Campus

‘Zweefvliegen is heel vet’

Ronald Deerenburg leverde op het junioren-WK zweefvliegen in Australië een uitzonderlijke prestatie. In samenwerking met zijn teamgenoot Robin Smit haalde de L&R-student de hoogste gemiddelde snelheid ooit gemeten op een WK in de standaardklasse.

Hoe kwam dat zo?
“Het ging die dag geweldig. Bij zweefvliegen draait het om thermiek. Je gaat in warme, van de aarde opstijgende lucht hangen, zo draai je je omhoog. Onder elke wolk zit zo’n thermische bel. Eenmaal op hoogte kun je langzaam glijdend naar het volgende punt vliegen. Door met Robin zij aan zij te vliegen kun je samen in een groter gebied de thermiek opsporen. Bovendien hebben we heel goed gebruik gemaakt van de energielijnen in de lucht. Dat perfecte teamwerk heeft die dag een gedeelde eerste plek opgeleverd, het gat met nummer drie was uitzonderlijk groot. In de zweefvlieghistorie was er in de standaardklasse nog nooit zo snel gevlogen op een WK: 631 kilometer in vier uur.”

Hoe hoog ben je overall geëindigd?
“Ik ben 23ste geworden. Op een van de eerste dagen heb ik te hard gepusht en ben ik in een weiland terechtgekomen. Het is belangrijk om elke wedstrijddag snel te vliegen, maar ook heel constant. Je mag geen fouten maken. Als je in een weiland landt ben je verder kansloos.”

Hoe was het WK opgezet?
“Je vliegt afstanden met een gps-tracker aan boord, die je na afloop inlevert. Er zijn twee soorten opdrachten. Eentje waarbij je via bepaalde punten een route moet afleggen en eentje waarbij je binnen een vooraf vastgesteld gebied zoveel mogelijk kilometers moet vliegen in een beperkt tijdsbestek.”

Wat voor vaardigheden heb je daarvoor nodig?
“Je moet natuurlijk goed kunnen vliegen, verder is het vooral een mentaal spel. Twaalf dagen lang ben je continu bezig beslissingen te nemen. Ga ik iets naar links of iets naar rechts? En je bent constant met je tegenstanders bezig, kijken wat die doen. Er zit ook tactiek in. Hoe lang wacht je op de ideale weersomstandigheden voordat je over de startlijn gaat?”

Was er een groot verschil met vliegen in Nederland?
“Absoluut, daarom zijn we ook weken van tevoren al gegaan. De omstandigheden zijn anders. Het wordt daar veel warmer en de omgeving is veel droger, dus is er sterkere thermiek: de lucht gaat sneller omhoog. In Nederland ben je blij als je twee, drie meter per seconde omhoog kan, in Australië is dat algauw vier, vijf meter. Tevens gaat de thermiek daar hoger. Die hoogte moet je omzetten in afstand. Op duizend meter hoogte kun je 40 kilometer ‘glijden’. In Nederland is 1500 meter zo’n beetje de basishoogte, in Australië heb ik ze tot , drie-, vierduizend meter zien stijgen.”

Is zweefvliegen het mooiste wat er bestaat?
“Zonder meer. Vliegen is sowieso hartstikke mooi. Zweefvliegen is een spelletje met de natuur, je moet voortdurend je best doen om je machine in de lucht te houden. En de thermiek is elke dag weer anders. Na mijn eerste lessen bij de Delftsche Studenten Aeroclub ben ik verslaafd geraakt. Omdat vliegen bij de DSA heel betaalbaar is, heb ik redelijk snel het niveau kunnen halen om wedstrijden te vliegen. Er is heel veel mogelijk en de club beschikt over moderne vliegtuigen. Het is niet in woorden uit te leggen hoe vet het is om te zweven.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.