ontoegankelijk gebied. Er wordt beweerd dat de slaven die omkwamen bij de bouw, zijn begraven in de Muur.

Terug in Beijing pakken we een van die kleine restaurantjes die je hier overal tegenkomt. Voor twee, of als je echt luxe wilt betaal je vijf gulden, heb je een volledige maaltijd.

Op 1 oktober is het Plein van de Hemelse Vrede the place to be, hebben we gehoord. Echter, al op drie kilometer afstand stuitten we op een grote groep mensen, met daarachter drie rijen soldaten. Onmogelijk om verder te komen behalve een selecte groep, netjes in het pak gestoken. Zij hebben blijkbaar connecties, en dus een kaartje. Ze staan in rijen in een vierkant oopgesteld en lopen op commando, rij voor rij naar het Plein.

Tegen deze overmacht is niets te beginnen, dus gaan we de kleine zijstraatjes in op zoek naar een lek. Van een vierbaansweg komen we terecht in sloppen van twee meter breed. Op vijftig meter van het nerveuze officiële gedoe, gaat hier het normale leven gewoon verder. Oude mannetjes roken een pijpje, een meisje vent appels, er wordt brood gebakken en vrouwen doen de was. Een grote stroom Chinezen die net als wij zoekt naar een opening naar het Plein, loopt erlangs.

Tot onze spijt staan er in iedere steeg richting Plein minstens zes soldaten en net zoveel politie in burger, onopvallend rokend of zich onder de mensen begevend.

Er blijft niets anders over dan net als de Chinezen om ons heen, een plek met het beste uitzicht op de lucht boven het Plein te kiezen. Het vuurwerk is een lustrum waardig.

Na twintig minuten regent het overal papiersnippers en zit iedereen onder het roet. Op de weg terug lopen we een kroegje binnen en zien op de tv het officiële programma met een hoog bobo-gehalte. Plotseling begint het vuurwerk weer. En nog een sessie van twintig minuten. Later horen we van mensen die op het dak van een hotel hebben gestaan, dat er op acht plaatsentegelijk vuurwerk werd afgeschoten. Het schijnt dat beelden van de festiviteiten ook op de Nederlandse tv zijn uitgezonden. Ik stond ertussen, tweede rang, samen met duizenden Chinezen.

Ad Schoof

Ad Schoof, zesdejaars scheikunde, is voor vier maanden bezig met zijn afstudeerwerk aan de Tsinghua Universiteit in Beijing. Hij onderzoekt de mengbaarheid van pekel en oplosmiddelen.

Nog voordat ik bekomen ben van mijn jetlag, heb ik mijn eerste vakantie al te pakken. Het negende lustrum van de Volksrepubliek China op 1 oktober met daaraan vastgeknoopt vier dagen vrij. Een mooie gelegenheid de campus en Beijing te leren kennen.

Samen met Jasper, student economie uit Amsterdam, ga ik naar de Chinese Muur. Een reis van twee uur in de bus, die vrolijk links en rechts inhaalt en alle fietsers van de weg toetert. Daarna een beklimming van een half uur. Als beloning kun je twee uur gezellig lopen kletsen over de Muur, genieten van het weer en het schitterende berglandschap. En dan zijn er ook nog de Chinezen die onder grote hilariteit hun vrouw en enigst kind met zo’n grote Hollander op de foto willen zetten. Buitenlanders prijken hier in mening fototabum.

De Muur zelf heeft, voor een niet-civieler, weinig schoonheid, maar hij is van een indrukwekkende omvang en gebouwd in een erg ontoegankelijk gebied. Er wordt beweerd dat de slaven die omkwamen bij de bouw, zijn begraven in de Muur.

Terug in Beijing pakken we een van die kleine restaurantjes die je hier overal tegenkomt. Voor twee, of als je echt luxe wilt betaal je vijf gulden, heb je een volledige maaltijd.

Op 1 oktober is het Plein van de Hemelse Vrede the place to be, hebben we gehoord. Echter, al op drie kilometer afstand stuitten we op een grote groep mensen, met daarachter drie rijen soldaten. Onmogelijk om verder te komen behalve een selecte groep, netjes in het pak gestoken. Zij hebben blijkbaar connecties, en dus een kaartje. Ze staan in rijen in een vierkant oopgesteld en lopen op commando, rij voor rij naar het Plein.

Tegen deze overmacht is niets te beginnen, dus gaan we de kleine zijstraatjes in op zoek naar een lek. Van een vierbaansweg komen we terecht in sloppen van twee meter breed. Op vijftig meter van het nerveuze officiële gedoe, gaat hier het normale leven gewoon verder. Oude mannetjes roken een pijpje, een meisje vent appels, er wordt brood gebakken en vrouwen doen de was. Een grote stroom Chinezen die net als wij zoekt naar een opening naar het Plein, loopt erlangs.

Tot onze spijt staan er in iedere steeg richting Plein minstens zes soldaten en net zoveel politie in burger, onopvallend rokend of zich onder de mensen begevend.

Er blijft niets anders over dan net als de Chinezen om ons heen, een plek met het beste uitzicht op de lucht boven het Plein te kiezen. Het vuurwerk is een lustrum waardig.

Na twintig minuten regent het overal papiersnippers en zit iedereen onder het roet. Op de weg terug lopen we een kroegje binnen en zien op de tv het officiële programma met een hoog bobo-gehalte. Plotseling begint het vuurwerk weer. En nog een sessie van twintig minuten. Later horen we van mensen die op het dak van een hotel hebben gestaan, dat er op acht plaatsentegelijk vuurwerk werd afgeschoten. Het schijnt dat beelden van de festiviteiten ook op de Nederlandse tv zijn uitgezonden. Ik stond ertussen, tweede rang, samen met duizenden Chinezen.

Ad Schoof

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.