Komend weekend ga ik naar mijn ouders. Dat doe ik niet al te vaak, maar toch wel één keer in de zes weken. Het is nou eenmaal twee uur reizen en bovendien heb ik een bijbaantje op zondag.
Maar a’ls ik dan bij mijn ouders ben, bezoek ik wat oude vrienden en heel soms zoeken we het plaatselijke uitgaansleven op. Jammer genoeg wonen mijn ouders in het slaapverwekkend saaie landbouwparadijs van Nederland: Wageningen. Aan het eind van de avond komen we dan meestal terecht in een ontzettend jammere kroeg met de toepasselijke naam ‘Het Gat’. Ook al heb ik hier vroeger toch behoorlijk wat dronken zaterdagavonden doorgebracht, tegenwoordig doet het me een beetje denken aan een aflevering van Jambers. Achter de bar een vies beest met te weinig kleren aan, achter de draaitafel een levenloze homp vlees, vastgegroeid aan zijn cassettespeler.
Meestal kom ik dan ook wat oude klasgenoten tegen. Ik zat op een openbare school, dus veel van hen zijn na hun scholierentijd in dat ontzettend suffe dorp blijven hangen – en werken tegenwoordig in de autowasstraat van hun vader of iets dergelijks. Mij herkennen ze niet, want in vier jaar tijd ben ik nou eenmaal een stuk ‘Delftser’ geworden. (Bij mijn laatste tentamen geloofden de surveillanten me niet eens toen ik mijn collegekaart liet zien. Pas nadat ik die door Stud ingehuurde troela op luidruchtige wijze en met voldoende speeksel duidelijk had gemaakt dat er inderdaad wat meer gezichtsvolume was bijgekomen, kreeg ik dat nutteloze gele papiertje mee.)
Maar het is niet erg dat ze me niet meer herkennen, want zoals iedereen weet gaan die gesprekken uiteindelijk toch altijd over hetzelfde, waarna je elkaar de rest van de avond negeert. Ik heb ook medelijden met mijn HJ, die het merendeel van zijn oude klas nog regelmatig moet spreken, via MSN, Hyves, Skype of wat voor vorm van hippe communicatie ook. Tja denk ik dan, gelukkig ben ik niet van de webcamgeneratie.
Thomas van Leeuwen (22) is vijfdejaars student bouwkunde.
Komend weekend ga ik naar mijn ouders. Dat doe ik niet al te vaak, maar toch wel één keer in de zes weken. Het is nou eenmaal twee uur reizen en bovendien heb ik een bijbaantje op zondag. Maar a’ls ik dan bij mijn ouders ben, bezoek ik wat oude vrienden en heel soms zoeken we het plaatselijke uitgaansleven op. Jammer genoeg wonen mijn ouders in het slaapverwekkend saaie landbouwparadijs van Nederland: Wageningen. Aan het eind van de avond komen we dan meestal terecht in een ontzettend jammere kroeg met de toepasselijke naam ‘Het Gat’. Ook al heb ik hier vroeger toch behoorlijk wat dronken zaterdagavonden doorgebracht, tegenwoordig doet het me een beetje denken aan een aflevering van Jambers. Achter de bar een vies beest met te weinig kleren aan, achter de draaitafel een levenloze homp vlees, vastgegroeid aan zijn cassettespeler.
Meestal kom ik dan ook wat oude klasgenoten tegen. Ik zat op een openbare school, dus veel van hen zijn na hun scholierentijd in dat ontzettend suffe dorp blijven hangen – en werken tegenwoordig in de autowasstraat van hun vader of iets dergelijks. Mij herkennen ze niet, want in vier jaar tijd ben ik nou eenmaal een stuk ‘Delftser’ geworden. (Bij mijn laatste tentamen geloofden de surveillanten me niet eens toen ik mijn collegekaart liet zien. Pas nadat ik die door Stud ingehuurde troela op luidruchtige wijze en met voldoende speeksel duidelijk had gemaakt dat er inderdaad wat meer gezichtsvolume was bijgekomen, kreeg ik dat nutteloze gele papiertje mee.)
Maar het is niet erg dat ze me niet meer herkennen, want zoals iedereen weet gaan die gesprekken uiteindelijk toch altijd over hetzelfde, waarna je elkaar de rest van de avond negeert. Ik heb ook medelijden met mijn HJ, die het merendeel van zijn oude klas nog regelmatig moet spreken, via MSN, Hyves, Skype of wat voor vorm van hippe communicatie ook. Tja denk ik dan, gelukkig ben ik niet van de webcamgeneratie.
Thomas van Leeuwen (22) is vijfdejaars student bouwkunde.
Comments are closed.