Campus

‘Waar is nou die mechanische aap?’

Voor elk wat wils, zaterdag op de chemiedag en zondag op de wetenschapsdag. Terwijl vaders en moeders zich verdiepten in de serieuze aangelegenheden van het wetenschappelijk bedrijf, verkende de Nintendo-jeugd een wereld die ze vergeten leken.

Een dag om de tanende belangstelling voor techniek bij de jeugd te keren, of gewoon een gezellig kinderfeestje binnen de muren van de TU?


1 ,,Thuis kan ik ook Internetten, maar hier is het gratis”

De paardentram begint net aan zijn tochtje naar het andere gebouw van Scheikunde met welgeteld twee passagiers aan boord. Deze zogenaamde ‘biobus’ brengt bezoekers gratis van de hoofdvestiging van Scheikunde naar het Kluyverlaboratorium voor biotechnologie een paar honderd meter verderop aan dezelfde Julianalaan. Maar het merendeel van de bezoekers pakt liever het eigen ros, of laat het Kluyverlaboratorium links liggen. Leuk natuurlijk zo’n paard, maar straks moet je weer terug om je fiets te halen.

Een tafel vol folders en stencils is het eerste wat de bezoeker tegenkomt als hij het scheikundegebouw binnentreedt. Traditiegetrouw kan de informatie-overdosis bewaard worden in een plastic TU-tasje. Drie routes zijn uitgezet, een gele, een rode en een groene. Iene, miene, mutte: het wordt de gele. Op weg naar de eerste activiteit stopt een dame nog wat extra folders toe: twee boekwerkjes over laboratorium-scholen elders in den lande. ‘Dank u’, en de folders verdwijnen in het tasje.

Toevallig begint over drie minuten een lezing over suiker in zaal A. Een kwartiertje, dat kan er wel af. Maar de leek verliest de draad al snel in het verhaal over lactose, fructose, cellulose, maltose en sucrose. Gedurende de lezing blijven er groepjes binnendruppelen, steevast bestaand uit vader, moeder en twee kinderen. Wanneer de lezing het toegestane kwartier voor de derde maal overschrijdt, beginnen de kids (aan wie door pa en ma beloofd was dat ze zelf proefjes zouden mogen doen), te zeuren: ‘Mama, zullen we weggaan’. Maar dat durven mama en papa niet. Afwachten dus en hopen dat die dame voorin niet nog een vraag stelt.
Quizmaster

Bij de poederquiz kunnen de pre-puberalen hun ei wat beter kwijt. Zoek de juiste naam bij het juiste stofje, en dat zesentwintig maal. ,,Alles mag, behalve proeven”, vertelt de quizmaster een beetje laat. ,,Van sommige dingen ga je namelijk dood.” Nou maar hopen dat het inderdaad suiker was, wat nog nasmelt op de tong, en geen ionenwisselaar, kiezelgruis of make-up.

Zo nu en dan geselt een daverende knal de trommelvliezen. Het blijkt afkomstig van onderdeel ‘geel 5’, de zogenaamde stofexplosie. Dit lievelingsnummer van de organisatie oogst bewondering (‘zooo, echt niet normaal’), maar doet de meestenieuwsgierigen ook weer snel het hazepad kiezen om een tweede kennismaking voor te zijn.

We dwalen door de gangen van het scheikunde-labyrint, passeren niet-Newtoniaanse vloeistoffen, cyclonen, spuitgietprocessen en destillatiekolommen om uiteindelijk aan te komen bij het zogenaamde pret-lab: huis-tuin-en-keuken proefjes om de jonge onderzoeker in de speelse kinderziel te doen ontwaken. Een studente tracht de haar omringende kinderschare te laten zien dat op water drijvende punaises zinken wanneer je een druppeltje zeepsop toevoegt. Helaas, de prikkertjes liggen al op de bodem voor het meisje de fles ter hand heeft kunnen nemen.

