Education

Zijlstra vindt geen gehoor in Duitsland

Duitsland is niet van plan om Nederland te compenseren voor de Duitse studenten die hier hun opleiding volgen. De oosterburen willen alleen in Europees verband afspraken maken.


Er komen steeds meer Duitse studenten naar Nederland, ook voor fixusopleidingen als geneeskunde. Afgelopen najaar barstte de discussie weer los: verdringen Duitse studenten de Nederlandse niet? Waarom moet Nederland betalen voor het onderwijs van Duitsers?


Vlak voor de kerstvakantie stuurde staatssecretaris Zijlstra hierover een brief naar het parlement. Hij heeft de kosten en baten van buitenlandse studenten nog niet op een rij, maar belooft alvast dat hij het beleid gaat aanscherpen. Hij ziet een gevaar in een “ongebreidelde toename” van buitenlandse studenten in het Nederlandse hoger onderwijs.


Van Zijlstra moeten hogescholen en universiteiten daarom stoppen met opleidingen die volledig op Duitse studenten zijn gericht. Bij de werving van studenten uit andere EU-landen zou het uitsluitend om kwaliteit van het onderwijs moeten draaien, en niet om studentenaantallen. De staatssecretaris dreigt zelfs met ingrijpen als onderwijsinstellingen hun geld ‘ondoelmatig’ besteden.


Maar hij kan Duitse studenten niet weren, vanwege het vrije verkeer van burgers in de Europese Unie. Duitsers moeten in Nederland tegen dezelfde voorwaarden kunnen studeren als Nederlanders. Hun opleiding wordt door Nederland bekostigd en ze betalen evenveel collegegeld. Ze krijgen alleen geen studiefinanciering.


Toch hoopt Zijlstra dat hij met Duitsland – of met de deelstaten aan de grens van Nederland – afspraken kan maken over een verrekensysteem. Duitsland zou dan de kosten voor de eigen studenten moeten dragen.


Dat laatste kan hij voorlopig wel vergeten, zegt parlementair staatssecretaris Helge Braun, de vertegenwoordiger van de Duitse minister van Onderwijs in de Bundestag. Op de nieuwssite EurActiv.de zegt hij alleen op Europees niveau te willen praten over zo’n verrekensysteem, al druist het eigenlijk in tegen de Europese gedachte dat EU-burgers mobieler zouden moeten worden.


Verder haalt hij de schouders erover op. Uiteindelijk komen er meer studenten uit andere EU-landen naar Duitsland toe dan dat er Duitsers over de landsgrenzen gaan studeren. Dus zo’n systeem zou Duitsland alleen maar geld opleveren. Begrip voor de Nederlandse situatie heeft hij wel, maar over bilaterale afspraken wil hij niet praten.

De plaat over twee pagina’s toont een liggende blondine met kunstmatige ledematen, opengewerkte borstkas en iets wat lijkt op een kunstoog. Het is een compacte en beeldende samenvatting op wat er aan implantaten ontwikkeld is. Deze prent is er één van de honderd platen die verzameld zijn in het lijvige boek ‘Ingenieus’ dat uitgeverij Veen Magazines, bekend van De Ingenieur en NWT (Natuurwetenschap en Techniek) heeft uitgebracht ter gelegenheid van Verdults jubileum. De tekeningen komen naast de genoemde bladen uit Delft Integraal, het pr-blad van de TU.

Techniek mag zich snel ontwikkelen, de platen van Verdult zijn nog zeer de moeite waard. Want of de bouwput nu nog gegraven moet worden of al gedicht is, het blijft intrigerend om te zien hoe complexe bouwwerken als het openbaar vervoersknooppunt onder Amsterdam CS of de Maeslandtkering in elkaar zitten. Bij tekst is dat anders, die moet actueel zijn of in een actuele context geplaatst zijn. Als je bijvoorbeeld leest over de Nuna IV uit 2007, is het vreemd dat er met geen woord over de Nuna V uit 2009 gerept wordt. Maar goed, dit boek gaat duidelijk over beeld.

Honderd platen in acht categorieën: wetenschap, geneeskunde, sport, infrastructuur, bouw, transport, techniek, energie en water. Het zwaartepunt ligt bij infrastructuur en transport met als hoogtepunt de Noordzuidlijn en de aansluiting op Amsterdam CS. Daar heeft zelfs Verdult acht spreads voor nodig.

Zijn stijl doet denken aan die van de gebroeders Robbert en Rudolf Das. Diezelfde helderheid in de prenten en onthullende inkijkjes. Maar anders dan de Dassen tekent Verdult geen toekomstige werkelijkheid, maar een gerealiseerde realiteit (of het plan daarvoor). En dat is al spannend genoeg.
‘Verdult wil weten hoe het zit’, schrijft Erwin van den Brink in een begeleidend interview. ‘Niet ongeveer, maar exact.’ Dan beschrijft hij de ‘methode Verdult’, die de aanpak van de gepromoveerde werktuigbouwkundige beschrijft. Het begint ermee dat Verdult uitgebreid met technici gaat praten en hen, nadat de communicatiemedewerkers zijn afgehaakt, net zo lang over details ondervraagt tot hij begrijpt hoe het zit. Bij de raadselachtige instorting van een terminal bij luchthaven Charles de Gaulle (in 2004) bijvoorbeeld, reconstrueert Verdult precies welke betonbalk als eerste instortte, waarom juist die, waarom in dat gedeelte, en wat er vervolgens gebeurde.

Verdult bouwt vanuit zijn begrip het beeld op in zijn computer. Dat kan een tijd duren; enkele weken tot een maand per plaat. De helderheid en het begrip achter het beeld (hij noemde zijn firma ‘kennis in beeld’) zijn Verdults handelsmerk geworden. Ik geloof niet dat hij ooit iets tekent voordat hij werkelijk begrijpt hoe het werkt.  

Eric Verdult, ‘Ingenieus, de mooiste technische illustraties’, Veen Magazines, Diemen, 2010, 216 pagina’s, 32,50 euro (tot 29 januari met 5 euro korting).

Smaakt dit naar meer? Het besproken boek is te vinden op de leestafel in de bibliotheek.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.