Campus

Woehoe Wubboooo!

Ze bestaan echt: Lowlands-bezoekers die een uur lang in de rij staan om vooraan te kunnen zitten bij een lezing van Wubbo Ockels.

“Ockels is een van mijn weinige echte jeugdhelden”, zegt Bob (34) uit Castricum. En dat méént hij. “Als klein jongetje lag ik voor de televisie te kijken toen Ockels als eerste Nederlander de ruimte in ging. Geweldig, vond ik het.” Een van zijn vrienden valt bij en grapt: “Ik ben meegegaan om Bob te ondersteunen. Het wordt een heel emotionele gebeurtenis.” Andere bezoekers zijn gekomen omdat ze geïnteresseerd zijn in het milieu, in duurzame energie of in de toekomst in het algemeen. Nou ja, er zijn ook uitzonderingen. “Ik ben hier gekomen omdat komieken wel fijn zijn”, zegt Joni uit het Belgische Brugge. “Wat zegt u? Is het géén comedy? Oh.my.God…”

Het is zaterdagmiddag. De circustent op het Lowlands-terrein die ‘Juliet’ heet, is volgestroomd met ruim duizend bezoekers. Er verschijnt een pedel ten tonele, in vol ornaat. Allemaal opstaan voor de professor, staat op een projectiescherm te lezen. Het publiek staat, en een grijnzende Ockels verrijst boven het enorme spreekgestoelte. De mensenzee gilt. “Tja”, kan Ockels uiteindelijk zeggen. Weer begint het publiek te gillen. “Wubbooooo!”, roept iemand.

Nog herhaaldelijk zal Ockels zijn lezing moeten onderbreken wegens enthousiast gejoel en geklap vanuit de zaal. De professor toont een film van de lancering van ‘zijn’ ruimteveer de Challenger. Woehoe!, doet het publiek. Ockels vertelt over de overwinning van Nuna op de Solar Challenge voor auto’s op zonne-energie. Woehoe! “Ik trek even mijn jasje uit”, zegt Ockels. Woehoehoe!

Op het projectiescherm verschijnen adembenemende ruimtefoto’s, en het publiek ziet de aarde in al haar breekbare schoonheid. We zien luchtvervuiling, broze baaien waar zich zeldzame walvissen verzamelen, fel bevochten landsgrenzen die vanuit de ruimte gezien slechts illusies blijken. “Als je in de ruimte zweeft en je kijkt naar de aarde, dan geeft dat een ongekend perspectief”, filosofeert Ockels.

Kinderen

Het betoog wordt somberder. Vier aardes hebben we nodig als we allemaal willen leven als een Amerikaan, houdt de professor het publiek voor. In Nederland zijn er over vijftien jaar 20 procent personen méér. De energiebehoefte van de mensheid is in 2050 verdubbeld. De hoeveelheid broeikasgassen stijgt, het klimaat verandert.

Maar ook hier ligt het antwoord in de foto’s vanuit de ruimte. Het festivalpubliek krijgt te zien hoe de wind machtige cycloonkrullen draait boven de oceaan, hoe de zeestroming diepe kronkels trekt in het water en hoe de zon weerkaatst op het glanzende zeeoppervlak. Ockels bedoelt maar. “Er is zo ontzettend veel energie. Dat is eigenlijk helemaal geen probleem.”

Ockels verhaalt over zijn eigen inspanningen om de energie van de zon en de wind af te tappen. Het publiek ziet voertuigen op zonnecellen, geavanceerde vliegers, sciencefiction-achtige superbussen. De astronaut in ruste vertelt hoe hij zich voelde toen hij na het winnen van de Solar Challenge danste in een Australische fontein. “Een machtig gevoel”, zo zegt hij. “Het gevoel dat je de toekomst in handen hebt.”

De duurzaamheidsprofessor spreekt het publiek aan, werkt toe naar een climax. Want: de jongeren zijn aan zet, vindt Ockels. De jeugd moet de fakkel overnemen, het vuur van de duurzame energie definitief ontsteken. De man uit de ruimte roept: “Heb ik jullie steun?” Woehoe!, doet de zaal.

De professor ontvangt een daverend applaus, de festivalgangers beginnen de tent te verlaten, de zon en de daverende klanken van de Rotterdamse hardcoreband Face Tomorrow tegemoet. Joni, de Belgische die er eerst nog zo van baalde om een professor te treffen in plaats van een komiek, is helemaal tot het eind gebleven. Ze lacht. “Dit was góéd! Ik ben weer helemaal optimistisch over het krijgen van kinderen.”