Twee heren laten ondertussen zien hoe je plastic kunt maken. Drie deciliter melk, verwarmd tot 55 graden, en een eetlepel azijn; meer blijkt er niet voor nodig. In een zandbak-vormpje mag het mengsel opstijven, waarna er een – licht misvormd – dier tevoorschijn komt. ,,Hier, die kun je aan iemand geven ofzo”, kan de ambachtsman een lachje niet onderdrukken. ,,Nog een half uurtje, dan zit het erop”, mompelt hij ondertussen. ,,Mag ik er ook eentje”, zeurt een andere kinderstem. ,,We gaan er eentje voor je maken.”
Batman

,,Waar is de mechanische aap?”, krijgen de twee jeugdige gastvrouwen bij de ingang zondag voortdurend te horen. ‘Mechanische aap klimt in touw’, stond er te lezen in de advertentie van de faculteit Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek in Delta, maar op het plattegrondje staat de mechanische aap niet vermeld. ,,Ik geloof dat het helemaal aan het einde van de gang is”, legt één van de meisjes uit.

Op verzoek wil een tweedejaars zijn practicumproduct wel demonstreren. Hij hangt een katrol aan een touw, en schakelt een knopje om. De katrol begint te draaien, en werkt zichzelf langzaam omhoog. Als dit de mechanische aap is, wat mag het ‘partijtje tafeltennis met batman’ dan wel voorstellen? Een apparaat vuurt een ping-pongbal af. Zet je ‘m op de juiste positie op de tafeltennistafel, dan volgt er iets dat volgens de regels van het spel een service wordt genoemd.

De dobbelende robot trekt meer bekijks. Met veel gepuf en gezoem werpt het apparaat drie dobbelstenen in een cirkel, lokaliseert en ‘leest’ ze vervolgens. De stenen gaan weer terug in de beker, en de vertoning herhaalt zich ad infinitum.

Ook voor serieuze zaken is er aandacht. Moderne dubbele grijphaken met een kleurtje voor kinderen die een hand missen, ontwikkeld door de Wilmer-groep. ,,Door de kleur wordt het speelgoedkarakter benadrukt, waardoor kinderen het ding eerder accepteren”, legt de deskundige uit. ,,Doet u ook aan benen”, wil iemand weten. ,,Stiekem een beetje. Benen zijn officieel aan Twente toegewezen.”
Brandvlekken

Wiskunde en informatica hebben er een gezellige dag voor het hele gezin van gemaakt. In de crèche zitten tientallen peuters te solderen dat het een lieve lust is. ‘Bouw je eigen looplicht’, ‘bouw je eigen klankentapper’, staat er op de instructies die her en der in het rond slingeren. Terwijlzoonlief met uitgestoken tong printplaatjes bewerkt, proberen vader en moeder te voorkomen dat de soldeerbout in het blonde haar van het buurmeisje verdwijnt. Een paar studenten proberen de orde in de kinderchaos te bewaren. Niet geheel zonder risico, gezien de vele brandvlekken op de arm van een tweedejaars informatica.

Wat oudere kinderen bezwijken voor de geneugten van de Internet-zaal. ,,Verder nog niks gezien”, vertelt een stekelkop, terwijl hij onverstoorbaar doorsurft. ,,Thuis kan het ook ja, maar hier kost het niks. Werktuigbouw? Nee, daar hebben ze geen Internet.”

Dieperliggende belangstelling wordt bevredigd in de boven gelegen zalen. Een computer die emoties van gezichten kan aflezen, een telefonische versie van NS-reisplanner: geen dame, maar een computer vertelt u hoe laat u welke trein moet hebben. Alles gaat goed zolang er geen gekke dingen worden ingesproken. Bij ‘wat heeft u een mooie stem’ slaat het systeem op tilt.
Spekkie

Het Techniek Museum weet zondag niet wat het overkomt: een invasie. Overal zitten ze aan, de kleine handjes. Iedere hendel en iedere toets van de serie bedaagde rekenapparaten wordt ingedrukt of uitgetrokken. Elders staan de kinderen in de rij om als een dolle aan het wiel van een draaibank te draaien om een houtje te bewerken. De moderne jeugd lijkt het Nintendo-juk hier van zich af te werpen, en viert de bevrijding uitbundig.

