Minister Ritzen verwacht dat het wetsvoorstel cursusduurdifferentiatie binnenkort goedgekeurd wordt. Dit zei hij in een gesprek met de Delftse studenten die enkele weken geleden het ministerie bezetten.
De bezetters hadden afgelopen vrijdag een gesprek bij de bewindsman thuis.
Over het wetsvoorstel cursusduurdifferentiatie dat nu bij de Tweede Kamer ligt, zei Ritzen: ,,Ik verwacht dat het binnen enkele weken goedgekeurd wordt. Dan kan ook de Delftse stap om naar 5 jaar te gaan, witgewassen worden.”
Behalve het wetsvoorstel staan ook de prestatiebeurs en de inkorting van de studiefinancieringsduur – in te voeren per september 1995 – op de politieke agenda. Volgens de bewindsman verdienen hierbij drie punten aandacht: ,,Ten eerste dient er hard gewerkt te worden aan de studeerbaarheid van het programma en ten tweede moet de mogelijkheid tot extra-curriculaire activiteiten in alle omstandigheden behouden blijven. De auditorenfondsen moeten daarom scherp bekeken worden. Er moet bijvoorbeeld gedacht worden aan een auditorenfonds dat direct tijdens de vertraging van de studie uitkeert en niet achteraf. Ten derde moet er aandacht besteed worden de groep mensen die de studie niet haalt. Voor omzwaaiers zullen regels moeten gelden zoals nu bij de tempobeurs.”
De studenten vrezen een verlies aan toegankelijkheid van het onderwijs, speciaal voor studenten met arme ouders die een enorme schuld kunnen oplopen. De minister erkent: ,,Nu stroomt 98 procent van de vwo’ers door. Als dat terugloopt, is dat inderdaad een duidelijk signaal. Ik verwacht echter niet dat mensen hierom het hoger onderwijs zullen mijden.”
De verbetering van de studeerbaarheid was een belangrijk punt voor de studenten. Zowel Ritzen als de studenten erkennen dat een rapport zoals van de commissie-Wijnen bruikbare suggesties bevat. Volgens de studenten wordt hier door docenten te weinig mee gedaan, maar kunnen docenten moeilijk gedwongen worden om anders onderwijs te geven. De docent moet zich niet beperkt voelen door de regelgeving, maar juist gestimuleerd. Ritzen erkent dit: ,,Maar het zal binnen de universiteit moeten gebeuren. Daar moeten studenten achteraan zitten. Misschien zouden sommige faculteiten een paar dagen op de hei moeten gaan zitten om het geven van goed onderwijs goed door te praten aan de hand van het rapport Wijnen.”
Ook sprak Ritzen met de studenten over verschillende vormen van studiefinancieringsstelsels, maar goede alternatieven zijn duur; Ritzen is daarom voorlopig nog tevreden met het huidige stelsel. (P.R.)
Minister Ritzen verwacht dat het wetsvoorstel cursusduurdifferentiatie binnenkort goedgekeurd wordt. Dit zei hij in een gesprek met de Delftse studenten die enkele weken geleden het ministerie bezetten. De bezetters hadden afgelopen vrijdag een gesprek bij de bewindsman thuis.
Over het wetsvoorstel cursusduurdifferentiatie dat nu bij de Tweede Kamer ligt, zei Ritzen: ,,Ik verwacht dat het binnen enkele weken goedgekeurd wordt. Dan kan ook de Delftse stap om naar 5 jaar te gaan, witgewassen worden.”
Behalve het wetsvoorstel staan ook de prestatiebeurs en de inkorting van de studiefinancieringsduur – in te voeren per september 1995 – op de politieke agenda. Volgens de bewindsman verdienen hierbij drie punten aandacht: ,,Ten eerste dient er hard gewerkt te worden aan de studeerbaarheid van het programma en ten tweede moet de mogelijkheid tot extra-curriculaire activiteiten in alle omstandigheden behouden blijven. De auditorenfondsen moeten daarom scherp bekeken worden. Er moet bijvoorbeeld gedacht worden aan een auditorenfonds dat direct tijdens de vertraging van de studie uitkeert en niet achteraf. Ten derde moet er aandacht besteed worden de groep mensen die de studie niet haalt. Voor omzwaaiers zullen regels moeten gelden zoals nu bij de tempobeurs.”
De studenten vrezen een verlies aan toegankelijkheid van het onderwijs, speciaal voor studenten met arme ouders die een enorme schuld kunnen oplopen. De minister erkent: ,,Nu stroomt 98 procent van de vwo’ers door. Als dat terugloopt, is dat inderdaad een duidelijk signaal. Ik verwacht echter niet dat mensen hierom het hoger onderwijs zullen mijden.”
De verbetering van de studeerbaarheid was een belangrijk punt voor de studenten. Zowel Ritzen als de studenten erkennen dat een rapport zoals van de commissie-Wijnen bruikbare suggesties bevat. Volgens de studenten wordt hier door docenten te weinig mee gedaan, maar kunnen docenten moeilijk gedwongen worden om anders onderwijs te geven. De docent moet zich niet beperkt voelen door de regelgeving, maar juist gestimuleerd. Ritzen erkent dit: ,,Maar het zal binnen de universiteit moeten gebeuren. Daar moeten studenten achteraan zitten. Misschien zouden sommige faculteiten een paar dagen op de hei moeten gaan zitten om het geven van goed onderwijs goed door te praten aan de hand van het rapport Wijnen.”
Ook sprak Ritzen met de studenten over verschillende vormen van studiefinancieringsstelsels, maar goede alternatieven zijn duur; Ritzen is daarom voorlopig nog tevreden met het huidige stelsel. (P.R.)
Comments are closed.