Campus

Waar is hier de nooduitgang?

Ben Ale was in 2002 de eerste hoogleraar veiligheid en rampenbestrijding in Nederland. Binnenkort gaat hij met pensioen. Hoe staat het met zijn plannen van destijds? En hoe veilig is het op de campus?


‘Ingenieurs krijgen weinig mee van veiligheid als zij zich er niet in specialiseren’, zei u in 2002.

“Dat is nog zo. Ik heb geen kans gezien om dat veranderd te krijgen. Tamelijk vervelend omdat ingenieurs de neiging krijgen risico’s te nemen die ze beter niet kunnen nemen. Het is beter dat ze al begrijpen dat ze risico’s nemen. Anders moet een inspecteur ze er weer op wijzen, of moeten er weer regels zijn. Er is nu wel een project bij werktuigbouwkunde waarbij georganiseerd aan veiligheid wordt gedaan. Het is niet gelukt om daar elders uren voor te krijgen.”



Vindt u dat kwalijk?

“Ja. Zeker omdat veiligheid tot de hoofddoelstellingen van de TU behoort. Mijn voorganger, hoogleraar veiligheidskunde Andrew Hale zei bij zijn afscheid: ‘Veiligheid staat bij de belangrijkste punten, maar wordt nergens meer ingevuld.’ Dat is jammer. We zijn nu ook bij Techniek, Bestuur en Management bezig met de voorbereiding van een master safety science. De plannen liggen al lang klaar, maar iemand moet het goed vinden. De TU heeft de boot een beetje gemist. Jammer.”



We hebben in Delft toch drie masteropleidingen op het gebied van veiligheid? Safety, health and environment (Moshe); public safety; en security science and management.

“Dat zijn opleidingen voor postdocs. Moshe bestond al toen ik kwam, die was opgestart door Andrew Hale. De andere twee zijn er door mij gekomen.”  



Is het risk centre dat u wilde oprichten er gekomen?

“Het bestaat virtueel, maar leidt een slapend bestaan. Er moeten budgetten voor zijn. Kort na mijn inaugurele rede begon het gedoe over geld: rond 2004 kreeg de TU te veel onderzoekcentra. Als er een sfeer bestaat dat er al te veel centra zijn, wordt het lastig om meer leven in een risk centre te blazen. Er waren toen andere aandachtsgebieden.”


Over de noodzaak om rampenbestrijding te integreren zei u: ‘Sommige gemeenten schaffen eerst een ladderauto van veertien meter aan en maken dan de stoepen breder voor de verkeersveiligheid, waarna de brandweerwagen de straat niet meer in kan.’ Hoe zit dat bij het Mekelpark?

“Over de veiligheid in het Mekelpark is veel discussie geweest. De brand bij Bouwkunde is aangegrepen om de puntjes op de i te zetten. Ik ben beroepsgestoord: als de brandweer in de buurt is, zie ik hem meteen. Er rijdt hier regelmatig een kleine brandweerauto die de route checkt. Als hier een kraan midden op de straat staat, bel ik de brandweer met de vraag of ze dat weten. Ja, dat weten ze dan. Ze letten op de toegankelijkheid. Bij het oude Bouwkunde was het moeizaam. Daar moesten ze achterom door het zand. Gelukkig brandt niet elk jaar een gebouw af, maar beter is het als ze niet hoeven komen.”



U schijnt de neiging te hebben om altijd naar de nooduitgangbordjes te kijken?

“Ja, dat is een beroepsdeformatie. Meestal voel ik ook even of de nooduitgang open kan. Als er een sleutel in de handgreep zit, controleer ik die. Hier op de campus werkt het, maar ik kom regelmatig tegen dat het niet werkt.”



Zegt u er dan wat van?

“Bij een restaurant was destijds een nooduitgang wel open, maar stonden er 25 stoelen en drie steekwagentjes achter. Toen ik er wat van zei deed de eigenaar de deur op slot. Daarna belde ik de brandweercommandant. Die heeft toen uitgelegd hoe het wel had gemoeten.”



