Op 1 mei wordt prof.dr.ir. A.H.M. Verkooijen wetenschappelijk directeur van het Interfacultair Reactor Instituut (IRI). Hij volgt prof.dr.ir. M. de Bruin op, die directeur wordt van het Universitair Service Centrum.
Verkooijen nam afgelopen dinsdag nam afscheid bij zijn huidige werkgever, onderzoeks-, adviserings- en keuringsinstituut KEMA. De nieuwe IRI-voorman heeft geen directe ervaring met de reactorfysica, maar ziet dat niet direct als een obstakel. Een groot deel van zijn carriëre gaf hij al leiding aan wetenschappers op allerlei gebieden.
Na negen jaar KEMA richt Verkooijen zich op een nieuw interessegebied: de Delftse kernreactor. ,,Het is een stimulerende omgeving. Er zitten goede wetenschappers en het is een unieke faciliteit die de potentie heeft om nog verder uit te groeien.”
,,Je moet een aantal groepen hebben die op wereldtopniveau draaien”, licht Verkooijen zijn visie op de prestaties van het IRI toe. ,,De wetenschap is al jaren een internationale bezigheid. Maar ook de kennisoverdracht naar de toepassers is een wereldwijde zaak. De industrie stapt immers naar het beste instituut toe om geadviseerd te worden. Je moet dus bij de wereldtop horen en je moet ook laten weten dat je er bent. Ook de TU moet de ambitie hebben om te horen bij de beste tien universiteiten ter wereld.”
Verkooijen heeft geen specifieke ervaring op het gebied van onderzoek met een reactor. ,,Maar ik heb wel jarenlange ervaring in het managen van wetenschappers bij de KEMA. Dat varieerde van biologen die het gedrag van bossen onder zuurstress onderzochten, tot plasmafysici met hun specialistisch onderzoek. Ik ben geïnteresseerd in de diverse specialismen binnen het IRI en ik hoop met een analytisch-kritische houding een bijdrage aan het onderzoek te leveren.”
De specialistische kennis die het instituut in huis heeft, moet gebruikt worden. ,,Isotopen maken kunnen anderen ook. Het IRI moet het juist van de slimme dingen hebben, de kennis en ervaring die anderen niet hebben. Daar kun je niet alleen wetenschappelijk mee publiceren, maar ook spin-off mee creëren”, aldus Verkooijen.
Breed
Maar wetenschappers moeten zich niet achter hun werk verschuilen. ,,Ook wetenschappers moeten werken binnen de grenzen die door de maatschappij verantwoord worden geacht. Je moet binnen die verantwoordelijkheid werken en je niet overgeven aan de waan van de dag, zoals dat soms bij politici het geval is. Je kunt bijvoorbeeld je milieuvriendelijkheidniet op een lager pitje zetten omdat je een hoger doel nastreeft met je onderzoeksfaciliteit.”
Verkooijen is breed geïnteresseerd en heeft regelmatig een nieuwe uitdaging nodig. In negen jaar KEMA heeft hij vier posten bezet. ,,Ik kwam binnen als hoofd milieu-onderzoek. Daarna kwam ik op de afdeling onderzoek en ontwikkeling terecht. Zo’n tweehonderd man verrichtte daar onderzoek dat een relatie had met energievraagstukken. Via een baan als hoofd strategische concepten kwam ik terecht op mijn huidige stek: corporate research. Dit omvat onderzoek dat KEMA op eigen kosten voor eigen gebruik uitvoert. Een voorbeeld is onderzoek naar de mogelijkheid om het elektriciteitsnet en alle apparatuur daaromheen op gelijkstroom te laten werken.”
Na zijn studie proceskunde aan de Eindhovense TU bleef Verkooijen daar voor een promotieonderzoek. Verkooijen: ,,In de aanloopfase van het onderzoek deed ik ook veel aan onderwijs. Zo heb ik samen met mijn promotor begin jaren zeventig een videocollege op poten gezet. Het was een band van drie kwartier die van maandag tot vrijdag draaide. De studenten konden binnenlopen wanneer ze daar zin in hadden of het college zelfs meer malen volgen. Het idee werd geboren uit de waarneming dat alleen de eerste rij in een collegezaal actief meedoet. De rest zit wat te suffen of te praten. Met dit systeem kon iedereen op de eerste rij zitten.”
Verkooijen promoveerde op het laten groeien van gist op aardolie, een onderzoek op de grens van biotechnologie, wiskunde en procestechnologie. De gedachte erachter was, dat op die manier eiwitten geproduceerd konden worden. Het extra voedsel zou helpen het wereldvoedselprobleem op te lossen. Ook na zijn promotie bleef Verkooijen in de Lichtstad. Hij werkte mee aan een produktiefaciliteit voor kunstnieren en -levers. Na de medische hoek kwam de hardere proceskunde in zicht in de vorm van fluïdisatieonderzoek voor Shell en DSM.
Cultuur
Voor zijn werk verbleef Verkooijen regelmatig in het buitenland. Hij maakte van de gelegenheden gebruik om de lokale cultuur te leren kennen. ,,Ik heb veel in Rusland gewerkt en daar bezocht ik als het even kon een museum, concert of kerk. Dat laatste niet uit religieuze overwegingen, maar meer om te zien wat voor plaats de kerk in de cultuur had. Zeven jaar geleden kwam ik in het toenmalige Leningrad een kloosterkerk binnen terwijl er op het hoofdaltaar een huwelijksplechtigheid aan de gang was. Tegelijkertijd werden in een zijaltaar enkele kinderen gedoopt en lagen aan de overzijde twee doden opgebaard. Zo kun je zien dat de kerk in Rusland het hele leven door een plaats had. De heropleving van allerlei godsdienstige richtingen in Rusland na de omwentelingen daar verbaasde me dan ook niet”, aldus Verkooijen.
Naast liefde voor hardlopen, expressionistische schilderkunst en muziek (,,Monteverdi, Purcell en Strawinsky”) is een behoefte aan direct persoonlijk contact tekenend voor Verkooijen: ,,Met persoonlijk contact bedoel ik dat je kunt praten over elkaars normen en waarden, maar ook over plezierige zaken. Dat verrijkt jezelf, maar het is ook goed als je zaken wilt doen. Iemand kan acht uur per dag eenzakelijke houding aannemen, maar de echt interessante dingen gebeuren ook daarna.”
,,Om een voorbeeld te geven: afgelopen oktober was ik op een conferentie in Tokyo. In een grote conferentiehal kom ik de Oekraïense delegatie tegen en die blijkt te bestaan uit mensen waar ik al eerder mee te maken heb gehad. Midden in een volle hal werd ik toen door vier kerels gekust. Dat geeft je toch een speciaal gevoel.”
Comments are closed.