Strategische wetenschapscommunicatie draagt bij aan een sterke positie van de universiteit en moet daarom ingevoerd worden in het allocatiemodel, vinden Maarten van der Sanden en Patricia
Osseweijer.
Persaandacht, valorisatie, congres, debat, dialoog, eigen pr, aantonen van het maatschappelijk nut van je onderzoek. De communicatietaak van wetenschappers is de afgelopen 25 jaar behoorlijk toegenomen. En wees eerlijk, wie wil er niet schitteren op de shortlist van beste populair wetenschappelijke boeken? Imago en publieke zichtbaarheid zijn geen vieze woorden meer binnen de academie. Zo ook voor de Delft Research Initiatives.
En het is juist binnen deze initiatieven dat communicatie door wetenschappers strategischer wordt. Op een warm bed van romantische wetenschappelijke passie, compassie en een gezonde dosis ijdelheid draagt weldoordachte communicatie bij aan het bereiken van individuele- en organisatiedoelen.
Binnen corporate science communication gaat het dan ook om het samenkomen van geloofwaardigheid, vertrouwen, integriteit, een maatschappelijk vooraanstaande rol en wetenschap van uitstekende kwaliteit op individueel- en op groepsniveau. Niet alleen in communicatie met het publiek, maar ook in contact met bedrijven, overheden, andere kennisinstellingen en collega wetenschappers over de hele wereld.
Eigenlijk gaat communicatie over wetenschap al 25 jaar niet meer alleen over het verheffen van het volk en het tegengaan van wetenschappelijke ongeletterdheid van het lekenpubliek. Voorlichten in de meest klassieke zin. Nee, communicatie over wetenschap is een onmisbaar element geworden in de discussie over de impact van wetenschap en techniek op de samenleving, het überhaupt kunnen beoefenen van wetenschap en het betrekken van de beste studenten bij onze universiteit. En omdat wetenschappers geen etalagepoppen zijn die je achter de ruit zet, staan in ons beeld de wetenschappers naast, of juist voor de communicatie en marketingmedewerkers, die de wetenschappers ondersteunen in hun communicatietaken en mede zorg dragen voor de onderlinge afstemming en de communicatiekwaliteit.
Worden wetenschappers dan geen buiksprekende etalagepoppen? Onzin, communicatie maakt juist dat wetenschap uitdagend, provocerend en passievol is. Het vuur van Prometheus moet gloeiend heet zijn, maar wel gestookt op integriteit, geloofwaardigheid en wetenschappelijke topprestaties. Dit is niet gemakkelijk en kost tijd en geld. Tijd en geld dat nodig is voor het communicatief coachen van wetenschappers, het ondersteunen van communicatieprofessionals in hun taken als adviseur en kennismakelaar en het koppelen van sociaalwetenschappers aan natuurwetenschappers in een embryonaal stadium van onderzoek (Delta-columnist Daan Schuurbiers hoopt daar 15 november op te promoveren aan deze universiteit). Ook aanmoedigingspremies voor communicatie passen in dit idee. Een sabbatical om dat populair wetenschappelijke boek te schrijven. Of dagelijks tijd, ruimte en ondersteuning voor communicatietaken voor wetenschappers die dat graag willen en er talent voor hebben. En dat zijn er best veel denken wij. Waarom eigenlijk niet een basiskwalificatie communicatie (BKC) naast die voor onderwijs (BKO)?
Kortom strategische corporate
science communication die bijdraagt aan een sterke positie van de onderzoeker en daarmee van zijn universiteit. In het allocatiemodel van de TU Delft is het niet alleen goed om dit te realiseren, maar ook belangrijk om te implementeren als je de beoogde kwaliteit en de intensiteit van een universiteit midden in de samenleving wilt waarmaken.
Maarten van der Sanden en Patricia Osseweijer zijn betrokken bij het onderzoek naar en onderwijs van wetenschapscommunicatie binnen de TU Delft (Science Education & Communication en Biotechnology and Society). Onlangs schreven zij samen het hoofdstuk ‘Effectively embedding science communication in academia: a second paradigm shift?’ in een boek over wetenschapscommunicatie (eds. David Bennett en Richard Jennings) dat volgend voorjaar verschijnt bij Cambridge University Press.
<![CDATA[
]]>Op zeven december wordt in Iran de dood herdacht
van drie studenten bij een anti-Amerikaanse demonstratie in 1953. De laatste
jaren wordt de ‘Dag van de Student’ echter ook aangegrepen voor protestacties
tegen het Iraanse regime, en om dat te voorkomen werd de universiteit van
Teheran vandaag preventief omsingeld. Internationale journalisten kregen een
werkverbod en moeten drie dagen thuisblijven, en de afgelopen week werden er tientallen
leiders van de studentenbeweging gearresteerd.
De overheid zou geprobeerd hebben het
internetverkeer plat te leggen, maar voorlopig regent het nog berichten van
ooggetuigen op de sociale netwerksite Twitter. De conflicten
tussen politie en studenten lopen hoog op, melden ze: volgens de laatste
berichten worden studenten in elkaar geslagen en gebruikt de oproerpolitie traangas
om de demonstranten uiteen te drijven.
Comments are closed.