Hebt u contact met TU’ers die over veiligheid gaan?

“Eigenlijk niet. De TU heeft weinig neiging de eigen expertise ten behoeve van de TU in te zetten. Ik weet niet waarom dat is. Zonde. Als je gelooft dat je eigen mensen goed zijn in hun vak zou je ze kunnen inzetten voor de feitelijke gang van zaken. Rond de brand van Bouwkunde was er intensief contact, maar daarna hoor je er niks meer van of al die vergunningen deugen. Maar misschien kunnen ze het zelf en ik ga er niet over.”



Wat vindt u van de verkeersveiligheid in het Mekelpark?

“Ik heb een paar keer gezegd wat er fout is: dat er tweerichtingsverkeer geldt op het fietspad. Dat is vragen om moeilijkheden. Een van mijn promovendi, Ellen Jagtman, heeft er een proefschrift over geschreven. Bij haar lessen voor het keuzevak veiligheidskunde gebruikt zij als voorbeeld het kruispunt Christiaan Huygensweg-Schoemakerstraat. Daar kan plotseling een fietser van rechts komen, heel verwarrend voor automobilisten. Je creëert daardoor een hogere kans op ongelukken. Het is echter niet de TU die daar over gaat, maar de gemeente.”



Wat gaat u na uw vertrek doen?

“Hoofdzakelijk in Frankrijk wonen, freelance adviezen geven, promovendi begeleiden, adviezen safety science geven aan TBM en bij Toptech cursusdirecteur en examinator blijven.”

 

Dat klinkt niet echt als pensioen.

“Toch wel: geen administratie meer, geen personeelszaken, geen lange vergaderingen en niet meer verplicht om zeven uur of eerder opstaan.”



Naschrift

*De gemeente Delft laat weten dat het tweerichtingsverkeer juist is ingesteld om oversteken te voorkomen. Bovendien blijven fietsers anders toch in twee richtingen fietsen. Wel komt er bij oversteekplaatsen meer opstelruimte voor fietsers, is er een verkeerslicht gepland bij de kruising Schoemakerstraat-Kruithuisweg en komt er duidelijkere belijning voor afslaande automobilisten. Het college van bestuur huurt sinds kort verkeersregelaars voor de spitsuren bij de kruising Jaffalaan – Mekelweg. Tevens overlegt het college met de gemeente over de dubbele fietspaden.

CV


Na zijn studie scheikunde richtte prof.dr. Ben Ale (64) zich op veiligheid bij DSM in Limburg. Daar was toen juist een grote nafta-kraker geëxplodeerd. Hij trad in 1980 in dienst bij het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en hield zich van 1993 tot 2003 bij het RIVM bezig met externe veiligheid en vuurwerk. Onder de noemer externe veiligheid vallen onder meer veiligheid rond vliegvelden en risico’s voor mensen nabij bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen. Op 1 december 2002 begon Ale bij de TU als parttime hoogleraar veiligheid en rampenbestrijding, de eerste in Nederland. De leerstoel werd opgericht met het Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding (Nibra) waar Ale tot 2006 aan verbonden bleef.


BHV buiten kantooruren

Buiten kantooruren ‘kan niet of niet goed gereageerd worden op ongevallen en calamiteiten, kan een ontruiming niet worden begeleid en kan een ongeval vrijwel ongehinderd escaleren tot zwaarder letsel of (in extreem geval) overlijden’, schreef de projectgroep bedrijfshulpverlening (BHV) TU Delft in december 2011 in zijn Bedrijfshulpverleningplan Doorontwikkeling BHV.

Dit werd ook al in 1994 geconstateerd. Desgevraagd meldt Dick Hoeneveld van de projectgroep dat er wel degelijk veel gedaan is aan het probleem. “Er is toen juist hard gewerkt, maar de oplossingen van 1994 blijken niet meer voldoende effectief voor de problemen van 2011, waardoor we ongewild in eenzelfde situatie zijn beland.”

