Education

‘We hebben te veel remblokjes aan de TU’

De OOD hakt er stevig in bij veel afdelingen. DTO’er en it-adviseur Piet van der Zanden hoopt desondanks dat de reorganisatie wordt aangegrepen om werk te maken van vernieuwing in het onderwijs. "Innovatie binnen het onderwijs staat bij de TU Delft op een te laag pitje."

Ict in het onderwijs. Het lijkt soms wel een toverspreuk die alle problemen moet verhelpen. Is het niet vernieuwen om het vernieuwen?

“Daar is het niet om te doen. Er moet iets gebeuren, omdat het met verschillende vakken niet goed gaat. Denk aan mechanica. Maar acht procent van de studenten haalde dat vak. Dan is er iets mis.”

Wat is er mis met de onderwijsvernieuwing aan de TU?

“In 1998 ging de TU terug naar zeven faculteiten. De faculteit Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen (WTM) is toen ingelijfd bij Technische Bestuurskunde. WTM had als faculteit geen eigen studenten, maar wel een sectie die zich bezighield met onderwijsvernieuwing en onderwijsonderzoek. Na de reorganisatie is die sectie opgehouden te bestaan. Onderwijsonderzoek is bij ons dus wegbezuinigd. Andere universiteiten hebben wel zelf instellingen daarvoor, maar wij hebben geen orgaan meer dat die vernieuwing aanzwengelt. De verantwoording daarvoor ligt nu bij de decanen.”

En dat is slecht?

“Ja, want we zijn in Delft lekker eigenwijs. De decanen krijgen hun geld uit de centrale pot en besteden dat zoveel mogelijk aan de eigen faculteit. Op gezamenlijk niveau gebeurt er daarom veel te weinig. Ja, er is de werkgroep Focus, die zich bezighoudt met onderwijsvernieuwing. Maar die club is hartstikke onzichtbaar en het is zonde dat zowel de facilitaire dienst als de Dienst Technische Ondersteuning (DTO) daar niet inzitten. Daarnaast kan DTO als centrale dienst geen initiatieven ontplooien, omdat het geen eigen budget heeft.”

En straks moet DTO ook nog eens met bijna de helft krimpen. Kunnen we het dan helemaal vergeten met de onderwijsvernieuwing?

“Ik zie juist kansen door de OOD. Het kan de bureaucratie aan de TU verminderen. Ik doe promotieonderzoek naar toepassingen van techniek in het hoger onderwijs. Als DTO’er heb ik toegang tot de data van Blackboard, maar ik mag ze niet gebruiken omdat het privacygevoelig is. Ik moet nu eerst toestemming vragen om mijn eigen informatie in te zien. Ongelooflijk, toch? We hebben te veel remblokjes aan de TU, mensen die de boel ophouden. De OOD is een ideale gelegenheid om te vernieuwen en te versnellen. Als men er tenminste voor openstaat.”

Waarvoor concreet?

“Ik mis zowel ict in het onderwijs als de ondersteuning van studenten in de plannen van de OOD. In Schotland bijvoorbeeld hebben ze een learning café, een plek waar studenten heen kunnen met hun vragen en waar ze kunnen werken aan hun studie. Alles wat ze nodig hebben, is daar aanwezig. Bij ons is het een rommeltje. Studenten moeten hier zijn voor de benodigde software en weer daar voor hun dictaten. En dan weer ergens anders voor een werkplek. Terwijl we ze juist alle faciliteiten op één plek moeten bieden. Daar moeten we mensen voor vrijmaken. Geld mag daarbij geen excuus zijn, want tevreden studenten zijn reclame voor de TU.”

En docenten?

“Het learning café moet er ook zijn voor hen. Een docent moet binnen kunnen lopen met de vraag: hoe vernieuw ik mijn onderwijs? Dat is erg belangrijk, want we kunnen docenten die daar interesse in hebben nu al nauwelijks bereiken. Laat staan de rest.”

Heeft u een voorbeeld?

“Een goed voorbeeld van hoe het wel moet, vind ik het Scholierenlab. Vwo-scholieren kunnen bij de TU vragen over hun werkstukken stellen, het Scholierenlab beantwoordt die en verwijst ze naar universitaire faciliteiten. We zouden een dergelijke opzet ook kunnen gebruiken om de aansluiting van vwo’ers die bij de TU willen gaan studeren te vergemakkelijken. Soms lopen ze bijvoorbeeld achter met wiskunde en dan kunnen ze het als student al heel snel niet meer redden. Veel ondersteuning krijgen ze op dit moment niet. Maar als een toekomstige student via speciale software kan testen wat hij weet en kan en wat hij nog moet leren om aan de begintermen van de TU te voldoen, dan kan hij bijkomen. Dat kan hij zelf via Blackboard doen, met student-assistenten als coach op afstand.”

