Eerstejaars werktuigbouw krijgen in het nieuwe jaar de helft van het onderwijsprogramma in thematische vorm aangeboden. Eén thema bestaat uit zes projecten.
br />
De nieuwe aanpak draait in het eerste jaar om twee thema’s. De thema’s – tevens speerpunt van de faculteit – zijn transport en energie. Elk thema behandelt gedurende zes projecten diverse aspecten van een gekozen onderwerp. In het eerste half jaar gaat het om het vervoer van containers, het tweede half jaar staat in het teken van gas.
De projecten staan onderling in verband met elkaar. Zo volgt de student bij het thema gas het proces van de winning tot en met het gebruik door de consument. De bekende niet-technische aspecten, zoals duurzaamheid en maatschappelijke implicaties, komen daarbij ook aan bod.
Eén project duurt twee weken maar voldoet niet per se aan alle leerdoelen. Binnen een thematische reeks van zes projecten is dat wel het geval.
Met de onderwijsvernieuwing hoopt Werktuigbouw meerdere vliegen in één klap te slaan. Behalve dat de doorstroming en rendementscijfers er gunstig door moeten worden beïnvloed, wil de faculteit er ook de beeldvorming over het vakgebied mee bijstellen, wat meer studenten zou kunnen opleveren. ,,We kunnen niet meer teren op oude roem; wij moeten iets doen”, aldus onderwijsdirecteur dr.ir. S.A. Miedema.
Het oude systeem bezat volgens Miedema bovendien te weinig samenhang. ,,Elk vak werd gedomineerd door de docent, en docenten spraken te weinig met elkaar. Nu moeten ze in teams de projecten organiseren, en dat gaat wonderbaarlijk goed. De noodzakelijke coherentie is nu terug.”
Het projectonderwijs, waarvoor een aanvraag van 960 duizend gulden bij het studeerbaarheidsfonds van minister Ritzen is ingediend, beslaat de helft van het eerstejaarsprogramma. De andere helft bestaat uit theorie (stromingsleer, wiskunde en mechanica). Dit zogeheten ‘cursorisch onderwijs’ bestaat uit een hoorcollege van twee uur, twee uur begeleide zelfstudie en een uur college om de problemen door te spreken. Per dimester krijgt de student nog maar drie theoretische vakken en evenveel tentamens.
In 1998 wil de faculteit het projectonderwijs ook voor het tweede en derde jaar invoeren.
Eerstejaars werktuigbouw krijgen in het nieuwe jaar de helft van het onderwijsprogramma in thematische vorm aangeboden. Eén thema bestaat uit zes projecten.
De nieuwe aanpak draait in het eerste jaar om twee thema’s. De thema’s – tevens speerpunt van de faculteit – zijn transport en energie. Elk thema behandelt gedurende zes projecten diverse aspecten van een gekozen onderwerp. In het eerste half jaar gaat het om het vervoer van containers, het tweede half jaar staat in het teken van gas.
De projecten staan onderling in verband met elkaar. Zo volgt de student bij het thema gas het proces van de winning tot en met het gebruik door de consument. De bekende niet-technische aspecten, zoals duurzaamheid en maatschappelijke implicaties, komen daarbij ook aan bod.
Eén project duurt twee weken maar voldoet niet per se aan alle leerdoelen. Binnen een thematische reeks van zes projecten is dat wel het geval.
Met de onderwijsvernieuwing hoopt Werktuigbouw meerdere vliegen in één klap te slaan. Behalve dat de doorstroming en rendementscijfers er gunstig door moeten worden beïnvloed, wil de faculteit er ook de beeldvorming over het vakgebied mee bijstellen, wat meer studenten zou kunnen opleveren. ,,We kunnen niet meer teren op oude roem; wij moeten iets doen”, aldus onderwijsdirecteur dr.ir. S.A. Miedema.
Het oude systeem bezat volgens Miedema bovendien te weinig samenhang. ,,Elk vak werd gedomineerd door de docent, en docenten spraken te weinig met elkaar. Nu moeten ze in teams de projecten organiseren, en dat gaat wonderbaarlijk goed. De noodzakelijke coherentie is nu terug.”
Het projectonderwijs, waarvoor een aanvraag van 960 duizend gulden bij het studeerbaarheidsfonds van minister Ritzen is ingediend, beslaat de helft van het eerstejaarsprogramma. De andere helft bestaat uit theorie (stromingsleer, wiskunde en mechanica). Dit zogeheten ‘cursorisch onderwijs’ bestaat uit een hoorcollege van twee uur, twee uur begeleide zelfstudie en een uur college om de problemen door te spreken. Per dimester krijgt de student nog maar drie theoretische vakken en evenveel tentamens.
In 1998 wil de faculteit het projectonderwijs ook voor het tweede en derde jaar invoeren.

Comments are closed.