Bij de laatste verkiezingen voor de onderdeelcommissies (odc’s), anderhalve maand geleden, bleek het niet makkelijk om genoeg kandidaten te vinden. Er bleven zelfs zetels onbezet.
Bij de laatste verkiezingen voor de centrale ondernemingsraad konden personeelsleden van de faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM) niet stemmen voor de onderdeelcommissie van hun faculteit. Het jaar ervoor waren er nog vier kandidatenlijsten, maar dat was niet meer nodig. ,,De spreiding tussen de fracties was erg klein en er is eigenlijk ook nooit onderscheid gemaakt in het werk”, aldus Ivo Bouwmans van de odc van TBM. Uiteindelijk waren er op de gezamenlijke lijst maar precies evenveel kandidaten als zetels. Bouwmans: ,,Het leeft niet vreselijk, en dat is wel jammer.” Veel mensen blijken het werk van de odc wel nuttig te vinden, maar het gaat een stapje te ver om er zelf werk in te stoppen.
Het probleem om genoeg mensen te vinden blijkt vooral te spelen bij de TU-bibliotheek. Marcel van Adrichem, bibliotheekmedewerker bij Lucht- en Ruimtevaart, bezet als ‘oude rot’ een van de vier zetels van de onderdeelcommissie van de bibliotheek. Vier andere zetels bleven na de laatste verkiezingen onbezet. ,,Veel mensen in de oude commissie vonden het te lang om nog drie jaar door te gaan”, aldus Van Adrichem. Daarnaast is de werkdruk hoog en werken veel bibliotheekmedewerkers in deeltijd. Van Adrichem heeft wel de hoop dat geïnteresseerde mensen voor kortere tijd af en toe aan een project willen meewerken. Als oud lid van de oude medezeggenschapscommissie ziet hij niet veel verschil met de werkzaamheden van toen en nu: ,,Officieel hebben we misschien iets meer zeggenschap, dat wel.”
In theorie lijken de onderdeelcommissies meer op de oude medezeggenschapscommissies dan op de faculteitsraden van vroeger. Toch is die oude faculteitsraad op de faculteiten nog lang niet vergeten, vooral bij besluiten op het gebied van onderwijs en onderzoek. De faculteitsraad had op dit gebied het alleenrecht, terwijl de odc’s inspraak op dit punt is onthouden. Voor Lenie Wasmus van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen is het daarom wennen. Met in haar achterhoofd haar ervaring met de faculteitsraad vindt ze het werk van de odc toch wat beperkt. Toch, met wat creativiteit kan de odc zich ook op het gebied van onderzoek en onderwijs (o&o) best roeren, vindt zij. Omdat o&o meestal ook te maken heeft met geld en personeelszaken bijvoorbeeld, waar de odc wel wat over te zeggen heeft.
Dat vindt ook Ivo Bouwmans, die zelf geen faculteitsraadervaring heeft: ,,Zodra een onderwijs- of onderzoeksvoorstel raakt aan de werkomstandigheden, dan probeer je er dus wat over te zeggen.” Maar het is geen ideale situatie, daar zijn ze het in ieder geval over eens.
Maar waarom is de achterban niet zo betrokken? Aan deinformatie die onderdeelcommissies doorspelen aan de achterban kan het niet liggen. Deze communicatie is door een aantal odc’s zeer professioneel opgepakt. Op de internetsites van de odc’s van de faculteit Ontwerp, Constructie en Productie en die van Informatietechiek en Systemen is nagenoeg alle nuttige informatie terug te vinden. De notulen van alle vergaderingen staan er allemaal, inclusief vergaderschema’s en achtergrondinformatie over wat de onderdeelcommissie wel en niet mag. Ook de welbekende nieuwsbrief blijkt een geliefd medium om de achterban in te lichten.
Maar heeft een onderdeelcommissie nu wel genoeg draagvlak? ,,Ja”, vinden de commissieleden. En met die instelling gaan ze de komende tijd allemaal hard aan de slag met hun werkplan voor de komende jaren. Want inspraak moet er zijn. Met of zonder betrokken achterban.