Meer ict in het onderwijs. Moeten we de colleges afschaffen?

“Nee, sommige colleges moeten we juist handhaven, omdat ze inspirerend zijn. Maar je hebt ze niet meer allemaal nodig. Soms staan ze zelfs de voortgang van een studie in de weg. Bijvoorbeeld als iemand sneller wil studeren dan het programma toelaat. De bureaucratie houdt hem tegen, want hij moet eerst de colleges volgen voordat hij tentamen kan doen. En dat terwijl hij autodidact is. Zo flexibel leren is nu nog niet mogelijk.”

U bent aan het promoveren op techniek in het hoger onderwijs. U kijkt naar verleden, heden en toekomst. Moet het hele onderwijssysteem op de schop?

“Ons onderwijssysteem is volledig afgestemd op de industrialisering. De lange zomervakantie komt zelfs uit agrarische tijden. En dat terwijl we nu leven in een kenniseconomie. Die draait altijd door. Ook het onderwijs kan daaraan niet ontkomen.”

Wat moet er gebeuren?

“De afgelopen twintig jaar hebben we gebruik gemaakt van het constructivisme als voornaamste leertheorie. Studenten krijgen kennis aangereikt en vormen daarmee hun eigen wereldbeeld. Maar er is langzamerhand een nieuwe leertheorie nodig, die ik het collectivisme zou willen noemen. Ken je de Borg uit ‘Star Trek’?”

Die zijn heel eng, ja.

“De Borg gebruiken het collectief om te leren en vooruit te komen. Kinderen van nu doen dat ook. Zij zijn altijd online en gebruiken chatrooms voor van alles, ook voor school. Ze werken samen via bijvoorbeeld MSN. Ieder levert de kennis die hij heeft en daarvan wordt iedereen beter. Kinderen gebruiken dat collectief naast de leermethode van hun school. Maar ook de scholen moeten toe naar het nieuwe leren.”

Ook de universiteiten?

“Die ook, ja. En snel, want die lui komen binnen tien jaar onze universiteit binnen. Maar de TU zegt: ‘Wij doen het al 150 jaar zo, waarom zouden we moeten veranderen? Laat die kinderen zich maar aanpassen, zij moeten voldoen aan onze eisen.’ De decanen zijn bang, willen ouderwetse ingenieurs afleveren. Maar de ingenieurs van vroeger kunnen nu al niet meer goed meedraaien in onze veranderende wereld. Ze moeten samenwerken, ze worden als expert ingezet binnen een collectief. De hogescholen voelen dat veel beter aan, omdat ze dichter bij het beroepsveld staan. Zij zijn veel verder met flexibel leren en een leven lang leren.”

Hoe ziet collectivistisch onderwijs er concreet uit?

“Dat is niet zo gemakkelijk te zeggen. We gaan op weg naar een nu nog onbekend onderwijssysteem. Wat we al wel weten is dat het flexibel moet zijn. Kernwoorden zijn just-for-you, just-in-time en just-enough. En in de toekomst zal de bemoeienis van het bedrijfsleven groter worden bij de inrichting van het onderwijs. Dat toekomstig onderwijs moet een student bedienen die gewend is aan gebruik van internet, mobiele telefoon en afstandsbediening. Dat is een student die de onderwijsinstelling niet ziet als een opleidingsinstituut, maar als een sociale ontmoetingsplaats. Een student die gewend is te leren middels computerspellen met en tegen elkaar. En die gewend is om zonder enige schroom zijn kennissen en diens kennissen te raadplegen. De nieuwe student is een eigen individu die bijdraagt aan en aftapt van een kenniscollectief.”

WIE IS PIET VAN DER ZANDEN?

Werken als it-adviseur bij DTO en EduTec, deelnemen aan het it-consortium E-merge en promoveren. Piet van der Zanden (45) doet het allemaal tegelijk. De afgelopen twee jaar heeft hij dan ook niet minder dan zeventig uur per week gewerkt. Hij noemt zichzelf een workaholic in positieve zin. Van der Zanden komt uit een Delfts volkswijkje, deed de mavo en daarna mts elektronica. Daarna ging hij aan de slag bij de Dienst Grondwater Verkenning van TNO. “Ik werd daar behandeld als een onderdeurtje en durfde het in het begin niet te zeggen als ik dacht dat iets beter zou kunnen.” Tijdens zijn jaren bij TNO deed Van der Zanden hts elektronica. Via seismiek bij Delft Geophysical, hts bedrijfskunde, en diagnostische systemen in een ziekenhuis belandde hij in 1990 bij de TU. Eerst bij de pc-netwerken en later bij ict in het onderwijs.

