Campus

Week of Fame

Voor enkelen onder ons werpen de mensen aan de andere kant van de oceaan zich spontaan in het stof. Onze hoogleraren: goeroes van mondiaal kaliber. Toch reikt de faam van deze mensen binnen Delft vaak niet verder dan de verdieping van hun vakgroep.

Wars van deze hokjesgeest ontsluiten wij, gewapend met koffie en tompouces, voor u de glamourwereld van de Delftse coryfeeën. Deze week de man achter de plek die iedereen kent maar niemand ooit betrad: de kernreactor.

Betonnen koepels en dampende koeltorens. Hoge witte hekken. Hier en daar een wachter in een veel te klein huisje met camera’s op het dak. Binnen rennen mannetjes met serieuze gezichten door een groene nevel. Ergens bovenin turen twee belangrijke mannen vanachter een groot glazen paneel de diepte in.

Zo niet in Delft. Dat wil zeggen, ten dele. De koepel is er. De hekken ook, maar op de fiets binnendringen is een peulenschil. Bovendien betreft het hier geen kerncentrale, maar een reactor, aldus prof.dr.ir Adrian Verkooijen, de baas van die reactor. Verkooijen is dan ook niet de kernfuserende atoomgeleerde in witte overjas die wij verwachtten aan te treffen. Hij voorziet de TU niet van stroom, maar stelt zijn centrale ter beschikking aan collega’s voor wetenschappelijke experimenten. “Eigenlijk maken we lauw water”, zegt Verkooijen schertsend.

Het scala aan onderzoeken dat men zoal in een reactor kan uitvoeren blijkt breed. Zo kan Ads reactor prima worden gebruikt om de consistentie van boter te bepalen, maar net zo makkelijk tap je straling af voor in het ziekenhuis, test je batterijen of maak je even wat antimaterie. Uiteindelijk is het professor Verkooijen die besluit wie zich in het felbegeerde maanmanpak mag hijsen.

Zelf neemt hij genoegen met een sampletje uranium voor op zijn bureau. Want Verkooijen denkt mondiaal. Kernenergie gaat bij hem over economie, milieu en voorzieningszekerheden. En grote netten. Hier raakt Ad Verkooijen op dreef. Welvaart, welzijn en windmolenparken vliegen in schematische driehoekjes de tafel over. “Ik ben geen lobbyist. Mijn probleem is energievoorziening.”

Hoewel hij shoppend bij de C1000 onherkend zijn gang kan gaan, heeft hij als adviseur van Euratom, het Iaea en de EU de nodige touwtjes in handen. Maar het baas-zijn van onze kernreactor laat weinig tijd over. En dus verschuiven ook bij professor Verkooijen dit soort bijbaantjes naar na vijven. Het coryfeeschap gaat niet altijd over rozen.

Op weg naar buiten begeleidt hij ons persoonlijk naar de voordeur. Trots laat Verkooijen het pas vernieuwde kantoor zien. Zijn assistente Linda, die ons minstens even trots binnenliet, verorbert ondertussen onze overheerlijke tompouce. Die had die Indonesische delegatie van gisteren vast niet bij zich.

Stan en Sander

Adrian Verkooijen (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

Voor enkelen onder ons werpen de mensen aan de andere kant van de oceaan zich spontaan in het stof. Onze hoogleraren: goeroes van mondiaal kaliber. Toch reikt de faam van deze mensen binnen Delft vaak niet verder dan de verdieping van hun vakgroep. Wars van deze hokjesgeest ontsluiten wij, gewapend met koffie en tompouces, voor u de glamourwereld van de Delftse coryfeeën. Deze week de man achter de plek die iedereen kent maar niemand ooit betrad: de kernreactor.

Betonnen koepels en dampende koeltorens. Hoge witte hekken. Hier en daar een wachter in een veel te klein huisje met camera’s op het dak. Binnen rennen mannetjes met serieuze gezichten door een groene nevel. Ergens bovenin turen twee belangrijke mannen vanachter een groot glazen paneel de diepte in.

Zo niet in Delft. Dat wil zeggen, ten dele. De koepel is er. De hekken ook, maar op de fiets binnendringen is een peulenschil. Bovendien betreft het hier geen kerncentrale, maar een reactor, aldus prof.dr.ir Adrian Verkooijen, de baas van die reactor. Verkooijen is dan ook niet de kernfuserende atoomgeleerde in witte overjas die wij verwachtten aan te treffen. Hij voorziet de TU niet van stroom, maar stelt zijn centrale ter beschikking aan collega’s voor wetenschappelijke experimenten. “Eigenlijk maken we lauw water”, zegt Verkooijen schertsend.

Het scala aan onderzoeken dat men zoal in een reactor kan uitvoeren blijkt breed. Zo kan Ads reactor prima worden gebruikt om de consistentie van boter te bepalen, maar net zo makkelijk tap je straling af voor in het ziekenhuis, test je batterijen of maak je even wat antimaterie. Uiteindelijk is het professor Verkooijen die besluit wie zich in het felbegeerde maanmanpak mag hijsen.

Zelf neemt hij genoegen met een sampletje uranium voor op zijn bureau. Want Verkooijen denkt mondiaal. Kernenergie gaat bij hem over economie, milieu en voorzieningszekerheden. En grote netten. Hier raakt Ad Verkooijen op dreef. Welvaart, welzijn en windmolenparken vliegen in schematische driehoekjes de tafel over. “Ik ben geen lobbyist. Mijn probleem is energievoorziening.”

Hoewel hij shoppend bij de C1000 onherkend zijn gang kan gaan, heeft hij als adviseur van Euratom, het Iaea en de EU de nodige touwtjes in handen. Maar het baas-zijn van onze kernreactor laat weinig tijd over. En dus verschuiven ook bij professor Verkooijen dit soort bijbaantjes naar na vijven. Het coryfeeschap gaat niet altijd over rozen.

Op weg naar buiten begeleidt hij ons persoonlijk naar de voordeur. Trots laat Verkooijen het pas vernieuwde kantoor zien. Zijn assistente Linda, die ons minstens even trots binnenliet, verorbert ondertussen onze overheerlijke tompouce. Die had die Indonesische delegatie van gisteren vast niet bij zich.

Stan en Sander

Adrian Verkooijen (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.