Veel interesse is er voor het vacuüm-zuigen van een spekkie door hard aan een wiel te draaien. De belangstelling voor het geïmplodeerde snoepgoed is zo groot, dat er nieuwe zakken aangerukt moeten worden. Maar zelfs de rondleiding langs ijkwerktuigen, stoommachines en de tentoonstelling over gezichtsbedrog laten de kleine man en vrouw niet aan zich voorbijgaan.

Maar het mooiste wonder van techniek is de grote knikkerbaan bij de ingang, afkomstig uit het Evoluon. Door een wirwar van gootjes, tweesprongen en liftjes werken enkele knikkers gestaag hun eeuwige banen af. Volkomen gebiologeerd, los van alles wat er verder om hen heen gebeurt, volgen zeven, acht paar kinderogen ‘hun’ knikker bij al zijn omzwervingen. Sommigen volgen een knikker met hun vingertje: ,,Dat ben ik.”

,,Pieter ga nou mee, Pieter we moeten ergens anders heen”, roept een wanhopige moeder voor de zoveelste maal. Maar Pieter komt niet, en lijkt dat ook niet van plan. ,,Vanmorgen stond er een kind te huilen”, vertelt één van de medewerkers van het museum. ,,Zijn knikker bleek uit de baan gevlogen.”

Kees Versluis

,,

Voor elk wat wils, zaterdag op de chemiedag en zondag op de wetenschapsdag. Terwijl vaders en moeders zich verdiepten in de serieuze aangelegenheden van het wetenschappelijk bedrijf, verkende de Nintendo-jeugd een wereld die ze vergeten leken. Een dag om de tanende belangstelling voor techniek bij de jeugd te keren, of gewoon een gezellig kinderfeestje binnen de muren van de TU?


1 ,,Thuis kan ik ook Internetten, maar hier is het gratis”

De paardentram begint net aan zijn tochtje naar het andere gebouw van Scheikunde met welgeteld twee passagiers aan boord. Deze zogenaamde ‘biobus’ brengt bezoekers gratis van de hoofdvestiging van Scheikunde naar het Kluyverlaboratorium voor biotechnologie een paar honderd meter verderop aan dezelfde Julianalaan. Maar het merendeel van de bezoekers pakt liever het eigen ros, of laat het Kluyverlaboratorium links liggen. Leuk natuurlijk zo’n paard, maar straks moet je weer terug om je fiets te halen.

Een tafel vol folders en stencils is het eerste wat de bezoeker tegenkomt als hij het scheikundegebouw binnentreedt. Traditiegetrouw kan de informatie-overdosis bewaard worden in een plastic TU-tasje. Drie routes zijn uitgezet, een gele, een rode en een groene. Iene, miene, mutte: het wordt de gele. Op weg naar de eerste activiteit stopt een dame nog wat extra folders toe: twee boekwerkjes over laboratorium-scholen elders in den lande. ‘Dank u’, en de folders verdwijnen in het tasje.

Toevallig begint over drie minuten een lezing over suiker in zaal A. Een kwartiertje, dat kan er wel af. Maar de leek verliest de draad al snel in het verhaal over lactose, fructose, cellulose, maltose en sucrose. Gedurende de lezing blijven er groepjes binnendruppelen, steevast bestaand uit vader, moeder en twee kinderen. Wanneer de lezing het toegestane kwartier voor de derde maal overschrijdt, beginnen de kids (aan wie door pa en ma beloofd was dat ze zelf proefjes zouden mogen doen), te zeuren: ‘Mama, zullen we weggaan’. Maar dat durven mama en papa niet. Afwachten dus en hopen dat die dame voorin niet nog een vraag stelt.
Quizmaster

Bij de poederquiz kunnen de pre-puberalen hun ei wat beter kwijt. Zoek de juiste naam bij het juiste stofje, en dat zesentwintig maal. ,,Alles mag, behalve proeven”, vertelt de quizmaster een beetje laat. ,,Van sommige dingen ga je namelijk dood.” Nou maar hopen dat het inderdaad suiker was, wat nog nasmelt op de tong, en geen ionenwisselaar, kiezelgruis of make-up.

