Education

VVD: “Vergeet student niet bij innovatieplannen”

Bedrijven en wetenschappers staan klaar om met het geld voor de zogeheten topsectoren aan de haal te gaan, aldus Anne-Wil Lucas van de VVD. “Maar laten ze in hun plannen de studenten niet vergeten.”

Nederland moet nog beter worden op terreinen als energie, water, chemie, landbouw en technologie, vindt het kabinet. Alles bij elkaar kunnen negen sectoren een steuntje in de rug gebruiken. Daarom komt er een ‘topsectorenbeleid’.

Het is niet de eerste poging om de kenniseconomie beter te organiseren. Politici debatteren er al jaren over: hoe komt wetenschappelijke kennis bij het bedrijfsleven terecht, en hoe komen universiteiten erachter met welke vragen het bedrijfsleven zit?

De sleutel zou wel eens bij studenten kunnen liggen, denkt VVD-kamerlid Anne-Wil Lucas. Maar ze vreest dat juist de die over het hoofd worden gezien in de komende plannen.

“Het topsectorenbeleid is nieuw, dus universiteiten en bedrijven denken dat er geld te halen valt voor onderzoek”, zegt Lucas. “Als ze over kennis praten, bedoelen ze meestal R&D of wetenschappelijk onderzoek. Maar wat heb je aan fantastisch onderzoek als er geen afgestudeerden zijn die met de resultaten aan de slag kunnen?”

De vertegenwoordigers van de sectoren (in het jargon: ‘topteams’) werken nu aan plannen die ze deze zomer aan het kabinet zullen aanbieden. Ze zouden daarbij ook over onderwijs moeten nadenken, vindt Lucas. “Studenten komen als stagiairs bij bedrijven en universiteiten over de vloer. Maak daar gebruik van. Zorg voor meer stages. Vraag aan stagiairs of ze alvast een onderzoeksopdracht voor de volgende stagiair kunnen bedenken. Laat ook universitaire studenten meer met het bedrijfsleven in aanraking komen.”

Daar kunnen scholarships volgens haar bij helpen: bedrijven zouden vaker moeten aanbieden de kosten voor een masteropleiding te betalen, om zo voldoende geschoold personeel te creëren. “Anders moeten ze hun ingenieurs uit het buitenland halen of zelfs het hele bedrijf naar het buitenland verplaatsen”, waarschuwt Lucas. “Helaas gebeurt dat nu al.”

Er is voor bedrijven nog veel meer mogelijk, zegt Lucas. “Denk ook aan prijsvragen voor studenten: wie verzint de beste oplossing voor een probleem? Daar is sinds kort een website voor: http://www.studentenprijsvraag.nl/.”

Denk je dat eerstejaars minder snel lid zullen worden van een vereniging door het bindend studieadvies of berichten dat de basisbeurs gaat verdwijnen?
“We zijn voor het bsa wel bang geweest, maar die angst is ongegrond gebleken. We hebben dit jaar meer aanmeldingen dan vorig jaar. Mocht de basisbeurs verdwijnen, dan zien we het dan wel. Uiteindelijk heeft het bsa ook in ons voordeel uitgepakt.”

Welk voordeel hebben studentenverenigingen van het bindend studieadvies?
“We hebben veel commissies en besturen en we willen dat zoveel mogelijk studenten daar iets voor doen. Maar je kunt pas rasmaanden (compensatie voor bestuurswerk, red.) van de TU krijgen als je een goede studievoortgang hebt. Het is voor ons dus alleen maar fijn als leden tijd aan hun studie besteden. Eerstejaars van nu zijn zich veel bewuster van hun voortgang. Er komt zoveel op ze af. Het is fijn voor ze als ze een ondergrens van dertig studiepunten hebben. ”

Wat is in het leven van nieuwe studenten in Delft belangrijker: studiesucces of nieuwe mensen leren kennen?
“De studie is de reden dat mensen naar Delft komen. Maar een goede sociale omgeving werkt stimulerend. Je kunt niet zeggen dat één van de twee belangrijker is. Lidmaatschap van een studentenvereniging hoeft in ieder geval niet beperkend te zijn. Een week heeft heel veel uren. Je moet ’s morgens gewoon vroeg opstaan.”

Iemand die elke avond laat in bed ligt en veel bier drinkt, is ‘s morgens toch niet fris?
“Zeker in het eerste jaar is ieder lid actief. De één staat er vijf dagen, de ander twee. Maar die eerste hoeft niet per se minder snel te studeren. Mijn ervaring is: vraag je een druk persoon om iets te doen, dan komt het eerder af dan als je het aan iemand vraagt die weinig klaarspeelt op een dag. Ik vind het belangrijk dat mensen iets naast hun studie doen, anders lopen ze veel mis. Virgiel alleen al heeft veertien onderverenigingen. Zeker in Delft gebeurt er naast het verenigingsleven niet zoveel.”

Kunnen studenten niet beter lid worden als ze hun eerste jaar achter de rug hebben?
“Nee, ons eerstejaarsprogramma houdt juist rekening met eerstejaars. Ze krijgen vanaf moment één te horen: ‘studeren is combineren’. We hebben geen borrels tijdens tentamenperiodes, we gaan colleges geven aan eerstejaars voordat de tentamens beginnen. We maken per studie groepen studenten, zodat eerstejaars op hun faculteit mensen kennen. En mentoren begeleiden de eerstejaars jaarclubs. Als je eenmaal in je studie zit, dan gaat het wel. Een goed begin is het halve werk.”

Maar hoe snel zal een student zeggen dat hij het niet redt?
“Dat is nou juist het sterke van een jaarclubverband: je hebt mensen om je heen die je kunnen opvangen.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.