(Foto:Fulco Bakker)

“Ockels is een van mijn weinige echte jeugdhelden”, zegt Bob (34) uit Castricum. En dat méént hij. “Als klein jongetje lag ik voor de televisie te kijken toen Ockels als eerste Nederlander de ruimte in ging. Geweldig, vond ik het.” Een van zijn vrienden valt bij en grapt: “Ik ben meegegaan om Bob te ondersteunen. Het wordt een heel emotionele gebeurtenis.” Andere bezoekers zijn gekomen omdat ze geïnteresseerd zijn in het milieu, in duurzame energie of in de toekomst in het algemeen. Nou ja, er zijn ook uitzonderingen. “Ik ben hier gekomen omdat komieken wel fijn zijn”, zegt Joni uit het Belgische Brugge. “Wat zegt u? Is het géén comedy? Oh.my.God…”

Het is zaterdagmiddag. De circustent op het Lowlands-terrein die ‘Juliet’ heet, is volgestroomd met ruim duizend bezoekers. Er verschijnt een pedel ten tonele, in vol ornaat. Allemaal opstaan voor de professor, staat op een projectiescherm te lezen. Het publiek staat, en een grijnzende Ockels verrijst boven het enorme spreekgestoelte. De mensenzee gilt. “Tja”, kan Ockels uiteindelijk zeggen. Weer begint het publiek te gillen. “Wubbooooo!”, roept iemand.

Nog herhaaldelijk zal Ockels zijn lezing moeten onderbreken wegens enthousiast gejoel en geklap vanuit de zaal. De professor toont een film van de lancering van ‘zijn’ ruimteveer de Challenger. Woehoe!, doet het publiek. Ockels vertelt over de overwinning van Nuna op de Solar Challenge voor auto’s op zonne-energie. Woehoe! “Ik trek even mijn jasje uit”, zegt Ockels. Woehoehoe!

Op het projectiescherm verschijnen adembenemende ruimtefoto’s, en het publiek ziet de aarde in al haar breekbare schoonheid. We zien luchtvervuiling, broze baaien waar zich zeldzame walvissen verzamelen, fel bevochten landsgrenzen die vanuit de ruimte gezien slechts illusies blijken. “Als je in de ruimte zweeft en je kijkt naar de aarde, dan geeft dat een ongekend perspectief”, filosofeert Ockels.

Kinderen

Het betoog wordt somberder. Vier aardes hebben we nodig als we allemaal willen leven als een Amerikaan, houdt de professor het publiek voor. In Nederland zijn er over vijftien jaar 20 procent personen méér. De energiebehoefte van de mensheid is in 2050 verdubbeld. De hoeveelheid broeikasgassen stijgt, het klimaat verandert.

Maar ook hier ligt het antwoord in de foto’s vanuit de ruimte. Het festivalpubliek krijgt te zien hoe de wind machtige cycloonkrullen draait boven de oceaan, hoe de zeestroming diepe kronkels trekt in het water en hoe de zon weerkaatst op het glanzende zeeoppervlak. Ockels bedoelt maar. “Er is zo ontzettend veel energie. Dat is eigenlijk helemaal geen probleem.”

Ockels verhaalt over zijn eigen inspanningen om de energie van de zon en de wind af te tappen. Het publiek ziet voertuigen op zonnecellen, geavanceerde vliegers, sciencefiction-achtige superbussen. De astronaut in ruste vertelt hoe hij zich voelde toen hij na het winnen van de Solar Challenge danste in een Australische fontein. “Een machtig gevoel”, zo zegt hij. “Het gevoel dat je de toekomst in handen hebt.”

De duurzaamheidsprofessor spreekt het publiek aan, werkt toe naar een climax. Want: de jongeren zijn aan zet, vindt Ockels. De jeugd moet de fakkel overnemen, het vuur van de duurzame energie definitief ontsteken. De man uit de ruimte roept: “Heb ik jullie steun?” Woehoe!, doet de zaal.

De professor ontvangt een daverend applaus, de festivalgangers beginnen de tent te verlaten, de zon en de daverende klanken van de Rotterdamse hardcoreband Face Tomorrow tegemoet. Joni, de Belgische die er eerst nog zo van baalde om een professor te treffen in plaats van een komiek, is helemaal tot het eind gebleven. Ze lacht. “Dit was góéd! Ik ben weer helemaal optimistisch over het krijgen van kinderen.”

(Foto:Fulco Bakker)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.