Zo nu en dan geselt een daverende knal de trommelvliezen. Het blijkt afkomstig van onderdeel ‘geel 5’, de zogenaamde stofexplosie. Dit lievelingsnummer van de organisatie oogst bewondering (‘zooo, echt niet normaal’), maar doet de meestenieuwsgierigen ook weer snel het hazepad kiezen om een tweede kennismaking voor te zijn.

We dwalen door de gangen van het scheikunde-labyrint, passeren niet-Newtoniaanse vloeistoffen, cyclonen, spuitgietprocessen en destillatiekolommen om uiteindelijk aan te komen bij het zogenaamde pret-lab: huis-tuin-en-keuken proefjes om de jonge onderzoeker in de speelse kinderziel te doen ontwaken. Een studente tracht de haar omringende kinderschare te laten zien dat op water drijvende punaises zinken wanneer je een druppeltje zeepsop toevoegt. Helaas, de prikkertjes liggen al op de bodem voor het meisje de fles ter hand heeft kunnen nemen.

Twee heren laten ondertussen zien hoe je plastic kunt maken. Drie deciliter melk, verwarmd tot 55 graden, en een eetlepel azijn; meer blijkt er niet voor nodig. In een zandbak-vormpje mag het mengsel opstijven, waarna er een – licht misvormd – dier tevoorschijn komt. ,,Hier, die kun je aan iemand geven ofzo”, kan de ambachtsman een lachje niet onderdrukken. ,,Nog een half uurtje, dan zit het erop”, mompelt hij ondertussen. ,,Mag ik er ook eentje”, zeurt een andere kinderstem. ,,We gaan er eentje voor je maken.”
Batman

,,Waar is de mechanische aap?”, krijgen de twee jeugdige gastvrouwen bij de ingang zondag voortdurend te horen. ‘Mechanische aap klimt in touw’, stond er te lezen in de advertentie van de faculteit Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek in Delta, maar op het plattegrondje staat de mechanische aap niet vermeld. ,,Ik geloof dat het helemaal aan het einde van de gang is”, legt één van de meisjes uit.

Op verzoek wil een tweedejaars zijn practicumproduct wel demonstreren. Hij hangt een katrol aan een touw, en schakelt een knopje om. De katrol begint te draaien, en werkt zichzelf langzaam omhoog. Als dit de mechanische aap is, wat mag het ‘partijtje tafeltennis met batman’ dan wel voorstellen? Een apparaat vuurt een ping-pongbal af. Zet je ‘m op de juiste positie op de tafeltennistafel, dan volgt er iets dat volgens de regels van het spel een service wordt genoemd.

De dobbelende robot trekt meer bekijks. Met veel gepuf en gezoem werpt het apparaat drie dobbelstenen in een cirkel, lokaliseert en ‘leest’ ze vervolgens. De stenen gaan weer terug in de beker, en de vertoning herhaalt zich ad infinitum.

Ook voor serieuze zaken is er aandacht. Moderne dubbele grijphaken met een kleurtje voor kinderen die een hand missen, ontwikkeld door de Wilmer-groep. ,,Door de kleur wordt het speelgoedkarakter benadrukt, waardoor kinderen het ding eerder accepteren”, legt de deskundige uit. ,,Doet u ook aan benen”, wil iemand weten. ,,Stiekem een beetje. Benen zijn officieel aan Twente toegewezen.”
Brandvlekken

Wiskunde en informatica hebben er een gezellige dag voor het hele gezin van gemaakt. In de crèche zitten tientallen peuters te solderen dat het een lieve lust is. ‘Bouw je eigen looplicht’, ‘bouw je eigen klankentapper’, staat er op de instructies die her en der in het rond slingeren. Terwijlzoonlief met uitgestoken tong printplaatjes bewerkt, proberen vader en moeder te voorkomen dat de soldeerbout in het blonde haar van het buurmeisje verdwijnt. Een paar studenten proberen de orde in de kinderchaos te bewaren. Niet geheel zonder risico, gezien de vele brandvlekken op de arm van een tweedejaars informatica.