Bij de laatste verkiezingen voor de centrale ondernemingsraad konden personeelsleden van de faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM) niet stemmen voor de onderdeelcommissie van hun faculteit. Het jaar ervoor waren er nog vier kandidatenlijsten, maar dat was niet meer nodig. ,,De spreiding tussen de fracties was erg klein en er is eigenlijk ook nooit onderscheid gemaakt in het werk”, aldus Ivo Bouwmans van de odc van TBM. Uiteindelijk waren er op de gezamenlijke lijst maar precies evenveel kandidaten als zetels. Bouwmans: ,,Het leeft niet vreselijk, en dat is wel jammer.” Veel mensen blijken het werk van de odc wel nuttig te vinden, maar het gaat een stapje te ver om er zelf werk in te stoppen.
Het probleem om genoeg mensen te vinden blijkt vooral te spelen bij de TU-bibliotheek. Marcel van Adrichem, bibliotheekmedewerker bij Lucht- en Ruimtevaart, bezet als ‘oude rot’ een van de vier zetels van de onderdeelcommissie van de bibliotheek. Vier andere zetels bleven na de laatste verkiezingen onbezet. ,,Veel mensen in de oude commissie vonden het te lang om nog drie jaar door te gaan”, aldus Van Adrichem. Daarnaast is de werkdruk hoog en werken veel bibliotheekmedewerkers in deeltijd. Van Adrichem heeft wel de hoop dat geïnteresseerde mensen voor kortere tijd af en toe aan een project willen meewerken. Als oud lid van de oude medezeggenschapscommissie ziet hij niet veel verschil met de werkzaamheden van toen en nu: ,,Officieel hebben we misschien iets meer zeggenschap, dat wel.”
In theorie lijken de onderdeelcommissies meer op de oude medezeggenschapscommissies dan op de faculteitsraden van vroeger. Toch is die oude faculteitsraad op de faculteiten nog lang niet vergeten, vooral bij besluiten op het gebied van onderwijs en onderzoek. De faculteitsraad had op dit gebied het alleenrecht, terwijl de odc’s inspraak op dit punt is onthouden. Voor Lenie Wasmus van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen is het daarom wennen. Met in haar achterhoofd haar ervaring met de faculteitsraad vindt ze het werk van de odc toch wat beperkt. Toch, met wat creativiteit kan de odc zich ook op het gebied van onderzoek en onderwijs (o&o) best roeren, vindt zij. Omdat o&o meestal ook te maken heeft met geld en personeelszaken bijvoorbeeld, waar de odc wel wat over te zeggen heeft.
Dat vindt ook Ivo Bouwmans, die zelf geen faculteitsraadervaring heeft: ,,Zodra een onderwijs- of onderzoeksvoorstel raakt aan de werkomstandigheden, dan probeer je er dus wat over te zeggen.” Maar het is geen ideale situatie, daar zijn ze het in ieder geval over eens.
Maar waarom is de achterban niet zo betrokken? Aan deinformatie die onderdeelcommissies doorspelen aan de achterban kan het niet liggen. Deze communicatie is door een aantal odc’s zeer professioneel opgepakt. Op de internetsites van de odc’s van de faculteit Ontwerp, Constructie en Productie en die van Informatietechiek en Systemen is nagenoeg alle nuttige informatie terug te vinden. De notulen van alle vergaderingen staan er allemaal, inclusief vergaderschema’s en achtergrondinformatie over wat de onderdeelcommissie wel en niet mag. Ook de welbekende nieuwsbrief blijkt een geliefd medium om de achterban in te lichten.
Maar heeft een onderdeelcommissie nu wel genoeg draagvlak? ,,Ja”, vinden de commissieleden. En met die instelling gaan ze de komende tijd allemaal hard aan de slag met hun werkplan voor de komende jaren. Want inspraak moet er zijn. Met of zonder betrokken achterban.
Comments are closed.