Een nieuwe campagne moet het aantal inbraken in studentenkamers terugdringen. Nu is er gemiddeld iedere week een inbraak of een poging daartoe in een studentenhuis. “Gelegenheidsinbrekers moet je het zo moeilijk mogelijk maken.”
“Studenten zijn net zo goed inwoners van Delft als anderen. Ze zijn geen gasten, maar zien zichzelf wel vaak zo.” Ton van der Sman, wijkagent van de Delftse binnenstad, denkt dat studenten een omslag moeten maken als ze willen helpen met het terugdringen van inbraken in hun huizen. De politie lost inbraken geregeld op, maar voorkomen heeft de voorkeur.
Van der Sman en zijn collega Patrick de Brabander hebben de afgelopen tijd op studentenverenigingen flyers verspreid met tips tegen inbraak. Praktische tips zijn het, over het afsluiten van ramen en deuren en het verlichten van donkere hoekjes (zie kader op pagina 18). Het verhaal over bewoners en gasten komt er niet in voor, maar Van der Sman denkt dat dit de crux is. “Een bewoner maakt zich immers meer zorgen over de veiligheid om zich heen. Hij investeert in zo veilig mogelijk wonen. Een gast denkt: ik ben over een paar jaar toch weer weg.”
Volgens de cijfers van 2013 wordt er gemiddeld iedere week ingebroken in een studentenhuis, of is er een poging daartoe. Dat is tien procent van het totaal in Delft. De politie wil dat aantal met een nieuwe campagne terugdringen door studenten te vertellen wat ze kunnen doen om gelegenheidsdieven geen kans te geven. Vrijwel altijd gaat het namelijk om inbrekers, die zien dat een raam of een deur open staat. Zij slaan alleen toe als dat gemakkelijk kan, als ze binnen een paar minuten weer weg kunnen zijn.
De wijkagent vreest dat de sociale controle in studentenhuizen niet altijd optimaal is. Vooral in grote complexen lopen mensen rond die elkaar of elkaars gasten niet kennen en er ook niet naar omkijken. Buitendeuren gaan vaak niet op slot, omdat mensen denken dat er zo nog iemand doorheen moet. “Studenten moeten proberen elkaar aan te spreken en elkaars gedrag corrigeren. Gelegenheidsinbrekers moet je het zo moeilijk mogelijk maken.”
De politie is van plan binnenkort weer te flyeren met anti-inbraaktips. Maar ze gaat het ook confronterender aanpakken. Hoe en wanneer dat zal gebeuren blijft voorlopig geheim. Van der Sman: “Als onze acties achter de rug zijn, zullen wij bij de studentenverenigingen onze bevindingen tonen. Het wordt in ieder geval een verassende actie, dat is zeker.”
‘Stom toeval dat ik thuis was’
Een inbraak kan nare gevolgen hebben voor slachtoffers. Ze voelen zich niet meer veilig in hun eigen huis of ze zijn belangrijke spullen kwijt. Uit studentenhuizen verdwijnen er bij een inbraak meestal laptops en smartphones, soms met belangrijke gegevens erop. Twee studenten vertellen wat de inbraak in hun kamer voor hen betekende.
Groot mes
Tweede Kerstdag 2012. Student werktuigbouwkunde Thomas Winter heeft Kerst gevierd met zijn familie en is terug in Delft om zijn skispullen op te halen. Zijn studentenhuis aan de Lange Geer in het centrum van Delft is verlaten. Zijn vier huisgenoten zijn weg. Winter wil zijn spullen pakken en meteen weer weggaan. Eenmaal in zijn kamer besluit hij een nachtje te blijven slapen. Buiten waait het flink.
Als Winter die nacht rond drie uur wakker wordt van een knal, denkt hij: “Dat is natuurlijk de wind.” De kamer van de student, dan tweedejaars, grenst aan de keuken. Als hij glas hoort rinkelen, vertrouwt hij het niet meer. Dit kan de wind niet zijn, denkt hij. Hij staat op en loopt de hal in. Precies op dat moment springt er van achter de keukendeur een man tevoorschijn. Hij is klein van stuk, heeft een bivakmuts op en een capuchon. Winter schrikt. De man heeft een groot mes in zijn hand.
De twee staan tegenover elkaar en kijken elkaar tien seconden in de ogen. “Doe me niks aan!”, roept Winter. Hij ziet dat de inbreker ook schrikt. Dan vlucht de indringer het huis uit. Via de voordeur, die hij eerder had geforceerd.