Wat oudere kinderen bezwijken voor de geneugten van de Internet-zaal. ,,Verder nog niks gezien”, vertelt een stekelkop, terwijl hij onverstoorbaar doorsurft. ,,Thuis kan het ook ja, maar hier kost het niks. Werktuigbouw? Nee, daar hebben ze geen Internet.”

Dieperliggende belangstelling wordt bevredigd in de boven gelegen zalen. Een computer die emoties van gezichten kan aflezen, een telefonische versie van NS-reisplanner: geen dame, maar een computer vertelt u hoe laat u welke trein moet hebben. Alles gaat goed zolang er geen gekke dingen worden ingesproken. Bij ‘wat heeft u een mooie stem’ slaat het systeem op tilt.
Spekkie

Het Techniek Museum weet zondag niet wat het overkomt: een invasie. Overal zitten ze aan, de kleine handjes. Iedere hendel en iedere toets van de serie bedaagde rekenapparaten wordt ingedrukt of uitgetrokken. Elders staan de kinderen in de rij om als een dolle aan het wiel van een draaibank te draaien om een houtje te bewerken. De moderne jeugd lijkt het Nintendo-juk hier van zich af te werpen, en viert de bevrijding uitbundig.

Veel interesse is er voor het vacuüm-zuigen van een spekkie door hard aan een wiel te draaien. De belangstelling voor het geïmplodeerde snoepgoed is zo groot, dat er nieuwe zakken aangerukt moeten worden. Maar zelfs de rondleiding langs ijkwerktuigen, stoommachines en de tentoonstelling over gezichtsbedrog laten de kleine man en vrouw niet aan zich voorbijgaan.

Maar het mooiste wonder van techniek is de grote knikkerbaan bij de ingang, afkomstig uit het Evoluon. Door een wirwar van gootjes, tweesprongen en liftjes werken enkele knikkers gestaag hun eeuwige banen af. Volkomen gebiologeerd, los van alles wat er verder om hen heen gebeurt, volgen zeven, acht paar kinderogen ‘hun’ knikker bij al zijn omzwervingen. Sommigen volgen een knikker met hun vingertje: ,,Dat ben ik.”

,,Pieter ga nou mee, Pieter we moeten ergens anders heen”, roept een wanhopige moeder voor de zoveelste maal. Maar Pieter komt niet, en lijkt dat ook niet van plan. ,,Vanmorgen stond er een kind te huilen”, vertelt één van de medewerkers van het museum. ,,Zijn knikker bleek uit de baan gevlogen.”

Kees Versluis

Voor elk wat wils, zaterdag op de chemiedag en zondag op de wetenschapsdag. Terwijl vaders en moeders zich verdiepten in de serieuze aangelegenheden van het wetenschappelijk bedrijf, verkende de Nintendo-jeugd een wereld die ze vergeten leken. Een dag om de tanende belangstelling voor techniek bij de jeugd te keren, of gewoon een gezellig kinderfeestje binnen de muren van de TU?


1 ,,Thuis kan ik ook Internetten, maar hier is het gratis”

De paardentram begint net aan zijn tochtje naar het andere gebouw van Scheikunde met welgeteld twee passagiers aan boord. Deze zogenaamde ‘biobus’ brengt bezoekers gratis van de hoofdvestiging van Scheikunde naar het Kluyverlaboratorium voor biotechnologie een paar honderd meter verderop aan dezelfde Julianalaan. Maar het merendeel van de bezoekers pakt liever het eigen ros, of laat het Kluyverlaboratorium links liggen. Leuk natuurlijk zo’n paard, maar straks moet je weer terug om je fiets te halen.

