Vrouwen waren vroeger niet massaal vertegenwoordigd in de cockpit. Uit het boek ‘Van tot professie’ blijkt dat er nog niet zoveel is veranderd: maar drie procent van de Nederlandse verkeerspiloten is vrouw.
In tegenstelling tot wat veel mensen denken zijn vrouwen vanaf het begin bij de luchtvaart betrokken. Ze waren weliswaar op één hand te tellen, bekend waren ze wel. Dit hadden ze met name te danken aan de grote weerstand die heerste tegen vrouwelijke piloten. Een vrouw achter de stuurknuppels, dat kon gewoon niet goed gaan.
Een goed voorbeeld van deze gedachte is een artikel in het toendertijd bekende blad Avia: ,,Wat doet gij eigenlijk, gij dames, in de lucht? Is het vliegen iets voor u? Weet gij wel dat de vliegkunst van den aviateur verlangt in een ondeelbaar oogenblik een besluit te kunnen nemen? Kunt ge dat? Wij zullen het niet ontkennen, maar merken op dat onze ondervindingen leerde dat gij, als ge na een lange aarzeling eindelijk tot een besluit geraakte, gewoonlijk net het omgekeerde deedt van wat ge juist besloot…” Vrouwen moesten trouwen, het huishouden doen en kinderen krijgen, vliegen moesten ze maar aan mannen overlaten.
Het boek geeft een aardig beeld van de worstelingen van vrouwen om zich de luchtvaart binnen te werken. De vele citaten en interviews maken duidelijk hoe er tegen ze werd aangekeken en met name hoe ze werden tegengewerkt. Deze citaten zijn zo overduidelijk dat de steeds terugkerende analyses en uitleg van de schrijfster een beetje overbodig aandoen.
Rond de Eerste Wereldoorlog was het voor vrouwen bijna onmogelijk als piloot in een vliegtuig terecht te komen. Slechts enkele gefortuneerde dames wisten een brevet te halen. Werken in deze industrie konden ze wel vergeten, waarna het vaak snel afgelopen was met het vliegen.
Na de Eerste Wereldoorlog probeerden steeds meer vrouwen door te dringen in de kleine luchtvaart. De economische crisis van 1929 gooide echter roet in het eten. De burgerluchtvaart raakte in een impasse en de kleine kansen van de vrouwelijke piloten waren hiermee voorlopig verdwenen.
De Tweede Wereldoorlog zorgde voor een kleine verandering. Enkele pilotes werden ingezet in de oorlogsindustrie. Niet als gevechtspiloot, maar voor het transporteren van vliegtuigen binnen Engeland. Na de oorlog werden deze dames vriendelijk bedankt voor hun bewezen diensten en konden gaan.
De eerste vrouw die zich een weg wist te banen naar de commerciële luchtvaart was Liane Latour. Begonnen als stewardess bij de KLM werd ze na veel pijn en moeite aangesteld als derde piloot op de DC-4. Officieel bleef ze echter stewardess en kreeg ook het bijbehorende salaris. Ook mocht ze zich niet laten zien aan de klanten, want als dieeens wisten dat er een vrouw in de cockpit zat. Na Latour brak er een periode aan waarin enkele vrouwen dichtbij een stoeltje voorin het vliegtuig kwamen, maar het nooit bereikten.
3 Cockie van Giesel, dertig jaar later
Paradepaardje
De grote verandering kwam pas eind jaren zeventig, toen de wet op gelijke behandeling werd aangenomen. Deze wet nam de mogelijkheid van de luchtvaartmaatschappijen weg om vrouwen op grond van hun geslacht te weigeren. Er ontstond zelfs een situatie waarin de meisjes die de opleiding tot piloot wisten te voltooien als paradepaardje werden gebruikt. In sommige gevallen werd de publiciteit rond deze meisjes echter zo groot dat een normale carrière onmogelijk werd, waardoor ze vaak al snel afhaakten.
Pas nadat het aantal vrouwen in de luchtvaart toenam en het dus publicitair minder interessant werd, ontstond de mogelijkheid voor vrouwen om op een normale manier te werken.