De projectgroep beschrijft in het plan maatregelen die de TU vóór januari 2013 moet invoeren in alle gebouwen met verruimde toegangsuren. Zo moet de loge van zulke gebouwen tussen 17.00 en 19.00 uur bemand zijn met minimaal één bedrijfshulpverlener en worden aanwezigen bij een ontruimingsalarm tussen 19.00 en 8.00 uur geacht alleen zichzelf in veiligheid te brengen (maar wel hulp aan anderen te bieden waar nodig).

Ook moeten avondcolleges zo veel mogelijk binnen één gebouw of gebouwcluster worden geconcentreerd en is werk dat bij een ongeval direct levensgevaar kan opleveren niet toegestaan (zoals werk met zeer toxische chemicaliën en gassen, werk met hoge druk en brandgevaarlijke werkzaamheden).

Volgens Hoeneveld is de BHV bij alle gebouwen en vooral bij de TU Library en sport & cultuur snel op orde gebracht. “We voldoen aan wettelijke regels. Bij sport & cultuur ging het om een EHBO-knelpunt rond behandeling van individuele sporters, geen levensbedreigende situatie. De BHV van de bibliotheek wordt ondersteund door ingehuurde studenten die allemaal een volwaardige BHV-opleiding hebben. Zij hebben een baliefunctie en kunnen samen met professionele beveiligers actie nemen.”

Hoe veilig is de campus?
Hoe veilig is de campus?

Hoe veilig is de campus?


Delta liep samen met Ben Ale een klein rondje over de campus, om te kijken hoe veilig het is.



In de hal van Industrieel Ontwerpen laat de bedrijfshulpverlening toevallig net veiligheidsfilmpjes zien en demonstreert zij hulpmiddelen die mensen kunnen redden. In de lift hangt een paneel met de tekst: ‘Bij opsluiting de alarmknop plusminus 5 seconden ingedrukt houden. U krijgt verbinding met de centrale van de TU Delft.’ Daarnaast hangt een paneel met telefoonnummers tijdens en buiten kantooruren. Een ander paneel meldt hetzelfde nummer tijdens kantooruren met daaronder: ‘Telefoon in kastje hieronder.’ Het kastje blijkt echter leeg. Ale: “Niet handig om niet duidelijk te maken welk systeem actief is. Eén bordje moet weg.”



Lastig punt bij 3mE zijn volgens Ale de vijvers, waardoor de tussenvleugels moeilijk bereikbaar zijn bij brand. “Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica is zo hoog, daar zijn voorzieningen voor getroffen zoals brandwerende trappenhuizen en stijgleidingen in het gebouw waardoor de brandweer water naar boven kan pompen. Bij 3mE zie ik geen stijgleidingen. Misschien is besloten dat niet te doen en is het mogelijk te blussen via doortrekken van de brandslang naar de vierde verdieping.” Dat klopt volgens de afdeling preventie van brandweer Haaglanden. Stijgleidingen zijn wettelijk niet meer verplicht als de hoogste verdiepingsvloer zich lager dan twintig meter hoogte bevindt. Voor extra water kan een vijver ook handig zijn.



In 3mE krijgt Ale een nooddeur niet open. Pas bij een andere nooddeur valt op dat er naast de deuren een noodknop zit voor opening. Bij nood goed checken dus en het ruitje van de noodknop inslaan.



Kantine, gang en vluchtroute zijn bij Techniek, Bestuur en Management één en dezelfde ruimte. Ale: “De TU heeft er een vergunning voor, maar de kantine staat in de weg. Je krijgt daardoor gedrang en dat is nooit goed. Er is jaren geleden een vergunning voor verleend, maar zo lang ik hier zit heb ik me afgevraagd wie dit goed gevonden heeft.”



Zijn indruk na dit rondje? “Het valt wel mee. Hier en daar wat puntjes, maar je ziet dat er ook veel aan gedaan wordt. En er zijn dingen waar de TU niets aan kan doen. Zoals het fietspad.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.