(Foto’s: Hans Stakelbeek/FMAX)

Ict in het onderwijs. Het lijkt soms wel een toverspreuk die alle problemen moet verhelpen. Is het niet vernieuwen om het vernieuwen?

“Daar is het niet om te doen. Er moet iets gebeuren, omdat het met verschillende vakken niet goed gaat. Denk aan mechanica. Maar acht procent van de studenten haalde dat vak. Dan is er iets mis.”

Wat is er mis met de onderwijsvernieuwing aan de TU?

“In 1998 ging de TU terug naar zeven faculteiten. De faculteit Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen (WTM) is toen ingelijfd bij Technische Bestuurskunde. WTM had als faculteit geen eigen studenten, maar wel een sectie die zich bezighield met onderwijsvernieuwing en onderwijsonderzoek. Na de reorganisatie is die sectie opgehouden te bestaan. Onderwijsonderzoek is bij ons dus wegbezuinigd. Andere universiteiten hebben wel zelf instellingen daarvoor, maar wij hebben geen orgaan meer dat die vernieuwing aanzwengelt. De verantwoording daarvoor ligt nu bij de decanen.”

En dat is slecht?

“Ja, want we zijn in Delft lekker eigenwijs. De decanen krijgen hun geld uit de centrale pot en besteden dat zoveel mogelijk aan de eigen faculteit. Op gezamenlijk niveau gebeurt er daarom veel te weinig. Ja, er is de werkgroep Focus, die zich bezighoudt met onderwijsvernieuwing. Maar die club is hartstikke onzichtbaar en het is zonde dat zowel de facilitaire dienst als de Dienst Technische Ondersteuning (DTO) daar niet inzitten. Daarnaast kan DTO als centrale dienst geen initiatieven ontplooien, omdat het geen eigen budget heeft.”

En straks moet DTO ook nog eens met bijna de helft krimpen. Kunnen we het dan helemaal vergeten met de onderwijsvernieuwing?

“Ik zie juist kansen door de OOD. Het kan de bureaucratie aan de TU verminderen. Ik doe promotieonderzoek naar toepassingen van techniek in het hoger onderwijs. Als DTO’er heb ik toegang tot de data van Blackboard, maar ik mag ze niet gebruiken omdat het privacygevoelig is. Ik moet nu eerst toestemming vragen om mijn eigen informatie in te zien. Ongelooflijk, toch? We hebben te veel remblokjes aan de TU, mensen die de boel ophouden. De OOD is een ideale gelegenheid om te vernieuwen en te versnellen. Als men er tenminste voor openstaat.”

Waarvoor concreet?

“Ik mis zowel ict in het onderwijs als de ondersteuning van studenten in de plannen van de OOD. In Schotland bijvoorbeeld hebben ze een learning café, een plek waar studenten heen kunnen met hun vragen en waar ze kunnen werken aan hun studie. Alles wat ze nodig hebben, is daar aanwezig. Bij ons is het een rommeltje. Studenten moeten hier zijn voor de benodigde software en weer daar voor hun dictaten. En dan weer ergens anders voor een werkplek. Terwijl we ze juist alle faciliteiten op één plek moeten bieden. Daar moeten we mensen voor vrijmaken. Geld mag daarbij geen excuus zijn, want tevreden studenten zijn reclame voor de TU.”

En docenten?

“Het learning café moet er ook zijn voor hen. Een docent moet binnen kunnen lopen met de vraag: hoe vernieuw ik mijn onderwijs? Dat is erg belangrijk, want we kunnen docenten die daar interesse in hebben nu al nauwelijks bereiken. Laat staan de rest.”

Heeft u een voorbeeld?

“Een goed voorbeeld van hoe het wel moet, vind ik het Scholierenlab. Vwo-scholieren kunnen bij de TU vragen over hun werkstukken stellen, het Scholierenlab beantwoordt die en verwijst ze naar universitaire faciliteiten. We zouden een dergelijke opzet ook kunnen gebruiken om de aansluiting van vwo’ers die bij de TU willen gaan studeren te vergemakkelijken. Soms lopen ze bijvoorbeeld achter met wiskunde en dan kunnen ze het als student al heel snel niet meer redden. Veel ondersteuning krijgen ze op dit moment niet. Maar als een toekomstige student via speciale software kan testen wat hij weet en kan en wat hij nog moet leren om aan de begintermen van de TU te voldoen, dan kan hij bijkomen. Dat kan hij zelf via Blackboard doen, met student-assistenten als coach op afstand.”

Meer ict in het onderwijs. Moeten we de colleges afschaffen?

