Jan Brouwer, deeltijd hoogleraar bouwtechnologie, is de nieuwe voorzitter van de Bond van Nederlandse Architecten (BNA). Zijn plannen: de BNA ontdoen van het stoffige imago. ,,Carel Weeber heeft de mensen wakker geschud, nu is het mijn taak de mensen wakker te houden.”
,,Het bestuur van de BNA heeft gekeken wie geschikt was om Weeber op te volgen. Over het algemeen hebben ze aan geschikte mensen geen gebrek. Waar wel gebrek aan is, is mensen die de functie willen uitvoeren. Ik ben dan ook niet de eerste die ze hebben gevraagd.”
Brouwer wil de BNA, de ‘vakvereniging van architecten’, ontdoen van het stoffige imago. ,,Zelf kwam ik ook weinig op de ledenvergaderingen. Uiteraard was ik wel aanwezig bij de vergadering waarin ik geïnstalleerd ben. Maar als je dan goed in de zaal rondkijkt, zijn er weinig jongeren te bekennen. Carel Weeber heeft hiervoor al de eerste stappen gezet met het uitschrijven van de prijsvraag ‘Het Wilde Wonen’. Het was een wonderbaarlijke ervaring plotseling zo’n honderd jonge architecten in de zaal te zien zitten.”
Ook wil Brouwer de culturele component meer benadrukken binnen de BNA. ,,Eigenlijk is de oorspronkelijke naam van de BNA ‘De Maatschappij ter Bevordering van de Bouwkunst’. Er moet dus meer met elkaar gepraat worden.”
Brouwer was al eerder initiator van het architectuurdebat. In de jaren zeventig richtte hij het Haagse Architectencafé op. ,,In de studie wordt er uitgebreid gediscussiëerd over de architectuur. Daarna spreekt men elkaar nauwelijks, zeker niet buiten de BNA om.”
Kritiek
Brouwers voorganger Weeber is gedurende de zes jaar dat hij voorzitter was van de BNA meerdere malen in de belangstelling gekomen vanwege zijn scherpe uitspraken. Buiten dat werd hij door zijn vakgenoten ook onder de mindere goden geschaard. Brouwer: ,,Weeber leed volgens mij niet erg onder het feit dat hij ‘de slechtste architect’ van Nederlandzou zijn. Die regel die hij heeft ingesteld, dat architecten geen publieke kritiek op elkaars werk mogen leveren, moet ook echt worden afgeschaft. Met de verenigingsstructuur van de BNA zal het echter nog wel een jaartje duren, voordat dat bereikt is.”
Kritiek op zijn eigen werk vindt Brouwer niet vervelend. ,,Ten minste, zolang het beargumenteerde kritiek is. Mijn gebouwen worden vaak ‘high tech’ genoemd, hoewel ik niet helemaal begrijp waarom. Het zal wel komen omdat ik veel ‘werk-gebouwen’ maak, gebouwen waarin de logistiek een belangrijke plaats inneemt.”
Brouwer voelde zich in eerste instantie niet ‘geroepen’ om bouwkunde te studeren. ,,Mijn vader was handelaar in bouwmaterialen. Toen ik de HBS fatsoenlijk had afgerond, wilde ik verder studeren, puur uit interesse. In het dorp vond men dat maar een vreemd avontuur, want ik was de enige die naar deuniversiteit ging. Later ben ik als architect wel een beetje idealistisch geworden.”
Wat de Delftse opleiding anno nu betreft vindt de nieuwe BNA-voorzitter dat niet alleen moet worden opgeleid tot het vak van architect. ,,We pleiten daarom ook voor verandering van de opleiding.” De vraag is of de faculteit zich hier iets van aan trekt. Brouwer: ,,In feite is Bouwkunde autonoom. Het zou echter onverstandig zijn wanneer de faculteit zich niets aan zou trekken van kritiek uit de beroepspraktijk.” Brouwer kent aan de Berlageweg het klappen van de zweep, want hij is zelf opleidingsdirecteur geweest. Deze taak is inmiddels overgenomen door Weeber.
De BNA heeft ook al initiatieven genomen om de opleiding meer aan te laten sluiten op de beroepspraktijk. Met het project PAS probeert de BNA tegemoet te komen aan het gebrek aan praktijkervaring van de afgestudeerde architect en stedenbouwkundige. Architecten en stedenbouwkundigen werken vier dagen per week op een bureau, en volgen daarnaast onderwijs. Na twee jaar wordt er dan een diploma uitgereikt. ,,De architect gaat in feite co-schappen lopen.”
Brouwer is ook degene geweest die als opleidingsdirecteur het milieuonderwijs op de faculteit uit het curriculum heeft gehaald. ,,Het streven naar duurzaamheid is tegenwoordig zo belangrijk dat we er niet meer omheen kunnen. Dit onderdeel van het vak moet dan ook niet beperkt worden tot een blok van acht weken, maar moet in de opleiding worden geïntegreerd. Dit is echter nog niet helemaal uitgekomen zoals verwacht.”
Naast het stimuleren van het debat binnen de architectenwereld wil de kersverse voorzitter meer. ,,Er moet kritisch gekeken worden naar de architectuur van de VINEX-locaties. Daarnaast zou het goed zijn als er naast de prijsvraag ‘Het Wilde Wonen’ ook nagedacht zou worden over zaken als de maatschappelijke consequenties van thuiswerken, flexwerken, etcetera. Dit zou wellicht kunnen onder de noemer ‘Het Wilde Werken’. We moeten ons minder richten op het lidmaatschap en het ledenaantal van de Bond, maar meer profileren als Maatschappij ter Bevordering van de Bouwkunst. Als dat over twee jaar is gelukt kan ik terugkijken op een geslaagd voorzitterschap.”
