Terwijl studiehuizen op het vwo beogen scholieren zelfstandiger te ‘leren leren’, wordt het onderwijs aan de TUD juist schoolser. Daarom is het tijd voor een koerswijziging.
Het onderwerp ‘zelfstandig leren’ staat momenteel volop in de belangstelling. Een in dit verband relevante ontwikkeling is de invoering van het studiehuis in de bovenbouw van havo en vwo. Vanaf het jaar 2000 zal er aan de TUD een nieuw type student instromen die gewend is om zelfstandig te werken en eigen keuzen te maken, geleerd heeft te plannen en zelf verantwoording te nemen over het leerproces. Dit wetende, wordt het tijd dat de TUD zich eens gaat buigen over de consequenties van deze studiehuis-gedachte voor haar eigen onderwijs.
Het is de laatste jaren steeds belangrijker geworden dat een studie binnen de normtijd wordt afgerond. Een deel van de vernieuwingsmaatregelen die binnen het Delftse onderwijs zijn ingevoerd, hebben dan ook als doel om de aanwezigheid of actieve deelname van studenten aan onderwijs en aan zelfstudie te stimuleren. Op veel faculteiten is, zeker in de eerste jaren van de opleiding, veel tijd ingeroosterd voor contact-uren.
Een groot deel van de beschikbare studietijd wordt vooraf ingevuld, waardoor er weinig beroep wordt gedaan op de planningsvaardigheden van studenten. Voor een deel van de ingeroosterde uren geldt bovendien een aanwezigheidsplicht. Verplichte deelname aan vaardigheidsonderwijs zoals practica en (ontwerp-)oefeningen vormen op de meeste faculteiten eerder regel dan uitzondering. Een andere methode die steeds vaker aan de TUD wordt toegepast is het invoeren van tussentoetsen of huiswerkopgaven bij vakken in de (basis-)studie.
Door middel van deze maatregelen worden studenten aangezet tot het regelmatig bijhouden van de leerstof, wat uiteindelijk moet resulteren in een hoger studierendement. In veel gevallen is deelname verplicht of benadelen studenten zichzelf als zij besluiten om niet aan tussentoetsen of huiswerk deel te nemen. Op de faculteit Civiele Techniek moeten de opdrachten die tijdens sommige vakken worden uitgedeeld bijvoorbeeld met een voldoende worden beoordeeld om aan het tentamen te mogen deelnemen. Kortom: er lijkt de laatste jaren aan de TUD een verschuiving plaats te vinden waarbij studenten steeds meer beperkt worden in hun zelfstandigheid en het gevoel krijgen terug te zijn op de middelbare school.
Gids
Wat houdt de studiehuisgedachte nu precies in? Het studiehuis in de bovenbouw van het vwo is bedoeld om de aansluiting tussen vwo-wo te verbeteren door leerlingen te ‘leren leren’. De invoering van het studiehuis heeft twee belangrijke consequenties. Leerlingen brengen nog wel het grootste deel van hun tijd op school door, maar krijgen daar meer vrijheid. Een klein aantal klassikale lessen staat vast en de rest van de werkweek vult de leerling zelf in door deel te nemen aan ingeroosterde begeleidings-uren, zelfstudie of stages.
Het zelfstandig studeren wordt op deze wijze al op het vwo geïntroduceerd, waarbij leraren dit nog intensief kunnen begeleiden. De tweede belangrijke verandering is de veranderende rol van de docent. In plaats van de ‘overdrager van kennis’ treedt hij op als gids en coach. De docent enthousiasmeert zijn leerlingen, brengt kennis en vaardigheden onder de aandacht, laat gaandeweg de verantwoordelijkheid voor de volgorde, keuze en planning steeds meer over aan de leerlingen, maar springt nog wel in bij moeilijkheden.
Geconcludeerd mag worden dat de ontwikkelingen bij een flink aantal vakken aan de TUD lijnrecht staat tegenover de ontwikkelingen op het vwo. Indien het studiehuis een succes wordt, is het niet ondenkbaar dat toekomstige eerstejaars gedemotiveerd raken van het ‘schoolse’ onderwijs dat zij hier op sommige faculteiten in de basisstudie krijgen aangeboden. Een koerswijziging is dan op zijn plaats.
Eigen weg
De hier voorgestelde koerswijziging komt voort uit een tweetal ontwikkelingen: veranderingen in de vooropleiding en veranderingen in de maatschappij en arbeidsmarkt. Om goed aan te sluiten bij het studiehuis, zal er aan de TUD meer aandacht moeten komen voor zelfstandig leren en studentgericht onderwijs. Hierbij is wel een kanttekening noodzakelijk. In het leren-leren model moeten leerlingen zelf problemen definiëren en oplossingen zoeken, maar weten ze door gebrek aan kennis niet eens dat er knelpunten zijn of waar die zich bevinden. Pas als een student basiskennis heeft, kan hij de problemen op een terrein waarnemen.
