Het wordt weer winter, dus ik zet vandaag maar eens stevige kost op tafel. Dit keer even geen bestuurlijke bloopers van Madurodamse proporties, maar een voedzame, zware pot: het geloof.
Aanleiding is een aardig artikel van Marion van ‘t Verlaat in de Leidse universiteitskrant Mare van 28 oktober. Daarin laat zij drie natuurwetenschappers aan het woord over een stelling van Nobelprijswinnaar en natuurkundige Simon van der Meer: ‘Een natuurwetenschapper die in God gelooft, heeft een gespleten persoonlijkheid’.
Niet waar, roepen de drie. ,,De natuurwetenschap houdt zich bezig met hoe de natuur in elkaar zit. Het antwoord op de vraag waarom vind ik in mijn geloof. Die scheiding kan je goed aanbrengen.” Hier wil ik dan al meteen mijn vinger opsteken. Vragen naar het waarom is immers vragen naar een reden. In het kennelijk verkregen antwoord moet dus iets beredeneerbaars zitten. Maar dan komt er: ,,Geloofsuitspraken kun je niet beredeneren, het is geloven zonder het te begrijpen.” Ziet u, dan begrijp ik het weer niet. Ik geloof er dus niets van dat het waarom van de natuur beantwoord is. Tenzij je dat jezelf wijsmaakt.
We vervolgen onze weg met het onder natuurvorsers bekende ‘De knapheid van de schepping toont aan dat er iemand achter moet zitten’. Dat lijkt me erg voorbarig geconcludeerd. We weten toch zo langzamerhand wel uit de chaostheorie dat uit onbedoelde randomness de prachtigste zelfgeorganiseerde structuren kunnen ontstaan. En bovendien, waarom zou die iemand nou juist bij de schepping gestopt zijn? Die ‘levende, liefdevolle en betrouwbare God die de wereld en je leven leidt’ zou toch wel eens één keer F = ma kunnen veranderen in F = 2ma. Gewoon, om eens te proberen. Nooit waargenomen. Waarom zou het voortdurend bijsturen door God alleen gebeuren bij het ‘leiden van levens’, complexe makroskopische processen, en niet bij het leiden van kogelbanen? Het is wel heel toevallig dat dit juist ook de scheiding is tussen wat de natuurwetenschap nog niet goed begrijpt en al wel goed begrijpt. Ik houd het voorlopig dus bij de eenvoudige definitie ‘God is alles wat je niet begrijpt’. Een tijdloze omschrijving. Maar krimpend in grootte, dat wel.
De Leidse drie daarentegen, zoals zoveel gelovigen, willen maar steeds een eigen terrein bevechten: ,,De natuurwetenschap beslaat niet de hele werkelijkheid.” Tja, dan gaat het bij mij altijd een beetje jeuken. Als fantasiewerelden binnen de spelregels vallen, of althans werelden waarover je niets te weten kunt komen behalve dat wat je er zelf van denkt, dan wil ik ook wel weer meedoen.
Zo geloof ik zelf dat de kabouters achter alles zitten. Daar lijkt me ook niks mis mee. Net zo goed gun ik anderen hun uiteenlopende geloven. Blaas het alleen niet zo op. Ik begrijp best dat iedereen behoefte heeft aan troost, hoop, geborgenheid, verklaringen en stille krachten. Sinds mensenheugenis worden er met dat doel dan ook overal verschillende verhalen gemaakt. Of uitvergroot. Noem het voor mijn part geloof, best! Maar laten we nou gewoon maar accepteren dat we toevallig zijn ontstaan, uitvacuümfluctuaties bijvoorbeeld, zonder enige zin of bedoeling. Er is geen regisseur en de natuur heeft er ook geen nodig. Geloof desondanks wat je wilt, maar kronkelredeneer wat minder en maak er niet zo’n big deal van. En vooral: sla elkaars kop er niet voortdurend om in.
Alweer tien voor half negen? Niet goed opgelet bij het Journaal. Was het nou Ambon, Kosovo, Timor of de Westbank? Maar ja, er verandert ook niet veel. Geloven brengt geluk, geloofsverschillen brengen geweld. Dan maar een cd opzetten. Violently happy. Ja, Björk, maar op een andere manier dan.