‘Van passie tot professie; Vrouwelijke vliegers in de Nederlandse luchtvaart’ door Gertrud Blauwhof. Sun. ISBN 90 6168 626 1, 49,50 gulden.
,,
In tegenstelling tot wat veel mensen denken zijn vrouwen vanaf het begin bij de luchtvaart betrokken. Ze waren weliswaar op één hand te tellen, bekend waren ze wel. Dit hadden ze met name te danken aan de grote weerstand die heerste tegen vrouwelijke piloten. Een vrouw achter de stuurknuppels, dat kon gewoon niet goed gaan.
Een goed voorbeeld van deze gedachte is een artikel in het toendertijd bekende blad Avia: ,,Wat doet gij eigenlijk, gij dames, in de lucht? Is het vliegen iets voor u? Weet gij wel dat de vliegkunst van den aviateur verlangt in een ondeelbaar oogenblik een besluit te kunnen nemen? Kunt ge dat? Wij zullen het niet ontkennen, maar merken op dat onze ondervindingen leerde dat gij, als ge na een lange aarzeling eindelijk tot een besluit geraakte, gewoonlijk net het omgekeerde deedt van wat ge juist besloot…” Vrouwen moesten trouwen, het huishouden doen en kinderen krijgen, vliegen moesten ze maar aan mannen overlaten.
Het boek geeft een aardig beeld van de worstelingen van vrouwen om zich de luchtvaart binnen te werken. De vele citaten en interviews maken duidelijk hoe er tegen ze werd aangekeken en met name hoe ze werden tegengewerkt. Deze citaten zijn zo overduidelijk dat de steeds terugkerende analyses en uitleg van de schrijfster een beetje overbodig aandoen.
Rond de Eerste Wereldoorlog was het voor vrouwen bijna onmogelijk als piloot in een vliegtuig terecht te komen. Slechts enkele gefortuneerde dames wisten een brevet te halen. Werken in deze industrie konden ze wel vergeten, waarna het vaak snel afgelopen was met het vliegen.
Na de Eerste Wereldoorlog probeerden steeds meer vrouwen door te dringen in de kleine luchtvaart. De economische crisis van 1929 gooide echter roet in het eten. De burgerluchtvaart raakte in een impasse en de kleine kansen van de vrouwelijke piloten waren hiermee voorlopig verdwenen.
De Tweede Wereldoorlog zorgde voor een kleine verandering. Enkele pilotes werden ingezet in de oorlogsindustrie. Niet als gevechtspiloot, maar voor het transporteren van vliegtuigen binnen Engeland. Na de oorlog werden deze dames vriendelijk bedankt voor hun bewezen diensten en konden gaan.
De eerste vrouw die zich een weg wist te banen naar de commerciële luchtvaart was Liane Latour. Begonnen als stewardess bij de KLM werd ze na veel pijn en moeite aangesteld als derde piloot op de DC-4. Officieel bleef ze echter stewardess en kreeg ook het bijbehorende salaris. Ook mocht ze zich niet laten zien aan de klanten, want als dieeens wisten dat er een vrouw in de cockpit zat. Na Latour brak er een periode aan waarin enkele vrouwen dichtbij een stoeltje voorin het vliegtuig kwamen, maar het nooit bereikten.
3 Cockie van Giesel, dertig jaar later
Paradepaardje
De grote verandering kwam pas eind jaren zeventig, toen de wet op gelijke behandeling werd aangenomen. Deze wet nam de mogelijkheid van de luchtvaartmaatschappijen weg om vrouwen op grond van hun geslacht te weigeren. Er ontstond zelfs een situatie waarin de meisjes die de opleiding tot piloot wisten te voltooien als paradepaardje werden gebruikt. In sommige gevallen werd de publiciteit rond deze meisjes echter zo groot dat een normale carrière onmogelijk werd, waardoor ze vaak al snel afhaakten.
Pas nadat het aantal vrouwen in de luchtvaart toenam en het dus publicitair minder interessant werd, ontstond de mogelijkheid voor vrouwen om op een normale manier te werken.
‘Van passie tot professie; Vrouwelijke vliegers in de Nederlandse luchtvaart’ door Gertrud Blauwhof. Sun. ISBN 90 6168 626 1, 49,50 gulden.