“Nee, sommige colleges moeten we juist handhaven, omdat ze inspirerend zijn. Maar je hebt ze niet meer allemaal nodig. Soms staan ze zelfs de voortgang van een studie in de weg. Bijvoorbeeld als iemand sneller wil studeren dan het programma toelaat. De bureaucratie houdt hem tegen, want hij moet eerst de colleges volgen voordat hij tentamen kan doen. En dat terwijl hij autodidact is. Zo flexibel leren is nu nog niet mogelijk.”

U bent aan het promoveren op techniek in het hoger onderwijs. U kijkt naar verleden, heden en toekomst. Moet het hele onderwijssysteem op de schop?

“Ons onderwijssysteem is volledig afgestemd op de industrialisering. De lange zomervakantie komt zelfs uit agrarische tijden. En dat terwijl we nu leven in een kenniseconomie. Die draait altijd door. Ook het onderwijs kan daaraan niet ontkomen.”

Wat moet er gebeuren?

“De afgelopen twintig jaar hebben we gebruik gemaakt van het constructivisme als voornaamste leertheorie. Studenten krijgen kennis aangereikt en vormen daarmee hun eigen wereldbeeld. Maar er is langzamerhand een nieuwe leertheorie nodig, die ik het collectivisme zou willen noemen. Ken je de Borg uit ‘Star Trek’?”

Die zijn heel eng, ja.

“De Borg gebruiken het collectief om te leren en vooruit te komen. Kinderen van nu doen dat ook. Zij zijn altijd online en gebruiken chatrooms voor van alles, ook voor school. Ze werken samen via bijvoorbeeld MSN. Ieder levert de kennis die hij heeft en daarvan wordt iedereen beter. Kinderen gebruiken dat collectief naast de leermethode van hun school. Maar ook de scholen moeten toe naar het nieuwe leren.”

Ook de universiteiten?

“Die ook, ja. En snel, want die lui komen binnen tien jaar onze universiteit binnen. Maar de TU zegt: ‘Wij doen het al 150 jaar zo, waarom zouden we moeten veranderen? Laat die kinderen zich maar aanpassen, zij moeten voldoen aan onze eisen.’ De decanen zijn bang, willen ouderwetse ingenieurs afleveren. Maar de ingenieurs van vroeger kunnen nu al niet meer goed meedraaien in onze veranderende wereld. Ze moeten samenwerken, ze worden als expert ingezet binnen een collectief. De hogescholen voelen dat veel beter aan, omdat ze dichter bij het beroepsveld staan. Zij zijn veel verder met flexibel leren en een leven lang leren.”

Hoe ziet collectivistisch onderwijs er concreet uit?

“Dat is niet zo gemakkelijk te zeggen. We gaan op weg naar een nu nog onbekend onderwijssysteem. Wat we al wel weten is dat het flexibel moet zijn. Kernwoorden zijn just-for-you, just-in-time en just-enough. En in de toekomst zal de bemoeienis van het bedrijfsleven groter worden bij de inrichting van het onderwijs. Dat toekomstig onderwijs moet een student bedienen die gewend is aan gebruik van internet, mobiele telefoon en afstandsbediening. Dat is een student die de onderwijsinstelling niet ziet als een opleidingsinstituut, maar als een sociale ontmoetingsplaats. Een student die gewend is te leren middels computerspellen met en tegen elkaar. En die gewend is om zonder enige schroom zijn kennissen en diens kennissen te raadplegen. De nieuwe student is een eigen individu die bijdraagt aan en aftapt van een kenniscollectief.”

WIE IS PIET VAN DER ZANDEN?

Werken als it-adviseur bij DTO en EduTec, deelnemen aan het it-consortium E-merge en promoveren. Piet van der Zanden (45) doet het allemaal tegelijk. De afgelopen twee jaar heeft hij dan ook niet minder dan zeventig uur per week gewerkt. Hij noemt zichzelf een workaholic in positieve zin. Van der Zanden komt uit een Delfts volkswijkje, deed de mavo en daarna mts elektronica. Daarna ging hij aan de slag bij de Dienst Grondwater Verkenning van TNO. “Ik werd daar behandeld als een onderdeurtje en durfde het in het begin niet te zeggen als ik dacht dat iets beter zou kunnen.” Tijdens zijn jaren bij TNO deed Van der Zanden hts elektronica. Via seismiek bij Delft Geophysical, hts bedrijfskunde, en diagnostische systemen in een ziekenhuis belandde hij in 1990 bij de TU. Eerst bij de pc-netwerken en later bij ict in het onderwijs.

(Foto’s: Hans Stakelbeek/FMAX)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.