Education

Visitatiecommissie niet helemaal bij de les

De visitatie van de faculteit Industrieel Ontwerpen zit erop. De opleiding is uitvoerig ‘beplust en bemind’ en hoewel de officiële beoordeling pas in februari wordt verwacht, zijn de vooruitzichten vrij gunstig.

Het onderwijs hoeft in elk geval niet op de helling. En ondanks aanvankelijke misverstanden over de aard van de studie, is de algemene indruk ‘gemiddeld positief’.

Naast ‘veel en constructieve’ detailkritiek op het onderwijsbeleid, wordt één punt in de uitkomsten sterk benadrukt. ,,De commissie is van mening dat de faculteit duidelijker moet zijn over wat Industrial Design Engineering inhoudt”, vermeldt de nieuwsbrief met de voorlopige conclusies van de visitatie. Onduidelijkheid over deze definitie heeft de eerste gesprekken tussen de commissie en IO-studenten een nogal vreemd verloop gegeven.

Impke Bakker, zevendejaars student: ,,Ze hadden een manier van discussiëren die ik niet erg aangenaam vond. Op een gegeven moment zei iemand van de commissie zelfs ‘wrong answer!‘, nadat een student antwoord op een vraag had gegeven. Ik kreeg toen echt het idee dat ik op een soort sollicitatiegesprek was.”

Die houding van de commissieleden is ook andere studenten opgevallen. ,,Ze waren erg bevooroordeeld; we kregen de indruk dat ze het rapport vorige week al geschreven hadden. En ze bleven maar over vormgeving bazelen”, oordeelt Sandra Wagemans, die met haar afstudeeropdracht bezig is. ,,Ze vroegen wie onze favoriete designer was. Je vraagt iemand die werktuigbouwkunde studeert toch ook niet wie zijn favoriete werktuigbouwer is? Niemand had ze blijkbaar uit de droom geholpen dat Industrieel Ontwerpen geen echte vormgevingsopleiding is.”
Verwarring

Industrieel Ontwerpen is via een langdurig en vaak moeizaam veranderingsproces ontstaan uit de oude studie industriële vormgeving. In de huidige opleiding wordt een integratie van voor de ontwerppraktijk belangrijke vakgebieden nagestreefd, waarbij veel aandacht aan onder andere technisch en bedrijfskundig onderwijs wordt besteed. Dit maakt het voor buitenstaanders wel moeilijker de opleiding te duiden, waardoor deze vaak wordt vergeleken met pure vormgevingsopleidingen. Om haar positie te bepalen heeft de faculteit daarom onlangs een mission statement opgesteld.

Desondanks viel ook de visitatiecommissie ten prooi aan deze verwarring. ,,Minstens twee commissieleden hadden de verwachting dat industrieel ontwerpen een opleiding tot industriële vormgeving is, met een meer kunstzinnige manier van werken. Ze vroegen bijvoorbeeld een paar belangrijke ontwerpers te noemen, wat door de studenten geloof ik een nogal stomme vraag werd gevonden”, verklaart prof.dr. J.M. Dirken, decaan van de faculteit. ,,Men verbaasde zich dan ook over het grote aantal technische vakken dat hier wordtgegeven. Maar dit misverstand is later in de week bijgesteld.”

Dirken zegt overigens in het algemeen best tevreden te zijn over het oordeel van de commissie. ,,Men had bewondering voor het feit dat de faculteit in een zo korte tijd zoveel tot stand had gebracht. Sommige onderszoekssecties hebben wat kritiek ontvangen, maar er zijn geen adviezen tot drastische veranderingen gegeven. Wij beschouwen dit daarom als een steun in de rug.”
Spons

De kritiek van de commissie bevat voor de faculteit geen grote verrassingen. Zaken die genoemd worden zijn onder meer het lage studierendement, de geringe integratie van vakken binnen het onderwijs en de selectie van studenten in de propaedeuse. In het onderzoek wil de commissie meer samenwerking tussen de vakgroepen zien, onderzoek naar ‘grotere, omvangrijkere thema’s’ en adviseert zij een herverdeling van kennis en expertise over de onderzoeksgroepen.

Los van aanmerkingen op de gang van zaken tijdens de gesprekken, die door de meesten niet inhoudelijk genoeg gevonden werd, hebben de ondervraagde studenten natuurlijk ook eigen ideeën over het onderwijs.

,,Er hangt bij Industrieel Ontwerpen geen echte ontwerpmentaliteit, terwijl ze wel pretenderen ontwerpers op te leiden”, stelt zevendejaars Yvonne Gijsbers. ,,Binnen het ontwerponderwijs zou je de mogelijkheid moeten hebben om een eigen richting te vinden in plaats van als een spons alles op te nemen.” Fransje Vos, ook zevendejaars, voegt hieraan toe: ,,De opleiding is in het algemeen best goed. Maar de begeleiding van het ontwerponderwijs kan best wel wat stimulerender. En meer aandacht voor vormleeronderwijs kan ook geen kwaad.”

Wagemans herinnert zich een voorval. ,,Er gebeurde iets grappigs. Toen ze vroegen wat wij na het afstuderen gingen doen, antwoordden de meesten dat ze werk gingen zoeken. Maar één van ons zei: ‘Nee, ik ga verder leren.’ Toen de commissieleden vroegen waarom, antwoordde ze: ‘I want to learn how to design.‘ Daar stonden ze wel even van te kijken. Maar in het Engels betekent to design natuurlijk zowel ontwerpen als vormgeven.”


