Het Système International (SI) is een fijne internationale standaard die vertelt hoe groot een meter is en hoe lang een seconde duurt. Jammer hoor, beweert Warwick Cairns in ‘About the size of it.’
De jo meet zes kanejaku bij drie. De jo is de officiële maat van een tatami-mat. Twee jo’s samen heten een tsubo, een vierkant van zes bij zes kanejaku’s ofwel voeten. Een Japanse boer geeft de omvang van zijn land meestal aan in het aantal tsubo’s. In 1924 decreteerde de Japanse regering, die een rigoureus beleid van verwestersing voerde, dat het afgelopen moest zijn met de traditionele maten. Omdat er in de tussentijd geen acht op was geslagen werd dit decreet in 1965 nog maar eens herhaald. Weer veertig jaar later lijkt de regering het te hebben opgegeven. Japanse boeren mogen hun bezit weer gewoon in tsubo’s opgeven.
Warwick Cairns vertelt in zijn boek ‘About the size of it’ liefdevol over talloze maten en gewichten die overal in de wereld nog in gebruik zijn. Cairns . het zal niemand verbazen . is een Brit. Werkzaam bij een communicatiebureau kreeg hij tien jaar geleden de opdracht een groot aantal opiniepeilingen te organiseren rond de overgang van Groot-Brittannië naar het metrische stelsel, het SI dat door de Europese Unie tot wet verklaard is. Duizenden gesprekken voerde hij met voor- en tegenstanders.
Toen was hij een expert. Hij moest opdraven bij rechtszaken aangespannen tegen perfide marktkooplieden die hun bananen tóch per pond aanboden, en andere onverlaten. Gedurende die tien jaar viel het hem op dat mensen met gemak hun videorecorder bij het oud vuil zetten ten gunste van de dvd-speler, ieder seizoen nieuwe kleren aanschaften of hun kookgewoonten drastisch wijzigden bij de intrede van een magnetron. Maar hij wees naar hun inches, gallons en stones, en ze zetten hun hakken conservatief in het zand.
‘About the size of it’ wil meer zijn dat een boekje over oude maten. Het gaat over de manier waarop mensen hun omgeving in kaart brengen. De meeste mensen hebben niet voortdurend meetapparatuur bij zich. Dus is het prettig als je dingen kunt meten met lichaamsdelen (duim, voet) of voorwerpen die wijd voorhanden zijn (gerstekorrels).
Gerstekorrels? Ja, gerstekorrels, barleycorns. Britse en Amerikaanse schoenmaten gaan nog altijd in barleycorns, ofwel een derde van een duim (inch). Kindermaten beginnen bij een hand, ofwel vier duimen. Dat is maat nul. Daarna gaat het met barleycorns omhoog naar kindermaat twaalf, vier duimen en twaalf barleycorns, ofwel acht duimen. Bij acht duimen en één barleycorn begint het tellen opnieuw, zodat een volwassen maat elf gelijk staat aan acht duimen en twaalf barleycorns, ofwel twaalf duimen. Tenzij je in Amerika woont, want daar beginnen ze met tellen bij één en niet bij nul, zodat hun schoenmaten altijd één barleycorn korter zijn dan Britse.
Met anekdotes van dit type staat ‘About the size of it’ vol. Veel psychologie komt er niet aan te pas. Cairns laat vooral zien hoe volstrekt logisch het is dat mensen hechten aan maten die ze begrijpen. Vandaar dat de invoering van de stere, een kubieke meter, als eenheid van volume mislukt is. Niemand wil een pak melk van een duizendste stere kopen. Daarom is de liter een blijvertje, al mag het van het SI eigenlijk niet.
Om dezelfde reden is de invoering van de kilogram in China niet helemaal goed gegaan. In plaats daarvan is de traditionele liang een beetje aangepast, zodat er precies twintig in een kilogram passen. Zo kon de oude maat behouden blijven, terwijl de omrekening naar internationale maten vereenvoudigd werd. Schuiven met maten is overigens een wijdverspreid gebruik, ook in Groot-Brittannië, waar in 1820 een grote hervorming plaatsvond, die de scheiding tussen gelijknamige Britse en Amerikaanse maten inluidde.
Al met al is ‘About the size of it’ een charmant boekje, met kennis en humor geschreven, goed voor een avondje vermakelijk en informatief leesplezier. Het wachten is op een opvolger over munteenheden, ook zo’n heikel punt in het land van de auteur.