Meer aandacht voor studentgericht onderwijs betekent dus niet automatisch dat alle hoorcolleges, instructies en practica maar meteen overboord moeten. Deze werkvormen kunnen uitstekend worden benut om bijvoorbeeld de basiskennis op een vakgebied over te dragen. Het is echter wel de taak van een onderwijsinstelling om studenten te activeren en te motiveren. Waar we mijns inziens dan ook naar toe moeten is een curriculum waarin de student centraal staat, met een grote variëteit aan werkvormen, waarin studenten keuzen kunnen maken en hun eigen weg kunnen zoeken. Niet iedere student is namelijk hetzelfde. De een wordt gemotiveerd door hoorcolleges in combinatie met wekelijkse tussentoetsen en de ander gruwelt daarvan. Er moeten dus alternatieven worden geboden binnen een vak zodat studenten kunnen studeren op een manier die het beste bij hen past.
Groei
Daarnaast veranderen de eisen die de arbeidsmarkt aan afgestudeerden stelt. Er is momenteel een explosieve groei aan kennis en vaardigheden, waardoor kennis steeds sneller veroudert. Verder zijn universiteiten hun monopolie op het gebied van kennisproductie aan het verliezen en vindt kennisproductie steeds meer plaats in grote bedrijven, adviescentra en netwerk-achtige organisaties. Om deze redenen wordt het steeds belangrijker dat afgestudeerden de vaardigheid bezitten om zelfstandig kennis te vergaren en te functioneren in multidisciplinaire teams.
Dit is een tweede reden om al in de basisstudie te kiezen voor een gevarieerd aanbod aan werkvormen waarin ook vaardigheden zoals plannen, samenwerken en probleemoplossen geoefend kunnen worden. Er zijn voldoende geschikte voorbeelden te vinden van onderwijsvernieuwing: Probleem Gestuurd Onderwijs (Maastricht), studentgericht onderwijs (Tilburg), opdrachtgestuurd onderwijs (Amsterdam) of projectgestuurd blokonderwijs (Twente).
Kortom: het wordt hoog tijd dat faculteiten aan de TUD eens kritisch gaan bekijken in hoeverre hun curriculum over twee jaar nog aan de gestelde eisen voldoet en dat zij snel actie ondernemen om eventuele knelpunten weg te werken.
De auteur is werkzaam bij de sectie Didactiek en Onderwijsontwikkeling van de subfaculteit WTM
Het onderwerp ‘zelfstandig leren’ staat momenteel volop in de belangstelling. Een in dit verband relevante ontwikkeling is de invoering van het studiehuis in de bovenbouw van havo en vwo. Vanaf het jaar 2000 zal er aan de TUD een nieuw type student instromen die gewend is om zelfstandig te werken en eigen keuzen te maken, geleerd heeft te plannen en zelf verantwoording te nemen over het leerproces. Dit wetende, wordt het tijd dat de TUD zich eens gaat buigen over de consequenties van deze studiehuis-gedachte voor haar eigen onderwijs.
Het is de laatste jaren steeds belangrijker geworden dat een studie binnen de normtijd wordt afgerond. Een deel van de vernieuwingsmaatregelen die binnen het Delftse onderwijs zijn ingevoerd, hebben dan ook als doel om de aanwezigheid of actieve deelname van studenten aan onderwijs en aan zelfstudie te stimuleren. Op veel faculteiten is, zeker in de eerste jaren van de opleiding, veel tijd ingeroosterd voor contact-uren.
Een groot deel van de beschikbare studietijd wordt vooraf ingevuld, waardoor er weinig beroep wordt gedaan op de planningsvaardigheden van studenten. Voor een deel van de ingeroosterde uren geldt bovendien een aanwezigheidsplicht. Verplichte deelname aan vaardigheidsonderwijs zoals practica en (ontwerp-)oefeningen vormen op de meeste faculteiten eerder regel dan uitzondering. Een andere methode die steeds vaker aan de TUD wordt toegepast is het invoeren van tussentoetsen of huiswerkopgaven bij vakken in de (basis-)studie.
Door middel van deze maatregelen worden studenten aangezet tot het regelmatig bijhouden van de leerstof, wat uiteindelijk moet resulteren in een hoger studierendement. In veel gevallen is deelname verplicht of benadelen studenten zichzelf als zij besluiten om niet aan tussentoetsen of huiswerk deel te nemen. Op de faculteit Civiele Techniek moeten de opdrachten die tijdens sommige vakken worden uitgedeeld bijvoorbeeld met een voldoende worden beoordeeld om aan het tentamen te mogen deelnemen. Kortom: er lijkt de laatste jaren aan de TUD een verschuiving plaats te vinden waarbij studenten steeds meer beperkt worden in hun zelfstandigheid en het gevoel krijgen terug te zijn op de middelbare school.