Figuur 1 De tentoonstelling ‘Science and Innovative Design’, die ter gelegenheid van de visitatie werd georganiseerd

Ralph Oei

De visitatie van de faculteit Industrieel Ontwerpen zit erop. De opleiding is uitvoerig ‘beplust en bemind’ en hoewel de officiële beoordeling pas in februari wordt verwacht, zijn de vooruitzichten vrij gunstig. Het onderwijs hoeft in elk geval niet op de helling. En ondanks aanvankelijke misverstanden over de aard van de studie, is de algemene indruk ‘gemiddeld positief’.

Naast ‘veel en constructieve’ detailkritiek op het onderwijsbeleid, wordt één punt in de uitkomsten sterk benadrukt. ,,De commissie is van mening dat de faculteit duidelijker moet zijn over wat Industrial Design Engineering inhoudt”, vermeldt de nieuwsbrief met de voorlopige conclusies van de visitatie. Onduidelijkheid over deze definitie heeft de eerste gesprekken tussen de commissie en IO-studenten een nogal vreemd verloop gegeven.

Impke Bakker, zevendejaars student: ,,Ze hadden een manier van discussiëren die ik niet erg aangenaam vond. Op een gegeven moment zei iemand van de commissie zelfs ‘wrong answer!‘, nadat een student antwoord op een vraag had gegeven. Ik kreeg toen echt het idee dat ik op een soort sollicitatiegesprek was.”

Die houding van de commissieleden is ook andere studenten opgevallen. ,,Ze waren erg bevooroordeeld; we kregen de indruk dat ze het rapport vorige week al geschreven hadden. En ze bleven maar over vormgeving bazelen”, oordeelt Sandra Wagemans, die met haar afstudeeropdracht bezig is. ,,Ze vroegen wie onze favoriete designer was. Je vraagt iemand die werktuigbouwkunde studeert toch ook niet wie zijn favoriete werktuigbouwer is? Niemand had ze blijkbaar uit de droom geholpen dat Industrieel Ontwerpen geen echte vormgevingsopleiding is.”
Verwarring

Industrieel Ontwerpen is via een langdurig en vaak moeizaam veranderingsproces ontstaan uit de oude studie industriële vormgeving. In de huidige opleiding wordt een integratie van voor de ontwerppraktijk belangrijke vakgebieden nagestreefd, waarbij veel aandacht aan onder andere technisch en bedrijfskundig onderwijs wordt besteed. Dit maakt het voor buitenstaanders wel moeilijker de opleiding te duiden, waardoor deze vaak wordt vergeleken met pure vormgevingsopleidingen. Om haar positie te bepalen heeft de faculteit daarom onlangs een mission statement opgesteld.

Desondanks viel ook de visitatiecommissie ten prooi aan deze verwarring. ,,Minstens twee commissieleden hadden de verwachting dat industrieel ontwerpen een opleiding tot industriële vormgeving is, met een meer kunstzinnige manier van werken. Ze vroegen bijvoorbeeld een paar belangrijke ontwerpers te noemen, wat door de studenten geloof ik een nogal stomme vraag werd gevonden”, verklaart prof.dr. J.M. Dirken, decaan van de faculteit. ,,Men verbaasde zich dan ook over het grote aantal technische vakken dat hier wordtgegeven. Maar dit misverstand is later in de week bijgesteld.”

Dirken zegt overigens in het algemeen best tevreden te zijn over het oordeel van de commissie. ,,Men had bewondering voor het feit dat de faculteit in een zo korte tijd zoveel tot stand had gebracht. Sommige onderszoekssecties hebben wat kritiek ontvangen, maar er zijn geen adviezen tot drastische veranderingen gegeven. Wij beschouwen dit daarom als een steun in de rug.”
Spons

De kritiek van de commissie bevat voor de faculteit geen grote verrassingen. Zaken die genoemd worden zijn onder meer het lage studierendement, de geringe integratie van vakken binnen het onderwijs en de selectie van studenten in de propaedeuse. In het onderzoek wil de commissie meer samenwerking tussen de vakgroepen zien, onderzoek naar ‘grotere, omvangrijkere thema’s’ en adviseert zij een herverdeling van kennis en expertise over de onderzoeksgroepen.

Los van aanmerkingen op de gang van zaken tijdens de gesprekken, die door de meesten niet inhoudelijk genoeg gevonden werd, hebben de ondervraagde studenten natuurlijk ook eigen ideeën over het onderwijs.

,,Er hangt bij Industrieel Ontwerpen geen echte ontwerpmentaliteit, terwijl ze wel pretenderen ontwerpers op te leiden”, stelt zevendejaars Yvonne Gijsbers. ,,Binnen het ontwerponderwijs zou je de mogelijkheid moeten hebben om een eigen richting te vinden in plaats van als een spons alles op te nemen.” Fransje Vos, ook zevendejaars, voegt hieraan toe: ,,De opleiding is in het algemeen best goed. Maar de begeleiding van het ontwerponderwijs kan best wel wat stimulerender. En meer aandacht voor vormleeronderwijs kan ook geen kwaad.”

Wagemans herinnert zich een voorval. ,,Er gebeurde iets grappigs. Toen ze vroegen wat wij na het afstuderen gingen doen, antwoordden de meesten dat ze werk gingen zoeken. Maar één van ons zei: ‘Nee, ik ga verder leren.’ Toen de commissieleden vroegen waarom, antwoordde ze: ‘I want to learn how to design.‘ Daar stonden ze wel even van te kijken. Maar in het Engels betekent to design natuurlijk zowel ontwerpen als vormgeven.”


Figuur 1 De tentoonstelling ‘Science and Innovative Design’, die ter gelegenheid van de visitatie werd georganiseerd

Ralph Oei

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.