Ontwerpers zouden altijd rekening moeten houden met hergebruik van hun producten. Dat was de boodschap van hoogleraar circular product design Ruud Balkenende in zijn inaugurele rede afgelopen vrijdag. Zeven aanbevelingen voor duurzame producten.
1. Zorg dat een product geschikt is voor langdurig gebruik, reparatie en refurbishment. Streef naar behoud van zoveel mogelijk functionaliteit en waarde.
“Voorbeeld van hoe het niet moet is de beschadiging van het achterlicht van een auto. Dat transparante stukje plastic kost slechts een euro, maar je moet nu voor zeg tweehonderd euro een nieuwe lampmodule kopen bestaande uit dat plastic met reflectoren, leds én de elektronica. Dat stukje plastic zit er namelijk op gelijmd en is niet te vervangen.”
2. Niet producten, maar hun gebruikers veranderen de wereld. Besteed daarom aandacht aan hun wensen en behoeften om ze in staat te stellen tot een duurzame levensstijl.
“Als je gebruikers hun product zelf willen kunnen repareren, zul je producten moeten maken waarbij dat mogelijk is. Als je gebruikers hebt die dat helemaal niet willen, moet je ervoor zorgen dat je een reparatieservice hebt die gemakkelijk beschikbaar én betaalbaar is.”
3. Neem mogelijkheden voor hergebruik van het product nadrukkelijk mee in de vroegste fase van het ontwerpproces.
“Duurzaamheid wordt vaak pas in een laat stadium of maar beperkt meegenomen. Er wordt wel gekeken naar materialen, maar niet naar hoe die aan elkaar vastzitten. Terwijl dat laatste juist cruciaal is.”
4. Combineren van producten met services is een effectieve manier om hergebruik voor fabrikanten aantrekkelijk te maken. Zorg in elk geval dat productontwerp en businessmodel op elkaar zijn afgestemd.
“Als je een product alleen verkoopt, heb je belang bij zoveel mogelijk verkoop. Dan is het prettig als het product kapot gaat. Als een fabrikant ook services biedt, heeft hij er belang bij dat een product zolang mogelijk meegaat want dan zijn er meerdere serviceperiodes mogelijk. De wil om het product langer te laten leven en makkelijker te kunnen repareren en refurbishen (reviseren) neemt dan toe.”
5. Elk product moet gerecycled kunnen worden, maar pas dan als functioneel hergebruik niet mogelijk is.
“Bij het einde van de levensduur van een product wil je in staat zijn om materialen terug te winnen. Bij recycling verlies je alle functionaliteit, terwijl je daar juist veel energie en moeite in hebt gestopt.”
6. Gebruik materialen die te recyclen zijn én zorg dat die materialen in een recyclingproces van elkaar zijn te scheiden.
“Je ziet vaak dat er twee materialen aan elkaar zitten geplakt of geschroefd, die niet in hetzelfde recyclingproces passen. Bijvoorbeeld glas dat in plastic is gegoten. Een van beide gaat bij recycling verloren.”
7. Maak producten met een korte levensduur gemakkelijk en volledig te recyclen of biodegradeerbaar.
“Denk aan koffiebekertjes, verpakkingsmaterialen en pennen: die gaan er in hoog tempo doorheen. Mijn eerste zes aanbevelingen gaan over producten die we wat langer in gebruik hebben, zoals bestek, meubels en kleine huishoudelijke apparaten.”
Lees ook: Consultants going circular
Do you have a question or comment about this article?
c.j.c.vanuffelen@tudelft.nl
Comments are closed.