Warwick Cairns, About the size of it; the common sense approach to measuring things. MacMillan, 155, 18 euro.
De jo meet zes kanejaku bij drie. De jo is de officiële maat van een tatami-mat. Twee jo’s samen heten een tsubo, een vierkant van zes bij zes kanejaku’s ofwel voeten. Een Japanse boer geeft de omvang van zijn land meestal aan in het aantal tsubo’s. In 1924 decreteerde de Japanse regering, die een rigoureus beleid van verwestersing voerde, dat het afgelopen moest zijn met de traditionele maten. Omdat er in de tussentijd geen acht op was geslagen werd dit decreet in 1965 nog maar eens herhaald. Weer veertig jaar later lijkt de regering het te hebben opgegeven. Japanse boeren mogen hun bezit weer gewoon in tsubo’s opgeven.
Warwick Cairns vertelt in zijn boek ‘About the size of it’ liefdevol over talloze maten en gewichten die overal in de wereld nog in gebruik zijn. Cairns . het zal niemand verbazen . is een Brit. Werkzaam bij een communicatiebureau kreeg hij tien jaar geleden de opdracht een groot aantal opiniepeilingen te organiseren rond de overgang van Groot-Brittannië naar het metrische stelsel, het SI dat door de Europese Unie tot wet verklaard is. Duizenden gesprekken voerde hij met voor- en tegenstanders.
Toen was hij een expert. Hij moest opdraven bij rechtszaken aangespannen tegen perfide marktkooplieden die hun bananen tóch per pond aanboden, en andere onverlaten. Gedurende die tien jaar viel het hem op dat mensen met gemak hun videorecorder bij het oud vuil zetten ten gunste van de dvd-speler, ieder seizoen nieuwe kleren aanschaften of hun kookgewoonten drastisch wijzigden bij de intrede van een magnetron. Maar hij wees naar hun inches, gallons en stones, en ze zetten hun hakken conservatief in het zand.
‘About the size of it’ wil meer zijn dat een boekje over oude maten. Het gaat over de manier waarop mensen hun omgeving in kaart brengen. De meeste mensen hebben niet voortdurend meetapparatuur bij zich. Dus is het prettig als je dingen kunt meten met lichaamsdelen (duim, voet) of voorwerpen die wijd voorhanden zijn (gerstekorrels).
Gerstekorrels? Ja, gerstekorrels, barleycorns. Britse en Amerikaanse schoenmaten gaan nog altijd in barleycorns, ofwel een derde van een duim (inch). Kindermaten beginnen bij een hand, ofwel vier duimen. Dat is maat nul. Daarna gaat het met barleycorns omhoog naar kindermaat twaalf, vier duimen en twaalf barleycorns, ofwel acht duimen. Bij acht duimen en één barleycorn begint het tellen opnieuw, zodat een volwassen maat elf gelijk staat aan acht duimen en twaalf barleycorns, ofwel twaalf duimen. Tenzij je in Amerika woont, want daar beginnen ze met tellen bij één en niet bij nul, zodat hun schoenmaten altijd één barleycorn korter zijn dan Britse.
Met anekdotes van dit type staat ‘About the size of it’ vol. Veel psychologie komt er niet aan te pas. Cairns laat vooral zien hoe volstrekt logisch het is dat mensen hechten aan maten die ze begrijpen. Vandaar dat de invoering van de stere, een kubieke meter, als eenheid van volume mislukt is. Niemand wil een pak melk van een duizendste stere kopen. Daarom is de liter een blijvertje, al mag het van het SI eigenlijk niet.
Om dezelfde reden is de invoering van de kilogram in China niet helemaal goed gegaan. In plaats daarvan is de traditionele liang een beetje aangepast, zodat er precies twintig in een kilogram passen. Zo kon de oude maat behouden blijven, terwijl de omrekening naar internationale maten vereenvoudigd werd. Schuiven met maten is overigens een wijdverspreid gebruik, ook in Groot-Brittannië, waar in 1820 een grote hervorming plaatsvond, die de scheiding tussen gelijknamige Britse en Amerikaanse maten inluidde.
Al met al is ‘About the size of it’ een charmant boekje, met kennis en humor geschreven, goed voor een avondje vermakelijk en informatief leesplezier. Het wachten is op een opvolger over munteenheden, ook zo’n heikel punt in het land van de auteur.
Warwick Cairns, About the size of it; the common sense approach to measuring things. MacMillan, 155, 18 euro.
Comments are closed.