De titel zette velen op het verkeerde been, maar het symposium van het Technologisch Gezelschap heette toch echt aquaplanning, en niet aquaplaning.
Waterbeheer
De eeuwenoude Nederlandse strijd tegen het water is de afgelopen decennia van karakter veranderd. Streed men vroeger vooral tegen het overschot aan water, tegenwoordig is ook verdroging van het land een groot probleem. Er zijn nu naast kwantitatieve ook kwalitatieve waterproblemen. Directeur-generaal Blom van Rijkswaterstaat, die in januari een eredoctoraat van TU ontving, was door de scheikundige studievereniging gestrikt om over deze problematiek te komen praten. Afgelopen woensdag vond het symposium over waterbeheer plaats.
Nederland komt steeds lager te liggen, vertelde Blom. Het land klinkt in door bemaling en de zeespiegel stijgt tegelijkertijd omdat het klimaat warmer wordt. Toch hebben we al eeuwenlang droge voeten, dankzij snelle afvoer van regenwater en hoge dijken langs de rivieren en kust. Blom: ,,Ons zelfvertrouwen bleef groeien dus zijn rivieren steeds meer ingesnoerd door alsmaar hogere dijken. Steden in de uiterwaarden zijn uitgebreid.”
Bijkomend effect van snelle waterafvoer is dat er steeds minder waterbuffers zijn, waardoor ‘s zomers op veel plekken verdroging optreedt. In de winter zorgt de snelle waterafvoer er – samen met de toenemende versmalling van rivieren – voor dat de waterstand in rivieren gevaarlijk hoog kan worden. Daarom is het roer bij Rijkswaterstaat omgegooid. ,,De terugweg is ingeslagen. Het zelfregulerend vermogen van de natuur wordt weer als uitgangspunt genomen. Stroomgebieden van rivieren worden verbreed, een aantal polders mag weer vollopen. De mens trekt zich hier en daar terug”, aldus Blom.
Het kwalitatieve waterprobleem, de watervervuiling, heeft de mens volledig aan zichzelf te wijten. Weliswaar is de waterkwaliteit de afgelopen 25 jaar sterk verbeterd, doordat de afvalwaterlozingen sinds 1970 aan wettelijke regels gebonden zijn. Toch vormt diffuse vervuiling van het water door neergeslagen uitlaatgassen, overbemesting en bestrijdingsmiddelen nog steeds een groot probleem. Verder is Nederland volgens Blom ‘het zinkputje van West Europa’. ,,Nederland vormt de delta van drie internationale rivieren. Buitenlandse vervuiling spoelt hier naartoe. Op sommige plaatsen is het rivierslib zo vervuild dat het als chemisch afval aangemerkt moet worden. De scheepvaart eist verwijdering van het slib, maar niemand wil het in zijn achtertuin.”
Waterbeheer
De eeuwenoude Nederlandse strijd tegen het water is de afgelopen decennia van karakter veranderd. Streed men vroeger vooral tegen het overschot aan water, tegenwoordig is ook verdroging van het land een groot probleem. Er zijn nu naast kwantitatieve ook kwalitatieve waterproblemen. Directeur-generaal Blom van Rijkswaterstaat, die in januari een eredoctoraat van TU ontving, was door de scheikundige studievereniging gestrikt om over deze problematiek te komen praten. Afgelopen woensdag vond het symposium over waterbeheer plaats.
Nederland komt steeds lager te liggen, vertelde Blom. Het land klinkt in door bemaling en de zeespiegel stijgt tegelijkertijd omdat het klimaat warmer wordt. Toch hebben we al eeuwenlang droge voeten, dankzij snelle afvoer van regenwater en hoge dijken langs de rivieren en kust. Blom: ,,Ons zelfvertrouwen bleef groeien dus zijn rivieren steeds meer ingesnoerd door alsmaar hogere dijken. Steden in de uiterwaarden zijn uitgebreid.”
Bijkomend effect van snelle waterafvoer is dat er steeds minder waterbuffers zijn, waardoor ‘s zomers op veel plekken verdroging optreedt. In de winter zorgt de snelle waterafvoer er – samen met de toenemende versmalling van rivieren – voor dat de waterstand in rivieren gevaarlijk hoog kan worden. Daarom is het roer bij Rijkswaterstaat omgegooid. ,,De terugweg is ingeslagen. Het zelfregulerend vermogen van de natuur wordt weer als uitgangspunt genomen. Stroomgebieden van rivieren worden verbreed, een aantal polders mag weer vollopen. De mens trekt zich hier en daar terug”, aldus Blom.
Het kwalitatieve waterprobleem, de watervervuiling, heeft de mens volledig aan zichzelf te wijten. Weliswaar is de waterkwaliteit de afgelopen 25 jaar sterk verbeterd, doordat de afvalwaterlozingen sinds 1970 aan wettelijke regels gebonden zijn. Toch vormt diffuse vervuiling van het water door neergeslagen uitlaatgassen, overbemesting en bestrijdingsmiddelen nog steeds een groot probleem. Verder is Nederland volgens Blom ‘het zinkputje van West Europa’. ,,Nederland vormt de delta van drie internationale rivieren. Buitenlandse vervuiling spoelt hier naartoe. Op sommige plaatsen is het rivierslib zo vervuild dat het als chemisch afval aangemerkt moet worden. De scheepvaart eist verwijdering van het slib, maar niemand wil het in zijn achtertuin.”
Comments are closed.