,,Het bestuur van de BNA heeft gekeken wie geschikt was om Weeber op te volgen. Over het algemeen hebben ze aan geschikte mensen geen gebrek. Waar wel gebrek aan is, is mensen die de functie willen uitvoeren. Ik ben dan ook niet de eerste die ze hebben gevraagd.”
Brouwer wil de BNA, de ‘vakvereniging van architecten’, ontdoen van het stoffige imago. ,,Zelf kwam ik ook weinig op de ledenvergaderingen. Uiteraard was ik wel aanwezig bij de vergadering waarin ik geïnstalleerd ben. Maar als je dan goed in de zaal rondkijkt, zijn er weinig jongeren te bekennen. Carel Weeber heeft hiervoor al de eerste stappen gezet met het uitschrijven van de prijsvraag ‘Het Wilde Wonen’. Het was een wonderbaarlijke ervaring plotseling zo’n honderd jonge architecten in de zaal te zien zitten.”
Ook wil Brouwer de culturele component meer benadrukken binnen de BNA. ,,Eigenlijk is de oorspronkelijke naam van de BNA ‘De Maatschappij ter Bevordering van de Bouwkunst’. Er moet dus meer met elkaar gepraat worden.”
Brouwer was al eerder initiator van het architectuurdebat. In de jaren zeventig richtte hij het Haagse Architectencafé op. ,,In de studie wordt er uitgebreid gediscussiëerd over de architectuur. Daarna spreekt men elkaar nauwelijks, zeker niet buiten de BNA om.”
Kritiek
Brouwers voorganger Weeber is gedurende de zes jaar dat hij voorzitter was van de BNA meerdere malen in de belangstelling gekomen vanwege zijn scherpe uitspraken. Buiten dat werd hij door zijn vakgenoten ook onder de mindere goden geschaard. Brouwer: ,,Weeber leed volgens mij niet erg onder het feit dat hij ‘de slechtste architect’ van Nederlandzou zijn. Die regel die hij heeft ingesteld, dat architecten geen publieke kritiek op elkaars werk mogen leveren, moet ook echt worden afgeschaft. Met de verenigingsstructuur van de BNA zal het echter nog wel een jaartje duren, voordat dat bereikt is.”
Kritiek op zijn eigen werk vindt Brouwer niet vervelend. ,,Ten minste, zolang het beargumenteerde kritiek is. Mijn gebouwen worden vaak ‘high tech’ genoemd, hoewel ik niet helemaal begrijp waarom. Het zal wel komen omdat ik veel ‘werk-gebouwen’ maak, gebouwen waarin de logistiek een belangrijke plaats inneemt.”
Brouwer voelde zich in eerste instantie niet ‘geroepen’ om bouwkunde te studeren. ,,Mijn vader was handelaar in bouwmaterialen. Toen ik de HBS fatsoenlijk had afgerond, wilde ik verder studeren, puur uit interesse. In het dorp vond men dat maar een vreemd avontuur, want ik was de enige die naar deuniversiteit ging. Later ben ik als architect wel een beetje idealistisch geworden.”
Wat de Delftse opleiding anno nu betreft vindt de nieuwe BNA-voorzitter dat niet alleen moet worden opgeleid tot het vak van architect. ,,We pleiten daarom ook voor verandering van de opleiding.” De vraag is of de faculteit zich hier iets van aan trekt. Brouwer: ,,In feite is Bouwkunde autonoom. Het zou echter onverstandig zijn wanneer de faculteit zich niets aan zou trekken van kritiek uit de beroepspraktijk.” Brouwer kent aan de Berlageweg het klappen van de zweep, want hij is zelf opleidingsdirecteur geweest. Deze taak is inmiddels overgenomen door Weeber.
De BNA heeft ook al initiatieven genomen om de opleiding meer aan te laten sluiten op de beroepspraktijk. Met het project PAS probeert de BNA tegemoet te komen aan het gebrek aan praktijkervaring van de afgestudeerde architect en stedenbouwkundige. Architecten en stedenbouwkundigen werken vier dagen per week op een bureau, en volgen daarnaast onderwijs. Na twee jaar wordt er dan een diploma uitgereikt. ,,De architect gaat in feite co-schappen lopen.”
Brouwer is ook degene geweest die als opleidingsdirecteur het milieuonderwijs op de faculteit uit het curriculum heeft gehaald. ,,Het streven naar duurzaamheid is tegenwoordig zo belangrijk dat we er niet meer omheen kunnen. Dit onderdeel van het vak moet dan ook niet beperkt worden tot een blok van acht weken, maar moet in de opleiding worden geïntegreerd. Dit is echter nog niet helemaal uitgekomen zoals verwacht.”
Naast het stimuleren van het debat binnen de architectenwereld wil de kersverse voorzitter meer. ,,Er moet kritisch gekeken worden naar de architectuur van de VINEX-locaties. Daarnaast zou het goed zijn als er naast de prijsvraag ‘Het Wilde Wonen’ ook nagedacht zou worden over zaken als de maatschappelijke consequenties van thuiswerken, flexwerken, etcetera. Dit zou wellicht kunnen onder de noemer ‘Het Wilde Werken’. We moeten ons minder richten op het lidmaatschap en het ledenaantal van de Bond, maar meer profileren als Maatschappij ter Bevordering van de Bouwkunst. Als dat over twee jaar is gelukt kan ik terugkijken op een geslaagd voorzitterschap.”
Comments are closed.