Het wordt weer winter, dus ik zet vandaag maar eens stevige kost op tafel. Dit keer even geen bestuurlijke bloopers van Madurodamse proporties, maar een voedzame, zware pot: het geloof. Aanleiding is een aardig artikel van Marion van ‘t Verlaat in de Leidse universiteitskrant Mare van 28 oktober. Daarin laat zij drie natuurwetenschappers aan het woord over een stelling van Nobelprijswinnaar en natuurkundige Simon van der Meer: ‘Een natuurwetenschapper die in God gelooft, heeft een gespleten persoonlijkheid’.
Niet waar, roepen de drie. ,,De natuurwetenschap houdt zich bezig met hoe de natuur in elkaar zit. Het antwoord op de vraag waarom vind ik in mijn geloof. Die scheiding kan je goed aanbrengen.” Hier wil ik dan al meteen mijn vinger opsteken. Vragen naar het waarom is immers vragen naar een reden. In het kennelijk verkregen antwoord moet dus iets beredeneerbaars zitten. Maar dan komt er: ,,Geloofsuitspraken kun je niet beredeneren, het is geloven zonder het te begrijpen.” Ziet u, dan begrijp ik het weer niet. Ik geloof er dus niets van dat het waarom van de natuur beantwoord is. Tenzij je dat jezelf wijsmaakt.
We vervolgen onze weg met het onder natuurvorsers bekende ‘De knapheid van de schepping toont aan dat er iemand achter moet zitten’. Dat lijkt me erg voorbarig geconcludeerd. We weten toch zo langzamerhand wel uit de chaostheorie dat uit onbedoelde randomness de prachtigste zelfgeorganiseerde structuren kunnen ontstaan. En bovendien, waarom zou die iemand nou juist bij de schepping gestopt zijn? Die ‘levende, liefdevolle en betrouwbare God die de wereld en je leven leidt’ zou toch wel eens één keer F = ma kunnen veranderen in F = 2ma. Gewoon, om eens te proberen. Nooit waargenomen. Waarom zou het voortdurend bijsturen door God alleen gebeuren bij het ‘leiden van levens’, complexe makroskopische processen, en niet bij het leiden van kogelbanen? Het is wel heel toevallig dat dit juist ook de scheiding is tussen wat de natuurwetenschap nog niet goed begrijpt en al wel goed begrijpt. Ik houd het voorlopig dus bij de eenvoudige definitie ‘God is alles wat je niet begrijpt’. Een tijdloze omschrijving. Maar krimpend in grootte, dat wel.
De Leidse drie daarentegen, zoals zoveel gelovigen, willen maar steeds een eigen terrein bevechten: ,,De natuurwetenschap beslaat niet de hele werkelijkheid.” Tja, dan gaat het bij mij altijd een beetje jeuken. Als fantasiewerelden binnen de spelregels vallen, of althans werelden waarover je niets te weten kunt komen behalve dat wat je er zelf van denkt, dan wil ik ook wel weer meedoen.
Zo geloof ik zelf dat de kabouters achter alles zitten. Daar lijkt me ook niks mis mee. Net zo goed gun ik anderen hun uiteenlopende geloven. Blaas het alleen niet zo op. Ik begrijp best dat iedereen behoefte heeft aan troost, hoop, geborgenheid, verklaringen en stille krachten. Sinds mensenheugenis worden er met dat doel dan ook overal verschillende verhalen gemaakt. Of uitvergroot. Noem het voor mijn part geloof, best! Maar laten we nou gewoon maar accepteren dat we toevallig zijn ontstaan, uitvacuümfluctuaties bijvoorbeeld, zonder enige zin of bedoeling. Er is geen regisseur en de natuur heeft er ook geen nodig. Geloof desondanks wat je wilt, maar kronkelredeneer wat minder en maak er niet zo’n big deal van. En vooral: sla elkaars kop er niet voortdurend om in.
Alweer tien voor half negen? Niet goed opgelet bij het Journaal. Was het nou Ambon, Kosovo, Timor of de Westbank? Maar ja, er verandert ook niet veel. Geloven brengt geluk, geloofsverschillen brengen geweld. Dan maar een cd opzetten. Violently happy. Ja, Björk, maar op een andere manier dan.
Comments are closed.