Zeven gouden regels

Als je wat gedaan wilt krijgen, moet je natuurlijk zorgen voor een overtuigende presentatie. TAQT heeft er zeven gouden regels voor.

• Het begint natuurlijk met een probleem. Neem de tijd om uit te leggen wat het probleem is en wat de gevolgen hiervan kunnen zijn.
• Vertel dat driemaal in je presentatie. Benadruk het, herhaal het en herhaal nog eens. Dan kan je gesprekspartner nooit zeggen het niet te hebben gehoord.
• Je moet natuurlijk wel met argumenten komen. Niet vijf of tien, maar drie. Verderop in het debat kun je wellicht nog wat andere argumenten noemen.
• Label je argumenten. Ofwel: zet bepaalde woorden centraal die in het debat een belangrijke rol gaan spelen. Hamer bijvoorbeeld op ‘traditie’, dat is een sterk frame.
• Als je spreekt wil je natuurlijk wel van iedereen aandacht krijgen. Tel daarom tot 6 voordat je begint. Neem je tijd. “Als iemand later binnenkomt, stop dan even anders is je presentatie verstoord”, zegt Maarten Poorter van TAQT. “Laat zien dat je de boel onder controle hebt.”
• Sexi (State, EXplain, Illustrate). Ofwel: zeg kort maar krachtig wat je vindt, leg uit waarom en illustreer het met een voorbeeld.
• Let op non-verbale communicatie. Niet alleen op die van jou als spreker maar ook op die van de andere leden van je fractie of commissie. Ga bijvoorbeeld niet in je stoel liggen hangen. Neem een actieve houding aan. Maak jezelf zo groot mogelijk. “Bij echt belangrijke punten is het handig als de anderen ja knikken”, zegt Poorter. “Dat werkt psychologisch door bij je gesprekspartner.”

En verder: begin niet met ‘welkom’, iedereen zit al. Link het probleem niet alleen aan je eigen interesses, maar ook aan die van je gesprekspartner die wellicht zo min mogelijk wil veranderen. Zeg bijvoorbeeld: ‘als de TU een topuniversiteit wil zijn, dan…’ Maar let op: als je het probleem te persoonlijk maakt, kan de ander denken dat het alleen jouw probleem is.