Ik heb een rothekel aan januari.Dat is dus ieder jaar lekker beginnen.December is ook erg, maar heel anders. December is de maand van de valse verwachtingen.
De Lucifer onder de maanden. December flirt en lonkt met lichtjes en versiering, tradities en oeroude rituelen. Maar steevast verkoop je ieder jaar weer je ziel om jezelf doodongelukkig terug te vinden, eenzaam opgesloten in verplichte gezelligheid en een overkill aan feestvoedsel. Toch word ik ieder jaar weer verleid en verheug ik me op december. Nee, dan januari. Januari doet geen enkele moeite zich leuker voor te doen dan ze is.
Januari valt lekker rauw op je dak. Dag één word je wakker met een kloppend hoofd en het eerste dat opvalt is al die volledig misplaatste kerstversiering. En daar begint de ellende. Je omgeving eenmaal ontdaan van alle versiering en lichtjes blijft er niets anders over dan de kaalheid van januari. En de Goede Voornemens. Goede voornemens zijn zelden leuke voornemens. Het resultaat is een zelfkwellend gevecht tegen overtollige feestkilo’s, of nicotine-/coke-/drank-/nagelbijtverslavingen. Deze worden steevast al halverwege de tweede week verloren waardoor ons zelfbeeld ernstig daalt. En dat kon er nog wel bij, in januari.
Alle begin is moeilijk, dat zei mijn badmeester vroeger tijdens zwemles. Ik zie mezelf staan in mijn zwarte badpakje op het startblok van het grote bad. Nog helemaal droog. En warm. Dat moment waarop je je realiseert dat je straks onvermijdelijk in het koude water ligt te spartelen, daar kon ik de hele week tegenop zien. Natuurlijk waren altijd alleen die eerste twee minuten in het water onaangenaam. Daarna was je ‘gewend’ en wilde je er eigenlijk ook niet meer uit. Gewenning. De mens houdt niet van verandering. Dat is de reden dat zoveel mensen al jaren in hetzelfde schuitje zitten, kansen niet pakken en mogelijkheden niet benutten. Gewoon lekker lijdzaam klagen over de eigen situatie en hoe klote die is. Alles beter dan verandering, dan het onbekende. De euro, buitenlanders, een grondwet, allemaal dingen waar je aan moet wennen. Buitengewoon onaangenaam. Ik begrijp dat heel goed. Er zijn ook mensen die dit niet begrijpen. Die willen vooruit, ontwikkelen, nieuwe ervaringen opdoen. Van die vermoeiende progressieven. Vriend pakt zijn koffer. Hij lijkt niet overtuigd. Hij gaat acht maanden studeren in het buitenland.
Wat een rotmaand, januari. Ik kan er niet aan wennen. Doe mij maar februari. Ben ik jarig.
Ik heb een rothekel aan januari.
Dat is dus ieder jaar lekker beginnen.
December is ook erg, maar heel anders. December is de maand van de valse verwachtingen. De Lucifer onder de maanden. December flirt en lonkt met lichtjes en versiering, tradities en oeroude rituelen. Maar steevast verkoop je ieder jaar weer je ziel om jezelf doodongelukkig terug te vinden, eenzaam opgesloten in verplichte gezelligheid en een overkill aan feestvoedsel. Toch word ik ieder jaar weer verleid en verheug ik me op december. Nee, dan januari. Januari doet geen enkele moeite zich leuker voor te doen dan ze is.
Januari valt lekker rauw op je dak. Dag één word je wakker met een kloppend hoofd en het eerste dat opvalt is al die volledig misplaatste kerstversiering. En daar begint de ellende. Je omgeving eenmaal ontdaan van alle versiering en lichtjes blijft er niets anders over dan de kaalheid van januari. En de Goede Voornemens. Goede voornemens zijn zelden leuke voornemens. Het resultaat is een zelfkwellend gevecht tegen overtollige feestkilo’s, of nicotine-/coke-/drank-/nagelbijtverslavingen. Deze worden steevast al halverwege de tweede week verloren waardoor ons zelfbeeld ernstig daalt. En dat kon er nog wel bij, in januari.
Alle begin is moeilijk, dat zei mijn badmeester vroeger tijdens zwemles. Ik zie mezelf staan in mijn zwarte badpakje op het startblok van het grote bad. Nog helemaal droog. En warm. Dat moment waarop je je realiseert dat je straks onvermijdelijk in het koude water ligt te spartelen, daar kon ik de hele week tegenop zien. Natuurlijk waren altijd alleen die eerste twee minuten in het water onaangenaam. Daarna was je ‘gewend’ en wilde je er eigenlijk ook niet meer uit. Gewenning. De mens houdt niet van verandering. Dat is de reden dat zoveel mensen al jaren in hetzelfde schuitje zitten, kansen niet pakken en mogelijkheden niet benutten. Gewoon lekker lijdzaam klagen over de eigen situatie en hoe klote die is. Alles beter dan verandering, dan het onbekende. De euro, buitenlanders, een grondwet, allemaal dingen waar je aan moet wennen. Buitengewoon onaangenaam. Ik begrijp dat heel goed. Er zijn ook mensen die dit niet begrijpen. Die willen vooruit, ontwikkelen, nieuwe ervaringen opdoen. Van die vermoeiende progressieven. Vriend pakt zijn koffer. Hij lijkt niet overtuigd. Hij gaat acht maanden studeren in het buitenland.
Wat een rotmaand, januari. Ik kan er niet aan wennen. Doe mij maar februari. Ben ik jarig.
Comments are closed.