Gebrek aan algemene kennis bij jonge ingenieurs, en nieuwe bedreigingen voor de studie-inhoud. Deze bezorgde signalen over de kwaliteit van de ingenieursopleiding werden maandag afgegeven bij de opening van het nieuwe academisch jaar.
br />
Ir. W. Dik, bestuursvoorzitter van Koninklijke PTT Nederland en lid van de adviesraad van de TU, toonde zich tijdens de plechtigheid in de Aula verontrust over het ontbreken van generalistische vaardigheden bij pas afgestudeerden. En student Steven Hubeek, voor de Oras lid van de universiteitsraad, vond dat de grote aandacht die momenteel uitgaat naar de studeerbaarheid van de programma’s een gevaar vormt voor de breedte van het curriculum.
Voor de beleidsmakers, stelde Hubeek, is de door een goede studeerbaarheid gewonnen tijd ,,niet bedoeld om geïnvesteerd te worden in extra-curriculaire activiteiten, zoals het toespreken van deze zaal. Wat de beleidsmakers er wel mee voorstaan, getuigt van een risicovolle, eenzijdige interesse in studiesnelheid.”
Hubeeks constatering werd onverwacht geïllustreerd door de jongste plannen van minister Ritzen om het universitaire bestuur te hervormen. Het kabinet wil de universiteitsraad vervangen door een ondernemingsraad of een medezeggenschapsraad zonder beslissingsmacht over de begroting van de universiteit. Studentenorganisaties spreken in hun commentaar op deze plannen al van een afruil van ‘studeerbaarheid’ tegen verminderde invloed op het bestuur.
De actuele ontwikkelingen waren echter noch voor Hubeek, noch voor universiteitsraadsvoorzitter Knippenberg, die sprak over de voors en tegens van het bindend studieadvies, aanleiding om hun toespraken aan te passen.
Sereniteit
Alleen de voorzitter van het college van bestuur, dr. N. de Voogd, ging in op de plannen van de minister. Het college heeft er begrip voor dat deze ,,pijnlijk” zijn voor vele betrokkenen, maar ,,beoordeelt de nieuwe bestuursvorm toch positief.” De Voogd voorzag een ,,duidelijker verdeling van verantwoordelijkheden en een slagvaardiger bestuur”. Hij benadrukte dat de wet de universiteiten veel vrijheid geeft voor een eigen invulling van de ideeën en sprak zijn hoop uit dat de veranderingen ,,in sereniteit” zullen worden doorgevoerd.
Figuur 1 Hooglerarencorps bij jaaropening
Volgens KPN-voorzitter Dik verlangt het bedrijfsleven ,,van technici in toenemende mate inzicht in andere disciplines dan alleen techniek”, hoewel studieverbreding door actieve deelname aan de universiteitspolitiek wellicht dus niet veel langer mogelijk is. Dik: ,,De ervaringen met afgestudeerde technici in onze werving- en selectieprocedure baart mij zorgen. Het grootste probleem is dat veel jonge technici overte weinig managementcapaciteiten en competentie beschikken om succesvol door de selectiepanels te komen. Met name communicatief en interpersoonlijk schieten zij te kort. Hun mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden liggen niet vaak op het gewenste niveau.” (G.J.t.D.)
Gebrek aan algemene kennis bij jonge ingenieurs, en nieuwe bedreigingen voor de studie-inhoud. Deze bezorgde signalen over de kwaliteit van de ingenieursopleiding werden maandag afgegeven bij de opening van het nieuwe academisch jaar.
Ir. W. Dik, bestuursvoorzitter van Koninklijke PTT Nederland en lid van de adviesraad van de TU, toonde zich tijdens de plechtigheid in de Aula verontrust over het ontbreken van generalistische vaardigheden bij pas afgestudeerden. En student Steven Hubeek, voor de Oras lid van de universiteitsraad, vond dat de grote aandacht die momenteel uitgaat naar de studeerbaarheid van de programma’s een gevaar vormt voor de breedte van het curriculum.
Voor de beleidsmakers, stelde Hubeek, is de door een goede studeerbaarheid gewonnen tijd ,,niet bedoeld om geïnvesteerd te worden in extra-curriculaire activiteiten, zoals het toespreken van deze zaal. Wat de beleidsmakers er wel mee voorstaan, getuigt van een risicovolle, eenzijdige interesse in studiesnelheid.”
Hubeeks constatering werd onverwacht geïllustreerd door de jongste plannen van minister Ritzen om het universitaire bestuur te hervormen. Het kabinet wil de universiteitsraad vervangen door een ondernemingsraad of een medezeggenschapsraad zonder beslissingsmacht over de begroting van de universiteit. Studentenorganisaties spreken in hun commentaar op deze plannen al van een afruil van ‘studeerbaarheid’ tegen verminderde invloed op het bestuur.
De actuele ontwikkelingen waren echter noch voor Hubeek, noch voor universiteitsraadsvoorzitter Knippenberg, die sprak over de voors en tegens van het bindend studieadvies, aanleiding om hun toespraken aan te passen.
Sereniteit
Alleen de voorzitter van het college van bestuur, dr. N. de Voogd, ging in op de plannen van de minister. Het college heeft er begrip voor dat deze ,,pijnlijk” zijn voor vele betrokkenen, maar ,,beoordeelt de nieuwe bestuursvorm toch positief.” De Voogd voorzag een ,,duidelijker verdeling van verantwoordelijkheden en een slagvaardiger bestuur”. Hij benadrukte dat de wet de universiteiten veel vrijheid geeft voor een eigen invulling van de ideeën en sprak zijn hoop uit dat de veranderingen ,,in sereniteit” zullen worden doorgevoerd.
Figuur 1 Hooglerarencorps bij jaaropening
Volgens KPN-voorzitter Dik verlangt het bedrijfsleven ,,van technici in toenemende mate inzicht in andere disciplines dan alleen techniek”, hoewel studieverbreding door actieve deelname aan de universiteitspolitiek wellicht dus niet veel langer mogelijk is. Dik: ,,De ervaringen met afgestudeerde technici in onze werving- en selectieprocedure baart mij zorgen. Het grootste probleem is dat veel jonge technici overte weinig managementcapaciteiten en competentie beschikken om succesvol door de selectiepanels te komen. Met name communicatief en interpersoonlijk schieten zij te kort. Hun mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden liggen niet vaak op het gewenste niveau.” (G.J.t.D.)
Comments are closed.