Het college van bestuur ziet voorlopig geen reden om het beurzenstelsel voor assistenten in opleiding in te voeren. Het college heeft deze mening ook aan vertegenwoordigers van de VSNU, de vereniging van universiteiten, meegedeeld.
br />
Volgens de rector zijn er andere universiteiten die een beurzenstelsel invoeren, omdat zij dan geen wachtgeld hoeven te betalen aan gepromoveerden die geen baan kunnen vinden, of omdat zij voor het geld dat een gewone aio kost, twee beurs-aio’s kunnen aannemen. Wakker vindt dit geen goede redenen om in Delft ook een beurzenstelsel in te voeren. Het cvb verwacht dat de wetgever niet zal accepteren dat de beurs-aio geen werknemer is, aangezien hij wel diensten verleent aan de universiteit. Het college wil daarom de situatie laten zoals zij is.
Volgens de directeur instellingenbeleid, dr.ir. L. de Jong, is het wachtgeld voor Delft ook niet zo’n groot probleem: ,,De meeste promovendi vinden vrij snel een baan. Door een actievere oriëntatie op de arbeidsmarkt tijdens de promotie kan dit percentage zelfs nog omhoog.” Bovendien wil het cvb niet dat de promotieplaats onaantrekkelijker wordt door op het beurzenstelsel over te gaan. ,,Dat zou tot gevolg kunnen hebben dat veel afgestudeerden direct het bedrijfsleven ingaan en dat betekent minder wetenschappelijk output voor de TU.”
Het bestuur van het Delfts aio-overleg is erg ingenomen met dit standpunt van het cvb. Zo blijft de aio de rechten behouden die verbonden zijn aan een werknemersstatus. (J.O.)
Het college van bestuur ziet voorlopig geen reden om het beurzenstelsel voor assistenten in opleiding in te voeren. Het college heeft deze mening ook aan vertegenwoordigers van de VSNU, de vereniging van universiteiten, meegedeeld.
Volgens de rector zijn er andere universiteiten die een beurzenstelsel invoeren, omdat zij dan geen wachtgeld hoeven te betalen aan gepromoveerden die geen baan kunnen vinden, of omdat zij voor het geld dat een gewone aio kost, twee beurs-aio’s kunnen aannemen. Wakker vindt dit geen goede redenen om in Delft ook een beurzenstelsel in te voeren. Het cvb verwacht dat de wetgever niet zal accepteren dat de beurs-aio geen werknemer is, aangezien hij wel diensten verleent aan de universiteit. Het college wil daarom de situatie laten zoals zij is.
Volgens de directeur instellingenbeleid, dr.ir. L. de Jong, is het wachtgeld voor Delft ook niet zo’n groot probleem: ,,De meeste promovendi vinden vrij snel een baan. Door een actievere oriëntatie op de arbeidsmarkt tijdens de promotie kan dit percentage zelfs nog omhoog.” Bovendien wil het cvb niet dat de promotieplaats onaantrekkelijker wordt door op het beurzenstelsel over te gaan. ,,Dat zou tot gevolg kunnen hebben dat veel afgestudeerden direct het bedrijfsleven ingaan en dat betekent minder wetenschappelijk output voor de TU.”
Het bestuur van het Delfts aio-overleg is erg ingenomen met dit standpunt van het cvb. Zo blijft de aio de rechten behouden die verbonden zijn aan een werknemersstatus. (J.O.)
Comments are closed.