For most people the welfare of animals in intensive farming is not an everyday concern. For Simone Hoogendoorn (25) however the needs of farrowing sows – pregnant pigs – became her graduation project.
“I had the idea that I could really improve their situation a bit. Improvement goes by steps, but every small step is also one.”
Situated at the faculty of Industrial Design Engineering, Simone Hoogendoorn developed the ‘Froop’ for her MSc Design for Interaction graduation project. The ‘Froop’ consists of all kinds of materials – straw, wood, chips, etc. – that farrowing sows use in their natural nest-building behavior. Nest building is an activity that all farrowing sows feel urged to do. However, in intensive farming, pigs do not have access to these materials; therefore, the farrowing sows are put in special farrowing pens around the time they are expected to give birth.
The reason why farrowing sows are put in special farrowing pens is because
without the nest, there is a serious danger that the sows will sit on the piglets and crush them. In order to prevent this, the farrowing pen allows the sow to move only one step forward and backwards. “It’s a bit… it’s hard to see it,” Hoogendoorn explains. “They can’t move and they can’t lie around the piglets. But it’s for the safety of the piglets, because otherwise the sow will lie on the piglets, and then they are dead.”
Hoogendoorn got into this project after expressing her preference for agriculture to the chairman of her graduation committee, who put her in contact with Wageningen University. Prior to this project she had worked at several organic farms, but despite her working experience with agriculture, she faced a new challenge during this exercise.
One of the most important differences between animals and humans is that animals do not talk, and thus cannot easily express their preferences and ideas. This fact required Hoogendoorn to conduct extensive research and testing in order to reach conclusions, spending at least 30-35 hours in the farrowing pens. “I liked to do the observations, but the smell was not very nice,” she says. “After spending just five minutes in the pen, you have to take a shower.”
Nevertheless, solving this problem also contained the challenge that she was looking for in her project, requiring her to take a whole new perspective on the testing of her ideas. Hoogendoorn: “It was a really new thing for me to see how the sows reacted on the products and how I could interpret these things.”
Starting off quite skeptical and surprised, the reactions on her project soon changed when the farmers, experts, and her fellow students saw the results with the pigs. “Everybody is quite positive,” she says. “I’m curious about how it develops in the future.”
Met stemmen en media-aandacht kunnen de bewoners van Het Bolkhuisch aan de Coenderstraat op 2 mei door naar de finale. “We zitten op Facebook, twitteren en hebben een groot netwerk. Wat stemmen betreft staan we er goed voor,” zegt bewoner Stuart Edelenbos (21).
Bezoekers komen via het betonnen trappenhuis, langs lingerieposters en veel studentenkamers, op het dakterras. Daar zitten de huisgenoten, velen ongedoucht en met een lege koffiemok in de hand. “Goeiemorgen! O nee, goeiemiddag!” Gisteren vierde Roy van der Reijnst (21) zijn verjaardag, maar felicitaties zijn onnodig. “Nee hoor, ik was vorige maand jarig. Gisteren was het gewoon tijd voor mijn feestje.” De bewoners zijn melig. Als ze vertellen over de verkiezing waaraan ze meedoen, laat iemand vallen: “Enschede? Dat ze daar twee studentenhuizen hebben!” Op het dakterras geven de bewoners vaak barbecues voor vrienden. “De deur staat bij ons altijd open.” Huisfeesten worden in de hal gegeven. “Een feestje is bij ons niet alleen muziek en drank. Er moet altijd iets extra’s worden neergezet”, zegt Edelenbos. Vorig jaar hadden ze een dj-booth gemaakt op een verhoging in de gang, net boven de bar. Thema: Schieten, tieten, helikopters. “Alles wat je nodig hebt voor een goede film”, vindt een aantal jongens.
De Delftse techneuten zijn blij met het digitale karakter van de verkiezing. “Dat is ons grote voordeel”, zegt Edelenbos, “wij weten hoe internet werkt.” De huisserver staat te zoemen op de eerste verdieping en ze hebben de internetbedrading zelf aangelegd. Er hangt een webcam in de hal, die de aanbellende visite filmt. Via de huiswebsite kunnen ze met een druk op de online knop de deur openen. Ook via hun telefoon. En ze hebben een RFID-lezer zo geprogrammeerd dat hun OV-chipkaart de deur ook kan openen. “Tja, sleutels zijn zóóó 2008”, roept Peter Moolenaar (27), de huisoudste. Met een QR-code van hun stempagina proberen de bewoners stemmen te krijgen: als iemand de code scant met zijn smartphone, krijgt het Bolkhuisch een extra stem.
Er wonen zeventien jongens en vier meisjes in het Bolkhuisch. “Het testosterongehalte is hoog”, vindt Mariëlle Mulder (23). “Maar het is niet zo erg. Ik neem de opmerkingen meestal met een korreltje zout.” Huisrelaties komen wel eens voor, maar worden niet aangemoedigd. “We zijn een echt groepshuis, we doen veel met z’n allen,” zegt Edelenbos. “Een stelletje zondert zich te veel af. Maar het mag wel; je wordt niet weggestuurd.” Op een poster op de gang geeft een ingewikkeld pijlenschema al jaren aan wie er met wie heeft gezoend, gedated of wie dat zou willen.
De 21 slaapkamers hebben allemaal een bank, zelfs de HJ-kamer van zes vierkante meter. “We hebben geen gemeenschappelijke ruimte”, vertelt Peter van Gemert (23). “Dus we zitten altijd bij elkaar op de kamer.” Het huis ziet er schoon uit. “Daar waren ze van studenten.net ook behoorlijk teleurgesteld over”, zegt Van der Reijnst. “Of we geen bedorven eten hadden. Toen hebben we een oud pak vla in de ijskast gezet, zodat ze daar een foto van konden nemen. Dat pak was pas twee dagen over datum. Alles voor de publiciteit.”
Comments are closed.