Gids
Wat houdt de studiehuisgedachte nu precies in? Het studiehuis in de bovenbouw van het vwo is bedoeld om de aansluiting tussen vwo-wo te verbeteren door leerlingen te ‘leren leren’. De invoering van het studiehuis heeft twee belangrijke consequenties. Leerlingen brengen nog wel het grootste deel van hun tijd op school door, maar krijgen daar meer vrijheid. Een klein aantal klassikale lessen staat vast en de rest van de werkweek vult de leerling zelf in door deel te nemen aan ingeroosterde begeleidings-uren, zelfstudie of stages.
Het zelfstandig studeren wordt op deze wijze al op het vwo geïntroduceerd, waarbij leraren dit nog intensief kunnen begeleiden. De tweede belangrijke verandering is de veranderende rol van de docent. In plaats van de ‘overdrager van kennis’ treedt hij op als gids en coach. De docent enthousiasmeert zijn leerlingen, brengt kennis en vaardigheden onder de aandacht, laat gaandeweg de verantwoordelijkheid voor de volgorde, keuze en planning steeds meer over aan de leerlingen, maar springt nog wel in bij moeilijkheden.
Geconcludeerd mag worden dat de ontwikkelingen bij een flink aantal vakken aan de TUD lijnrecht staat tegenover de ontwikkelingen op het vwo. Indien het studiehuis een succes wordt, is het niet ondenkbaar dat toekomstige eerstejaars gedemotiveerd raken van het ‘schoolse’ onderwijs dat zij hier op sommige faculteiten in de basisstudie krijgen aangeboden. Een koerswijziging is dan op zijn plaats.
Eigen weg
De hier voorgestelde koerswijziging komt voort uit een tweetal ontwikkelingen: veranderingen in de vooropleiding en veranderingen in de maatschappij en arbeidsmarkt. Om goed aan te sluiten bij het studiehuis, zal er aan de TUD meer aandacht moeten komen voor zelfstandig leren en studentgericht onderwijs. Hierbij is wel een kanttekening noodzakelijk. In het leren-leren model moeten leerlingen zelf problemen definiëren en oplossingen zoeken, maar weten ze door gebrek aan kennis niet eens dat er knelpunten zijn of waar die zich bevinden. Pas als een student basiskennis heeft, kan hij de problemen op een terrein waarnemen.
Meer aandacht voor studentgericht onderwijs betekent dus niet automatisch dat alle hoorcolleges, instructies en practica maar meteen overboord moeten. Deze werkvormen kunnen uitstekend worden benut om bijvoorbeeld de basiskennis op een vakgebied over te dragen. Het is echter wel de taak van een onderwijsinstelling om studenten te activeren en te motiveren. Waar we mijns inziens dan ook naar toe moeten is een curriculum waarin de student centraal staat, met een grote variëteit aan werkvormen, waarin studenten keuzen kunnen maken en hun eigen weg kunnen zoeken. Niet iedere student is namelijk hetzelfde. De een wordt gemotiveerd door hoorcolleges in combinatie met wekelijkse tussentoetsen en de ander gruwelt daarvan. Er moeten dus alternatieven worden geboden binnen een vak zodat studenten kunnen studeren op een manier die het beste bij hen past.
Groei
Daarnaast veranderen de eisen die de arbeidsmarkt aan afgestudeerden stelt. Er is momenteel een explosieve groei aan kennis en vaardigheden, waardoor kennis steeds sneller veroudert. Verder zijn universiteiten hun monopolie op het gebied van kennisproductie aan het verliezen en vindt kennisproductie steeds meer plaats in grote bedrijven, adviescentra en netwerk-achtige organisaties. Om deze redenen wordt het steeds belangrijker dat afgestudeerden de vaardigheid bezitten om zelfstandig kennis te vergaren en te functioneren in multidisciplinaire teams.
Dit is een tweede reden om al in de basisstudie te kiezen voor een gevarieerd aanbod aan werkvormen waarin ook vaardigheden zoals plannen, samenwerken en probleemoplossen geoefend kunnen worden. Er zijn voldoende geschikte voorbeelden te vinden van onderwijsvernieuwing: Probleem Gestuurd Onderwijs (Maastricht), studentgericht onderwijs (Tilburg), opdrachtgestuurd onderwijs (Amsterdam) of projectgestuurd blokonderwijs (Twente).
Kortom: het wordt hoog tijd dat faculteiten aan de TUD eens kritisch gaan bekijken in hoeverre hun curriculum over twee jaar nog aan de gestelde eisen voldoet en dat zij snel actie ondernemen om eventuele knelpunten weg te werken.
De auteur is werkzaam bij de sectie Didactiek en Onderwijsontwikkeling van de subfaculteit WTM
Comments are closed.