Een tafel vol folders en stencils is het eerste wat de bezoeker tegenkomt als hij het scheikundegebouw binnentreedt. Traditiegetrouw kan de informatie-overdosis bewaard worden in een plastic TU-tasje. Drie routes zijn uitgezet, een gele, een rode en een groene. Iene, miene, mutte: het wordt de gele. Op weg naar de eerste activiteit stopt een dame nog wat extra folders toe: twee boekwerkjes over laboratorium-scholen elders in den lande. ‘Dank u’, en de folders verdwijnen in het tasje.

Toevallig begint over drie minuten een lezing over suiker in zaal A. Een kwartiertje, dat kan er wel af. Maar de leek verliest de draad al snel in het verhaal over lactose, fructose, cellulose, maltose en sucrose. Gedurende de lezing blijven er groepjes binnendruppelen, steevast bestaand uit vader, moeder en twee kinderen. Wanneer de lezing het toegestane kwartier voor de derde maal overschrijdt, beginnen de kids (aan wie door pa en ma beloofd was dat ze zelf proefjes zouden mogen doen), te zeuren: ‘Mama, zullen we weggaan’. Maar dat durven mama en papa niet. Afwachten dus en hopen dat die dame voorin niet nog een vraag stelt.
Quizmaster

Bij de poederquiz kunnen de pre-puberalen hun ei wat beter kwijt. Zoek de juiste naam bij het juiste stofje, en dat zesentwintig maal. ,,Alles mag, behalve proeven”, vertelt de quizmaster een beetje laat. ,,Van sommige dingen ga je namelijk dood.” Nou maar hopen dat het inderdaad suiker was, wat nog nasmelt op de tong, en geen ionenwisselaar, kiezelgruis of make-up.

Zo nu en dan geselt een daverende knal de trommelvliezen. Het blijkt afkomstig van onderdeel ‘geel 5’, de zogenaamde stofexplosie. Dit lievelingsnummer van de organisatie oogst bewondering (‘zooo, echt niet normaal’), maar doet de meestenieuwsgierigen ook weer snel het hazepad kiezen om een tweede kennismaking voor te zijn.

We dwalen door de gangen van het scheikunde-labyrint, passeren niet-Newtoniaanse vloeistoffen, cyclonen, spuitgietprocessen en destillatiekolommen om uiteindelijk aan te komen bij het zogenaamde pret-lab: huis-tuin-en-keuken proefjes om de jonge onderzoeker in de speelse kinderziel te doen ontwaken. Een studente tracht de haar omringende kinderschare te laten zien dat op water drijvende punaises zinken wanneer je een druppeltje zeepsop toevoegt. Helaas, de prikkertjes liggen al op de bodem voor het meisje de fles ter hand heeft kunnen nemen.

Twee heren laten ondertussen zien hoe je plastic kunt maken. Drie deciliter melk, verwarmd tot 55 graden, en een eetlepel azijn; meer blijkt er niet voor nodig. In een zandbak-vormpje mag het mengsel opstijven, waarna er een – licht misvormd – dier tevoorschijn komt. ,,Hier, die kun je aan iemand geven ofzo”, kan de ambachtsman een lachje niet onderdrukken. ,,Nog een half uurtje, dan zit het erop”, mompelt hij ondertussen. ,,Mag ik er ook eentje”, zeurt een andere kinderstem. ,,We gaan er eentje voor je maken.”
Batman

,,Waar is de mechanische aap?”, krijgen de twee jeugdige gastvrouwen bij de ingang zondag voortdurend te horen. ‘Mechanische aap klimt in touw’, stond er te lezen in de advertentie van de faculteit Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek in Delta, maar op het plattegrondje staat de mechanische aap niet vermeld. ,,Ik geloof dat het helemaal aan het einde van de gang is”, legt één van de meisjes uit.

Op verzoek wil een tweedejaars zijn practicumproduct wel demonstreren. Hij hangt een katrol aan een touw, en schakelt een knopje om. De katrol begint te draaien, en werkt zichzelf langzaam omhoog. Als dit de mechanische aap is, wat mag het ‘partijtje tafeltennis met batman’ dan wel voorstellen? Een apparaat vuurt een ping-pongbal af. Zet je ‘m op de juiste positie op de tafeltennistafel, dan volgt er iets dat volgens de regels van het spel een service wordt genoemd.