Winter belt meteen de politie. Die rukt met tien wagens groots uit. Agenten zetten grachten in de binnenstad af. Een gewapende inbraak, dat nemen ze hoog op. Helaas mag het niet baten. “De man was totaal gemaskerd. Ik heb alleen zijn ogen gezien. Ik zou hem nooit kunnen herkennen”, vertelt Winter.
Het is nu meer dan een jaar later. Toch heeft de student nog wel eens een onveilig gevoel. Als het hard waait, zoals op die nacht. Ondanks dat hij heeft voorkomen dat de inbreker iets heeft kunnen stelen, wilde hij dat hij die Tweede Kerstdag was terug gegaan naar zijn ouders. “Dat een dief spullen meeneemt, is een stuk minder traumatiserend dat dit, denk ik. Het was stom toeval dat ik er was.” De student heeft na zijn ontmoeting met de inbreker drie maanden slecht geslapen. “Van ieder geluid kreeg ik een adrenalinerush.” Pas nadat Winter een klein slot op zijn kamerdeur zette, voelde hij zich weer redelijk veilig.
De student had er vóór die nacht nooit over gedacht dat er ingebroken zou kunnen worden in zijn huis. Nu is hij zich er maar al te bewust van. “We doen nu altijd de voordeur op slot, zeker na zeven uur ’s avonds. Natuurlijk kan een dief dan ook binnen komen, maar zonder slot maak je hem wel heel gemakkelijk open.”
Totale ravage
Het is half drie ’s nachts ergens eind oktober 2013 als Ruben van der Post na een avondje stappen zijn kamerdeur opent. Hij woont op de begane grond van studentencomplex Oost-Indiëplaats in de Delftse binnenstad. “Ik zag een totale ravage”, vertelt hij.
De kamer van de tweedejaars luchtvaarttechnologie aan Hogeschool Inholland ligt helemaal overhoop. Zijn raam naar buiten is opengebroken. Van der Post snapt meteen dat hier een dief aan het werk is geweest, eentje die alles ondersteboven heeft gekeerd op zoek naar een buit. “Ik was in één klap nuchter.”
De student ziet al snel wat er weg is. Zijn Macbook, net als zijn externe harde schijf. Ook zijn iPhone is gestolen. “Die was stuk. Ik had tijdelijk een andere mee.” Van der Post baalt er nog van. Hij belt de politie en om half vier in de nacht staat hij met een motoragent in zijn kamer een schadeformulier in te vullen voor de verzekering.
Als ze klaar zijn, valt Van der Post doodmoe in slaap. Ongemakkelijk voelt het wel. De inbreker heeft de gordijnen naar beneden getrokken. De student heeft een paar dagen het gevoel in een etalage te wonen.
Hij heeft zich de maanden na de inbraak onveilig gevoeld, vertelt hij. Het vertrouwen is inmiddels redelijk terug, denkt hij, maar hij blijft voorzichtiger dan voorheen. Zijn raam stond die nacht op een kier. Weliswaar met een slot erop, maar dat mocht kennelijk niet baten. De enige huisgenoot die de nacht tussen half twaalf en half drie – de uren dat Van der Post weg was – thuis had liggen slapen, had niks gehoord.
Tegenwoordig sluit Van der Post zijn raam altijd als hij weggaat, hij checkt het omstandig. “Een dief moet nu eerst de ruit intikken en dat maakt meer herrie.” Met zijn vader gaat de student extra sloten op zijn kamerdeur zetten. Ook denkt hij erover om samen met huisgenoten huisvester Duwo te vragen om betere buitenverlichting. “Voordat ik aan de Oost-Indiëplaats kwam wonen, is er al twee keer ingebroken op de begane grond. De onderste verdieping is kwetsbaar, omdat de binnenplaats slecht is verlicht.”
Een iPhone heeft Van der Post niet meer na de inbraak. De verzekering keerde genoeg uit voor een nieuwe Macbook, daarna was het geld op. Gelukkig had hij alles voor zijn studie op Dropbox staan. Het enige wat weg is, zijn wat privéfoto’s. “Natuurlijk is dat jammer. Soms wil ik foto’s van iets leuks terugkijken en dan realiseer ik me dat ik ze niet meer heb.”
Tips om dieven te weren
-
Bel direct 112 bij een verdachte situatie -
Sluit altijd je woning af -
Laat drangers op buitendeuren vooral zitten -
Breng anti-inbraakstrips aan op deuren -
Laat ramen niet zomaar open staan -
Verlicht donkere plekken -
Weet met wie je in huis woont en wie er aanwezig zijn -
Doe de gezamenlijke toegangsdeur op slot -
Schrijf registratienummers van waardevolle spullen op
Comments are closed.