In tegenstelling tot wat veel mensen denken zijn vrouwen vanaf het begin bij de luchtvaart betrokken. Ze waren weliswaar op één hand te tellen, bekend waren ze wel. Dit hadden ze met name te danken aan de grote weerstand die heerste tegen vrouwelijke piloten. Een vrouw achter de stuurknuppels, dat kon gewoon niet goed gaan.
Een goed voorbeeld van deze gedachte is een artikel in het toendertijd bekende blad Avia: ,,Wat doet gij eigenlijk, gij dames, in de lucht? Is het vliegen iets voor u? Weet gij wel dat de vliegkunst van den aviateur verlangt in een ondeelbaar oogenblik een besluit te kunnen nemen? Kunt ge dat? Wij zullen het niet ontkennen, maar merken op dat onze ondervindingen leerde dat gij, als ge na een lange aarzeling eindelijk tot een besluit geraakte, gewoonlijk net het omgekeerde deedt van wat ge juist besloot…” Vrouwen moesten trouwen, het huishouden doen en kinderen krijgen, vliegen moesten ze maar aan mannen overlaten.
Het boek geeft een aardig beeld van de worstelingen van vrouwen om zich de luchtvaart binnen te werken. De vele citaten en interviews maken duidelijk hoe er tegen ze werd aangekeken en met name hoe ze werden tegengewerkt. Deze citaten zijn zo overduidelijk dat de steeds terugkerende analyses en uitleg van de schrijfster een beetje overbodig aandoen.
Rond de Eerste Wereldoorlog was het voor vrouwen bijna onmogelijk als piloot in een vliegtuig terecht te komen. Slechts enkele gefortuneerde dames wisten een brevet te halen. Werken in deze industrie konden ze wel vergeten, waarna het vaak snel afgelopen was met het vliegen.
Na de Eerste Wereldoorlog probeerden steeds meer vrouwen door te dringen in de kleine luchtvaart. De economische crisis van 1929 gooide echter roet in het eten. De burgerluchtvaart raakte in een impasse en de kleine kansen van de vrouwelijke piloten waren hiermee voorlopig verdwenen.
De Tweede Wereldoorlog zorgde voor een kleine verandering. Enkele pilotes werden ingezet in de oorlogsindustrie. Niet als gevechtspiloot, maar voor het transporteren van vliegtuigen binnen Engeland. Na de oorlog werden deze dames vriendelijk bedankt voor hun bewezen diensten en konden gaan.
De eerste vrouw die zich een weg wist te banen naar de commerciële luchtvaart was Liane Latour. Begonnen als stewardess bij de KLM werd ze na veel pijn en moeite aangesteld als derde piloot op de DC-4. Officieel bleef ze echter stewardess en kreeg ook het bijbehorende salaris. Ook mocht ze zich niet laten zien aan de klanten, want als dieeens wisten dat er een vrouw in de cockpit zat. Na Latour brak er een periode aan waarin enkele vrouwen dichtbij een stoeltje voorin het vliegtuig kwamen, maar het nooit bereikten.
3 Cockie van Giesel, dertig jaar later
Paradepaardje
De grote verandering kwam pas eind jaren zeventig, toen de wet op gelijke behandeling werd aangenomen. Deze wet nam de mogelijkheid van de luchtvaartmaatschappijen weg om vrouwen op grond van hun geslacht te weigeren. Er ontstond zelfs een situatie waarin de meisjes die de opleiding tot piloot wisten te voltooien als paradepaardje werden gebruikt. In sommige gevallen werd de publiciteit rond deze meisjes echter zo groot dat een normale carrière onmogelijk werd, waardoor ze vaak al snel afhaakten.
Pas nadat het aantal vrouwen in de luchtvaart toenam en het dus publicitair minder interessant werd, ontstond de mogelijkheid voor vrouwen om op een normale manier te werken.
‘Van passie tot professie; Vrouwelijke vliegers in de Nederlandse luchtvaart’ door Gertrud Blauwhof. Sun. ISBN 90 6168 626 1, 49,50 gulden.
Comments are closed.