De dobbelende robot trekt meer bekijks. Met veel gepuf en gezoem werpt het apparaat drie dobbelstenen in een cirkel, lokaliseert en ‘leest’ ze vervolgens. De stenen gaan weer terug in de beker, en de vertoning herhaalt zich ad infinitum.

Ook voor serieuze zaken is er aandacht. Moderne dubbele grijphaken met een kleurtje voor kinderen die een hand missen, ontwikkeld door de Wilmer-groep. ,,Door de kleur wordt het speelgoedkarakter benadrukt, waardoor kinderen het ding eerder accepteren”, legt de deskundige uit. ,,Doet u ook aan benen”, wil iemand weten. ,,Stiekem een beetje. Benen zijn officieel aan Twente toegewezen.”
Brandvlekken

Wiskunde en informatica hebben er een gezellige dag voor het hele gezin van gemaakt. In de crèche zitten tientallen peuters te solderen dat het een lieve lust is. ‘Bouw je eigen looplicht’, ‘bouw je eigen klankentapper’, staat er op de instructies die her en der in het rond slingeren. Terwijlzoonlief met uitgestoken tong printplaatjes bewerkt, proberen vader en moeder te voorkomen dat de soldeerbout in het blonde haar van het buurmeisje verdwijnt. Een paar studenten proberen de orde in de kinderchaos te bewaren. Niet geheel zonder risico, gezien de vele brandvlekken op de arm van een tweedejaars informatica.

Wat oudere kinderen bezwijken voor de geneugten van de Internet-zaal. ,,Verder nog niks gezien”, vertelt een stekelkop, terwijl hij onverstoorbaar doorsurft. ,,Thuis kan het ook ja, maar hier kost het niks. Werktuigbouw? Nee, daar hebben ze geen Internet.”

Dieperliggende belangstelling wordt bevredigd in de boven gelegen zalen. Een computer die emoties van gezichten kan aflezen, een telefonische versie van NS-reisplanner: geen dame, maar een computer vertelt u hoe laat u welke trein moet hebben. Alles gaat goed zolang er geen gekke dingen worden ingesproken. Bij ‘wat heeft u een mooie stem’ slaat het systeem op tilt.
Spekkie

Het Techniek Museum weet zondag niet wat het overkomt: een invasie. Overal zitten ze aan, de kleine handjes. Iedere hendel en iedere toets van de serie bedaagde rekenapparaten wordt ingedrukt of uitgetrokken. Elders staan de kinderen in de rij om als een dolle aan het wiel van een draaibank te draaien om een houtje te bewerken. De moderne jeugd lijkt het Nintendo-juk hier van zich af te werpen, en viert de bevrijding uitbundig.

Veel interesse is er voor het vacuüm-zuigen van een spekkie door hard aan een wiel te draaien. De belangstelling voor het geïmplodeerde snoepgoed is zo groot, dat er nieuwe zakken aangerukt moeten worden. Maar zelfs de rondleiding langs ijkwerktuigen, stoommachines en de tentoonstelling over gezichtsbedrog laten de kleine man en vrouw niet aan zich voorbijgaan.

Maar het mooiste wonder van techniek is de grote knikkerbaan bij de ingang, afkomstig uit het Evoluon. Door een wirwar van gootjes, tweesprongen en liftjes werken enkele knikkers gestaag hun eeuwige banen af. Volkomen gebiologeerd, los van alles wat er verder om hen heen gebeurt, volgen zeven, acht paar kinderogen ‘hun’ knikker bij al zijn omzwervingen. Sommigen volgen een knikker met hun vingertje: ,,Dat ben ik.”

,,Pieter ga nou mee, Pieter we moeten ergens anders heen”, roept een wanhopige moeder voor de zoveelste maal. Maar Pieter komt niet, en lijkt dat ook niet van plan. ,,Vanmorgen stond er een kind te huilen”, vertelt één van de medewerkers van het museum. ,,Zijn knikker bleek uit de baan gevlogen.”

Kees Versluis

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.