Vorige week gaf wiskundestudent Rob Steenweg uitgebreid antwoord op de vraag: produceert een lap gras net zoveel zuurstof als een boom die hetzelfde oppervlak van het maaiveld inneemt? Hij nam aan dat een boom meer zuurstof produceerde, omdat je een maaiveld als tweedimensionaal kunt zien en een boom als driedimensionaal.
Martin Baptist, docent waterkwaliteitsbeheer aan de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen, vindt dat Steenweg daarbij wat kort door de bocht gaat. “Een maaiveld is zo goed als plat, maar bevat zeker een driedimensionale structuur; als je ieder grassprietje naast elkaar legt (en dubbelzijdig kopieert!) kom je op een aardig groot oppervlak.”
Tjonge. Ook weet Baptist dat er gemeten wordt aan dit soort dingen: “De zuurstofproductie is uit te drukken in de net primary production (NPP), onder biologen welbekend. Deze is sterk afhankelijk van de klimaatzone en van het ecosysteem.” Op internet zijn hele tabellen te vinden met NPP-data, daaruit komt hij met de volgende gegevens: “Een vergelijking tussen tropische bossen (NPP van 925), gematigde bossen (670) en noordelijke bossen (355), met tropische graslanden (790), gematigde graslanden (350) en noordelijke graslanden (105), laat zien dat 1) bomen inderdaad meer produceren dan graslanden; 2) er vooral grote klimatologische verschillen zijn; en 3) dat het niet puur een 2D- of 3D-effect is.”
Geodesiestudent Boudewijn Possel vroeg vorige week: Wat is de optimale fietssnelheid om tijdens een regenbui zo min mogelijk nat te worden? Zevendejaars IO-student Gerwin Hoogendoorn stuurde ons naar de volgende website: http://www.dctech.com/physics/features/0600.php. Daarop kun je aan de hand van een flink aantal gegevens precies bepalen hoe nat je wordt als je door de regen loopt. Volgens Hoogendoorn geldt deze formule ook voor fietsers. “Misschien kan Boudewijn Possel hiermee zelf zijn vraag beantwoorden.”
Wonderbaarlijk genoeg komt er een dag later een bericht van Possel binnen: “Ik heb ook even over mijn zelf gestelde vraag nagedacht.” Hij voegt een uitgebreide berekening toe waarin hij rekening houdt met regen van voren en regen van boven. Zijn conclusie luidt: “Zo snel mogelijk fietsen!” want op die manier krijg je minder regen van boven.
Derdejaars elektrotechniek Jorden Verwer denkt ook dat snel fietsen waarschijnlijk het beste is, maar hij houdt ook nog rekening met de wind: “Het lijkt mij als de regen van achter komt optimaal om zodanig te fietsen, dat de regen schijnbaar recht omlaag valt.”
De nieuwe vraag van de week is er een van mezelf: Waarom koelt eten uit de magnetron sneller af dan eten uit de oven? (IS)
Reacties of nieuwe vragen kun je wekelijks vóór maandag 16.00 uur mailen naar: waarom_daarom@yahoo.com. Maximaal vijftig woorden, en vergeet je naam, studie en studiejaar niet te vermelden!
Vorige week gaf wiskundestudent Rob Steenweg uitgebreid antwoord op de vraag: produceert een lap gras net zoveel zuurstof als een boom die hetzelfde oppervlak van het maaiveld inneemt? Hij nam aan dat een boom meer zuurstof produceerde, omdat je een maaiveld als tweedimensionaal kunt zien en een boom als driedimensionaal. Martin Baptist, docent waterkwaliteitsbeheer aan de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen, vindt dat Steenweg daarbij wat kort door de bocht gaat. “Een maaiveld is zo goed als plat, maar bevat zeker een driedimensionale structuur; als je ieder grassprietje naast elkaar legt (en dubbelzijdig kopieert!) kom je op een aardig groot oppervlak.”
Tjonge. Ook weet Baptist dat er gemeten wordt aan dit soort dingen: “De zuurstofproductie is uit te drukken in de net primary production (NPP), onder biologen welbekend. Deze is sterk afhankelijk van de klimaatzone en van het ecosysteem.” Op internet zijn hele tabellen te vinden met NPP-data, daaruit komt hij met de volgende gegevens: “Een vergelijking tussen tropische bossen (NPP van 925), gematigde bossen (670) en noordelijke bossen (355), met tropische graslanden (790), gematigde graslanden (350) en noordelijke graslanden (105), laat zien dat 1) bomen inderdaad meer produceren dan graslanden; 2) er vooral grote klimatologische verschillen zijn; en 3) dat het niet puur een 2D- of 3D-effect is.”
Geodesiestudent Boudewijn Possel vroeg vorige week: Wat is de optimale fietssnelheid om tijdens een regenbui zo min mogelijk nat te worden? Zevendejaars IO-student Gerwin Hoogendoorn stuurde ons naar de volgende website: http://www.dctech.com/physics/features/0600.php. Daarop kun je aan de hand van een flink aantal gegevens precies bepalen hoe nat je wordt als je door de regen loopt. Volgens Hoogendoorn geldt deze formule ook voor fietsers. “Misschien kan Boudewijn Possel hiermee zelf zijn vraag beantwoorden.”
Wonderbaarlijk genoeg komt er een dag later een bericht van Possel binnen: “Ik heb ook even over mijn zelf gestelde vraag nagedacht.” Hij voegt een uitgebreide berekening toe waarin hij rekening houdt met regen van voren en regen van boven. Zijn conclusie luidt: “Zo snel mogelijk fietsen!” want op die manier krijg je minder regen van boven.
Derdejaars elektrotechniek Jorden Verwer denkt ook dat snel fietsen waarschijnlijk het beste is, maar hij houdt ook nog rekening met de wind: “Het lijkt mij als de regen van achter komt optimaal om zodanig te fietsen, dat de regen schijnbaar recht omlaag valt.”
De nieuwe vraag van de week is er een van mezelf: Waarom koelt eten uit de magnetron sneller af dan eten uit de oven? (IS)
Reacties of nieuwe vragen kun je wekelijks vóór maandag 16.00 uur mailen naar: waarom_daarom@yahoo.com. Maximaal vijftig woorden, en vergeet je naam, studie en studiejaar niet te vermelden!
Comments are closed.